Spijt van sterilisatie: ‘Mijn kinderwens laaide harder op dan ooit’
Als er iets is waar Loes (45) enorme spijt van heeft, dan is het wel van haar sterilisatie op haar 42e. Want de grote liefde die ze vorig jaar tegen het lijf liep wil niets liever dan met haar een kind krijgen. En zij met hem.
“Toen mijn huwelijk op mijn 35e op de klippen liep, zette ik met pijn in mijn hart een streep door mijn verdere kinderwens. Mijn dochters waren vier en zes, en hoe graag ik ook een derde wilde, met een toekomstige nieuwe partner zag ik dat niet zitten. In het co-ouderschap met mijn ex moest ik mijn kinderen de helft van de tijd missen. De gedachte dat er een derde kind kwam dat wél fulltime bij mij zou wonen, vloog me aan. Want hoe fijn mijn dochters het ook hadden bij hun vader, niemand wil een gezin dat de helft van de tijd gescheiden leeft. Wat als ze het gevoel kregen dat de baby meer welkom was dan zij?
Een derde
Mijn ex-man wilde nooit een derde. Achteraf misschien maar goed ook. Ons huwelijk barstte toen onze jongste dochter twee was. Stel je voor dat ik zwanger was geweest en er alleen voor had gestaan. Het had blijkbaar zo moeten lopen, concludeerde ik, en nam een hond om iets van mijn zorgbehoefte op te botvieren. Hielp niets, maar het leidde in elk geval af. En: zo kwam ik Maarten tegen. Gewoon in het park achter mijn huis, eveneens net gescheiden, en met een hond om de leegte op te vullen.
“Stel je voor dat ik zwanger was geweest en er alleen voor had gestaan”
Onze gezamenlijke wandelingen mondden steeds vaker uit in eindeloos nakletsen op het bruggetje naar onze wijk. Tot hij in een weekend waarin we beiden geen kinderen bleken te hebben vroeg of ik zin had in een borrel. De honden gingen goed samen en bij hem thuis was het tenminste warm. Er was geen houden aan onze verliefdheid. Maarten en ik vonden een klankbord bij elkaar, gingen door precies dezelfde fase. Zijn zoon en dochter waren nauwelijks ouder dan mijn kinderen. Ze hadden elkaar weleens ontmoet tijdens het uitlaten. We zagen dus geen reden geheimzinnig te doen over ons contact, en al snel brachten we elk weekend samen door. We woonden op vijfhonderd meter van elkaar, dat maakte het onderhouden van een relatie in twee huizen makkelijk. En ook onze kinderen konden het goed vinden. Een droomscenario.
Niets stond in de weg
Met zoveel drukte in huis dacht ik nooit meer aan mijn kinderwens. Toen Maarten en ik meer dan een jaar samen waren, kwam het weleens ter sprake. Biologisch gezien was het nog mogelijk, maar hij had dezelfde bezwaren als ik. Twee co-ouderschappen met bijbehorende vakantieverdelingen verdelen was al hogere wiskunde, laat staan als we daar naast twee honden ook nog een baby met wéér eigen schema’s tussen stopten. We waren er snel over uit: ons samengestelde gezin was compleet. Omdat andere anticonceptie dan een condoom geen optie was – ik verdraag geen hormonen en mijn menstruaties waren zo hevig dat een de gynaecoloog een koperspiraaltje afraadde – liet Maarten zich steriliseren. Niets stond ons geluk in de weg. Tot Maarten drie jaar na het begin van onze relatie – ik was inmiddels 39 – wel erg vaak lange voetbalwedstrijden leek te hebben in onze weekends. Derde helft, nabespreking, extra training… Allemaal smoesjes. Ik zag de bui al hangen toen de eerste roddels naar buiten kwamen; Maarten zou iets hebben met het meisje achter de bar op de club. Hij ontkende het niet eens toen ik ernaar vroeg. Vandaar die happigheid om zich te laten steriliseren, dacht ik verzuurd. En zo wandelde ik weer met één hond in het park, mijn kinderloze weekends ingevuld met wijn en vriendinnen.
Regie over eigen lichaam
Ik datete wat. Kreeg een verhouding met een vakantieliefde. Dat hield twee jaar stand zonder dat we onze kinderen erbij betrokken, tot ik besloot dat ook dat niet werkte. Ik rolde van teleurstelling in teleurstelling. Gelukkig was de liefde het enige wat niet lekker liep in mijn leven. De kinderen waren blij, mijn werk was succesvol, ons huis voelde als een veilige haven waarin vrienden af- en aanliepen.
