‘Van Powerpoints naar duplo: mijn man stopte met werken en vond het nog leuk ook’

08.05.2019 08:02
thuisvader Beeld: Unsplash

Wat waren ze succesvol, Janneke en haar man. Nou ja, op hun salarisstrook. In de praktijk waren ze vooral aan het snauwen en renden ze zich rot.

Het scheelde vijfhonderd euro. Vijfhonderd euro waarvoor Gijs en ik minstens twee ochtenden per week begonnen met een ruzie die daarna telefonisch in de file moest worden goedgemaakt. Dingen die te stom voor woorden waren. “De sokken die jij voor mij had klaargelegd, daar zat een gat in!” “Je mag blij zijn dat ik je sokken klaarleg aangezien de jaren vijftig op zich gewoon voorbij zijn!” Dat werk.
 

Verteerd door schuldgevoel

Vijfhonderd euro waarvoor ik met regelmaat verteerd door schuldgevoel om halfzeven bij de crèche aankwam en de leidster zei dat Sophia al wel vanaf halfzes bij het hekje stond te kijken. Maar ja, kon ik er wat aan doen, híj zou haar halen, maar liet het weer eens afweten. Waardoor ook minstens twee avonden per week in het teken stonden van gekibbel over taakverdeling, niet nagekomen beloftes en vooral het grootste thema in ons leven: tijd. Of het gebrek aan.
 

Dure hobby

Die vijfhonderd euro was het salaris van Gijs min alle kosten die wij maakten om te kunnen werken. En die waren fors. Vele honderden euro’s kinderopvang, waarvan we maar weinig terugkregen (want: goed inkomen, dus verder geen geklaag, maar kinderopvang was wel een dure hobby op deze manier), een schoonmaakster, een hondenuitlaatservice, vaak uit eten of bel-eten bij geen puf om te koken, boodschappen bij de gemakkelijke maar dure A-super omdat we geen tijd en zin hadden om naar de budget-variant te gaan.
 

‘We hadden het allemaal nodig’

Eerlijk gezegd dacht ik er verder niet zo over na. Er was geld, dus gaven we het uit aan dit soort zaken. Dankzij mijn spaarzame vader wist ik heus wel dat het anders kon, maar bezuinigen leek me ingewikkeld in onze situatie. We hadden het allemaal nodig. Minder kinderopvang kon niet, dan zou een van ons te veel werktijd moeten inleveren en dat zou de carrière geen goed doen. En we hadden nou eenmaal een hypotheek op twee inkomens, dus moesten die inkomens gegarandeerd blijven.

De schoonmaakster de deur uit was een idee dat mij koude rillingen bezorgde (ik kon de was al niet bijbenen, en ik moest ook al alle boodschappen doen, en van Gijs hoefde ik immers niks te verwachten, zoals ik hem ongeveer elke dag onder de neus wreef) en ook nog naar een goedkopere supermarkt betekende gewoonweg anderhalf uur extra tijd per week, twee als ik Sophia meenam. Op mijn enige dag met mijn dochter wist ik wel leukere dingen te doen.
 

‘Nee zeg, veel te druk’

Gijs op zijn beurt zat ook klem. Hij had net een nieuwe functie en vond dat hij zichzelf moest bewijzen. Papadag sneuvelde al snel, net als onze avonden samen. Het was elke dag een beetje afwachten hoe laat hij belde dat hij eraan kwam, meestal rond een uur of acht (eerder even bellen kon niet, nee zeg, veel te druk). Maar hé, geld als water, dat wel. Vakanties tot in de hemel, ook. Dubai, Amerika, we kwamen overal. Heerlijke weken waarin we elkaar wel terugvonden, maar zodra die vakanties erop zaten en het gewone leven ons weer in beslag nam, stonden onze dagen in het teken van haast en de bijbehorende irritatie.
 

‘Eigenlijk best een treurig plaatje’

Op papier hadden Gijs en ik het goed geregeld. Dat vonden we zelf ook, voordat we een kind kregen. Maar toen we na een jaar eens eerlijk tegen onszelf waren, was het eigenlijk best een treurig plaatje. Altijd stress. Veel irritaties, niet-afgemaakte ruzies omdat we zelfs daarvoor geen tijd hadden. Zelden samen bankhangen. Van de vijf doordeweekse dagen zag Gijs Sophia er één, hooguit twee. Verder ging hij weg als ze nog sliep en kwam thuis als ze al in bed lag. En waarvoor? Vijfhonderd euro dus.

En o ja, er was een tweede kind onderweg. Je zou kunnen zeggen: bijzondere timing wel. Maar toen we aan dat project begonnen, was Gijs er nog van overtuigd dat de nieuwe functie hem meer vrije tijd zou opleveren. Wat een leuke theorie was, maar in de praktijk nergens op sloeg. Tijd voor maatregelen.
 

Nog maar één optie

Meer tijd moest er komen, voordat Sophia en de aankomende baby straks ongemerkt het huis uit waren en Gijs en ik elkaar alleen nog snauwend konden toespreken, als we niet allang gillend bij elkaar waren weggelopen. Ik was er zo klaar mee dat ik riep dat ik wel minder zou gaan werken. Dat was, ik geef het toe, vooral een manier om de boel op scherp te zetten. Ik verdiende meer, dus het zou financieel gezien onhandig zijn. Gijs zei meteen dat hij dat niet wilde.