“Als een baby toch geen optie meer was, kon ik maar beter de regie over mijn eigen lichaam veiligstellen”
Als een baby toch geen optie meer was en ik alleen maar scharrelde, kon ik maar beter de regie over mijn eigen lichaam veiligstellen, vond ik. Want natuurlijk deed ik het veilig als ik eens een avontuurtje beleefde, maar een ongeluk zit in een klein hoekje. Dus kroop ik, inmiddels 42, in volle overtuiging op de operatietafel voor een sterilisatie.
Jeugdliefde
Nooit had ik voorzien dat ik de grootste liefde van mijn leven nog tegen moest komen. Of dat ik, met de overgang angstig dicht in het vooruitzicht, nog eens serieus zou nadenken over mijn kinderwens. Maar het gebeurde. Ons leven liep op rolletjes, toen ik – anderhalf jaar na mijn sterilisatie, ik was inmiddels bijna 44 – uit het niets een mailtje van mijn jeugdliefde kreeg. In de laatste jaren van de middelbare school hadden Nathan en ik een stormachtige verkering gehad. Oprechte liefde, maar slecht getimed. We gingen studeren in verschillende steden, hadden het hele leven nog te ontdekken. En zo zetten we na twee jaar een punt achter ons contact. Hij wilde een reünie organiseren met onze vriendenclub van vroeger, mailde Nathan nu. Had ik misschien ook zin? Enthousiast appte ik meteen naar het meegestuurde 06-nummer. Vier uur later en in het holst van de nacht, beëindigden we ons gesprek met een afspraak voor een borrel.
Kinderwens
We zouden gewoon gezellig bijkletsen, dacht ik. Geen bijbedoelingen, geen verborgen agenda’s. Maar op het moment dat Nathan en ik op elkaar afliepen voor het terras waar we hadden afgesproken, was het al beklonken. Binnen tien minuten hadden we de slappe lach, en kletsten alsof de voorgaande 26 jaar nooit hadden plaatsgevonden. De liefde was er nog steeds – en heviger. Zijn humor en intelligentie, zijn warme interesse; opnieuw viel ik als een blok voor hem. En hij – net gescheiden maar kinderloos – voor mij. Er was één ding, maakte Nathan na onze eerste kus meteen duidelijk: hij had een daverende kinderwens. Als ik die niet respecteerde, zou het nooit iets kunnen worden tussen ons.
“Over zijn kinderwens was hij meteen helder, anders kon het niks worden”
Het voelde alsof iemand mijn lijf uitwrong. Hoe vertelde ik hem dat ik nooit meer kinderen zou kunnen krijgen? ‘Nou, even realistisch’, probeerde ik eerst voorzichtig, ‘we zijn wél 45, hè. Er zit een grens aan tot welke leeftijd je aan een baby kunt denken.’ Het ging hem ook niet om de vorm, zei Nathan. Als de natuurlijke weg niet zou werken, waren er toch andere opties?
Opties
Hortend en stotend vertelde ik hem, daags na onze kus op het terras, over mijn sterilisatie. Over hoe mijn kinderwens nooit verdwenen was, maar mijn leven anders was gelopen. Voor ivf – de meest logische optie voor een biologisch eigen kind na een sterilisatie – kwamen we gezien mijn leeftijd niet meer in aanmerking. En draagmoeders liggen niet bepaald voor het oprapen. Bovendien: kon ik het wel, houden van een kind dat genetisch niet het mijne zou zijn? Dat ik niet zou voelen trappelen in mijn buik, niet zelf zou kunnen voeden? Nathan voelde op zijn beurt minder voor een co-ouderschap met een single of lesbische moeder, of een ander stel. Hij wilde een kind dat volledig van hem zou zijn. Laten we wel wezen, dacht ik: als Nathan nu met een pasgeboren baby voor mijn neus zou staan die hij alleen moest opvoeden, had ik die ook in mijn armen gesloten. Ik wilde hem zijn kinderwens koste wat kost niet ontnemen. We moesten lachen dat we het hier nu al over hadden. Maar het zei ook heel veel over onze intenties. Over de hevigheid van onze gevoelens en het luisteren naar elkaar. Nathan had geen haast, zei hij. Want één ding wist hij zeker: hij wilde alleen een kind binnen een stabiele, gelukkige relatie. Die had dus zijn prioriteit. Dan zouden we daarna wel verder kijken.
Nieuw begin
De heftigheid van onze hernieuwde ontmoeting bleek niets vergeleken bij de maanden die volgden. Het was alsof we nu pas leerden wat liefde was. We hadden aan een half woord genoeg, lachten veel en hard, genoten van alles wat we samen deden, al was het maar stomweg boodschappen doen. Mijn dochters adoreerden hem en hij hen. Binnen een halfjaar was hij een onmisbaar onderdeel van ons gezin.
“Hadden we elkaar maar negen of zelfs maar drie jaar eerder ontmoet”
Mijn kinderwens laaide harder op dan ooit. Wat wilde ik Nathan graag zelf een kind geven. Hadden we elkaar maar negen of zelfs maar drie jaar eerder ontmoet. Toen ik nog niet gesteriliseerd was, of toen ivf nog een optie zou zijn. Ik leek er meer pijn van te hebben dan Nathan. ‘Het belangrijkste is dat wij samen zijn’, hield hij vol. ‘De rest volgt vanzelf, écht.’ Nogal optimistisch, vond ik. Onrealistisch zelfs. Was die kinderwens van hem wel echt zo serieus als hij voorwendde? Ja, zo bleek toen we een jaar samen waren, midden in onze huizenjacht. Nu we samen opnieuw zouden beginnen in een nieuwe woning, kwam ook stap twee meer in beeld.
Draagmoeder
Monica, een vriendin van een vriend, had jaren eerder al eens geopperd voor hem te willen dragen. In principe met de eicel van een ander, maar als Nathan geen of geen vruchtbare partner zou hebben, dan was draagmoederschap met haar eigen eicel ook een optie. Op dit moment was ik voorbereid. Natuurlijk had ik alle opties al honderd keer afgewogen en bijna dagelijks nagedacht over welk scenario voor mij goed zou voelen. Het liefst wilde ik een kind van mezelf. Maar dat was geen optie meer. Adoptie is in Nederland nauwelijks mogelijk. Pleegzorg is bijna altijd tijdelijk, en gecompliceerd. Een co-ouderschap naast het co-ouderschap dat ik al had, zag ik nog altijd niet zitten. Dus als Nathan en ik echt een kind wilden, dan was dit de beste manier. Gewoon thuis, door middel van een potje zaad en een spuitje, en een goed draagmoedercontract dat we zouden afsluiten bij een advocaat om alles voor iedereen zo duidelijk en zeker mogelijk te maken.
Lees ook: ‘Na mijn bevalling wilde ik anderen als draagmoeder helpen bij hun kinderwens’ >
Spijt
Ik wist niet dat spijt zo’n pijn kon doen. Had ik die hele sterilisatie maar nooit laten doen. Tegelijkertijd bewonderde ik Nathan om zijn flexibiliteit. Hij moest wel heel veel van me houden om zich in zulke bochten te wringen om papa te worden.
“Wat als hij een leuke jonge vrouw met werkende eierstokken tegenkomt?”
Tegelijkertijd maakte het me onzeker. Want wat als hij een leuke vrouw van dertig tegen het lijf zou lopen, met werkende eierstokken en een jonge baarmoeder? Via Tinder was die mogelijkheid binnen een paar klikken bereikbaar. Maar Nathan is een gevoelsmens; ik wist ook dat hij nooit een kind zou krijgen met een vrouw voor wie hij geen echte liefde voelde. Geen moment nam hij me mijn sterilisatie kwalijk. En hij begreep mijn pijn. Want ook al had ik al twee gezonde kinderen, mijn verlangen was wel vergelijkbaar met de zijne. ‘Ik kan me maar één moeder voorstellen voor ons kind, en dat ben jij’, zei hij. ‘Dan maakt het toch niet uit uit welke baarmoeder het komt?’ Mijn dochters – inmiddels veertien en zestien – juichten bij de vraag hoe ze het zouden vinden als ze nog een broertje of zusje zouden krijgen. Dat zij om de week in een ander huis zouden bivakkeren, zagen ze alleen maar als voordeel: geen gebroken nachten door een huilende baby. Verder konden ze in de weken bij hun vader toch altijd langskomen?
Beren op de weg
Blijven hangen in spijt is voor niemand zinvol. Dus heb ik onlangs voorgesteld om tafel te gaan met Monica, de getrouwde moeder van drie kinderen die heel graag nog een keer een kindje draagt, maar er zelf niet nog één hoeft groot te brengen. Ik ben me ervan bewust dat Nathan en ik minstens vijftig zijn tegen de tijd dat we op het schoolplein staan. Maar leeftijd is maar een getal, we voelen ons piepjong.
“Ik besef dat we minstens vijftig zijn als we op het schoolplein staan”
En er is altijd een risico. De wetgeving is zo is geregeld dat de vrouw die het kind draagt juridisch de moeder is tot ze formeel afstand doet van de baby. Dus wat als Monica dat straks onverhoopt niet wil? Dan heeft Nathan dus een kind met een ander. Allemaal beren op de weg die we van tevoren moeten zien op te ruimen, en daar hebben we gelukkig een goede advocaat voor. Ik achtte grote liefde nooit meer voor mogelijk, en vond hem. Een felbegeerd kind voor Nathan en mij is een droom die ik plots toch durf na te jagen.” Dit artikel staat in Kek Mama 04-2022. Meer Kek Mama? Volg ons op Facebook >