Dus toen bleef er één optie over: hij moest opnieuw van functie veranderen, en deze keer echt kiezen voor een baan die hem minder opslokte. Dat plan duurde precies een week, want zo lang had Gijs nodig om in zijn vakgebied het beschikbare aanbod van 24-ur functies te bekijken. Als het moest, tuurlijk, dan zou hij het doen, maar de vraag was: moest het echt? Ja, leek ons. Doorgaan zoals het was kon niet, en stoppen was ook lastig. Met minder uren zou Gijs wel wat minder gaan verdienen, maar dat vingen we wel op.
 

Een tweede optie

Toch bleef die tweede optie in ons hoofd zitten. Of eigenlijk: in zijn hoofd. Op een avond kwam hij ermee. Stoppen met werken, was dat nou geen mogelijkheid? Want ja, we hadden onze vaste lasten, maar bezuinigen: kón dat niet, of wilden we het niet? Ik was nog even in shock van het idee dat hij überhaupt overwoog zijn baan op te zeggen, maar Gijs sloeg aan het rekenen. En toverde nog dezelfde avond die vijfhonderd euro uit zijn Excel-document (er is een reden dat hij zo’n goeie manager was).

Ik vroeg vertwijfeld of hij dan zonder baan kon. Gijs de carrièretijger, de man van tachtig uur – thuis bij de kinderen? Ja, antwoordde hij volmondig. Dat kon. Als hij ondertussen een deeltijdstudie kon doen. En als we het financieel konden regelen. Een halfjaar – en vele verbijsterde reacties – later stapte hij eruit. Van gelikte Powerpoints naar duplo’en met een peuter, van scrum-groepen naar de speeltuin op maandagochtend, hij vond het nog leuk ook.
 

Lees ook
Papa is thuis, mama werkt >

 

‘Waarom heeft ons washok geen systéém?’

Oké, we moesten even wennen, zaten elkaar die eerst maand ook behoorlijk in de weg (“Waarom heeft ons washok geen systéém?” vroeg hij op een ochtend dodelijk geërgerd. Ik wurgde hem bijna met het snoer van het strijkijzer), maar mijn angst dat hij diep ongelukkig zou worden en zou terugverlangen naar zijn laptop en de kick van het halen van targets bleek ongegrond. In plaats daarvan had hij het leuk met zijn kinderen en zorgde hij dat om zes uur de maaltijd op tafel stond (sorry voor dit vreselijk kneuterige plaatje, maar het is zo).
 

Van alles meer

En dat geld, dat kwam goed. In de praktijk scheelt het namelijk vrijwel niks. Doordat Gijs het thuis draaiende houdt, kan ik meer werken én we maken veel minder kosten. Bovendien is de prijs lager, figuurlijk gezien. Ik zie mijn kinderen niet minder doordat ik veel werk, ik doe meer tussendoor. Ja, het aantal laptop-avonden overstijgt nog steeds het aantal Netflix-momenten, maar de stress is vele malen minder. En Gijs is leuker. Echt veel leuker.

Eigenlijk is er van alles meer: meer rust, meer tijd, meer gedeelde ‘wat hebben wij toch geweldige kinderen, kijk nou schat, ze zijn zo leuk’-momenten, meer gesprekken, meer seks. Meer humor, ook. We appen nu, lollig, over niks. Dat klinkt alledaags, maar wij deden dat nooit, want daar had Gijs overdag geen tijd voor. Ik vind hem oergeestig als hij vanuit de Deen een foto doorstuurt van een winkelwagen vol bierkratten (want: aanbieding) en ergens daar bovenop twee verdwaalde kinderen, met de vraag van Gijs of dit plaatje het leuk zou doen in ons Jeugdzorg-dossier.
 

Haast en druk veranderde ons

Ik zie eigenlijk nu pas hoe haast en druk ons hadden veranderd in onaardige mensen. Althans, voor elkaar. Niet dat we nu nooit ruzie hebben, maar niet meer van die irritaties over kleine onzindingen, waardoor je boos de deur uitgaat en allebei een rotdag hebt. Dat ik de deksel van zijn koffiebeker niet goed had aangedrukt waardoor er bijna koffie over zijn pak ging. Bíjna, ja. Kan je ook ruzie over maken.
 

Fanatiekeling

Gijs is nu zijn oude, leuke zelf. En het fanatisme dat hij in zijn werk had, richt hij tegenwoordig op het huishouden. Nu verdiept hij zich op zondagavond in een megahandige app met alle reclamefolders. Is-ie dol op. Eerst dacht ik nog dat hij een sarcastisch grapje maakte toen hij verrukt uitriep dat de wc-eend in de 1+1-aanbieding was, maar hij meende het. Niet dat we ons die niet voor de volle mep kunnen veroorloven, maar het is Gijs’ sport nooit de hoofdprijs te betalen. Ieder z’n hobby, denk ik dan. En zolang de zijne is om met twee kinderen zes winkels af te gaan, vind ik het allang prima.
 

Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.

 

 

 

Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >