Roos Schlikker (42) is journalist, columnist en moeder van zoons Miró (9) en Róman (7). In Kek Mama schrijft ze over haar gezinsleven.
Lees verder onder de advertentie
“Ja we rijden al. Ja ja. Dat doen we hoor. Hier kunnen we straks tekenen. We moeten van cijfertje naar cijfertje. Best een moeilijke puzzel. Denk je dat we dat kunnen?”
De vader achter me in het vliegtuig doet zijn uiterste best zijn snikkende dochtertje stil te houden. Wij zijn nog niet eens opgestegen, dus ik heb nu al medelijden met hem. Dit zouden weleens een paar heel lange uren kunnen worden. Ik hoor zijn zalvende toontje. Er zit een kleine paniekpiep in, terwijl hij juist zo geruststellend wil klinken. Ook hoor ik een vermoeidheidsrasp. Even daarvoor heeft het babyzoontje van het stel zijn lauwwarme melk in zijn schoot gedropt. Hij haalde adem met een agressieve teug, maar wist zich te bedwingen. “Nee hoor, schatje, geeft helemaal niks.”
Lees verder onder de advertentie
Ik hoor het aan, terwijl Miró naast me zit te kleuren en Róman met een legopoppetje in de weer is. Twee keer oogknipperen geleden was ik die ouder met een druipende baby op schoot en het dreinkind naast me.
‘Niet de tijd gaat voorbij, maar jij, en ik’, dichtte Rutger Kopland ooit. Ik vind dat zo’n mooie zin. Tijd zal altijd bestaan, wij niet. En wie wij nu zijn, zijn we straks niet meer. Nog even en ik heb twee tienerzoons.
Wij gaan voorbij. Toen ik zelf een jaar of tien was heb ik mijn vader eens verbijsterd aangekeken. “Papa, hoe kan het dat volwassenen niet meer spelen? Hoe kan het dat er ooit een moment komt dat ik niet meer spelen wil?”
Dat moment komt natuurlijk nooit helemaal. Homo ludens, de mens speelt. Of dat nou op een blokfluit is, met een motorfiets of in een wildwaterbaan. Maar zo spelen als Róman nu met het popje, een haarspeld en een postelastiek doet, nee. Dat is voor nu. Niet voor straks.
Lees verder onder de advertentie
Het nu vasthouden
Daar kan ik van nature nogal dramatisch over doen. Enige melancholieke last is me niet vreemd. Gek genoeg verlang ik zelden echt naar vroeger, ik wil alleen het nu zo graag vasthouden.
De vader achter me leest gehaast een Nijntje-boekje voor. Miró legt zijn hoofd tegen mijn schouder en knort: “Gezellig zo samen, hè.” De baby zet een keel op. “Heb je last van ons?” vraagt zijn moeder verontschuldigend. Ik schud mijn hoofd en glimlach terwijl ik het boek op mijn schoot open. Nee, hoor. Het nu is prima.
Boys moms weten: zoons kunnen heftig zijn. Zo ook het zoontje van Frida, toen ze op vakantie was in Kroatië met haar gezin. Hij legde eigenhandig het hele zwembad plat. Per ongeluk.
Elke ouder weet: er komt een moment en dan pikt je kind iets op wat ie absoluut niet had mogen horen. Zo liet de vijfjarige Hugo op een subtiele, maar duidelijke manier weten hoe zijn vader over bepaalde collega’s denkt.
Met twee gezinnen op vakantie, hoe meer zielen, hoe meer vreugd, dachten Anna en haar man. Dat viel tegen, bleek toen ze eenmaal in Frankrijk gearriveerd waren.
Wanneer je de eerste bent in je vriendengroep die moeder wordt, vergt dat wat aanpassingsvermogen van de rest. Een vaardigheid die niet iedereen even goed onder de knie heeft. Dat bleek wel, toen een vriendin van Noëlle met dit kraamcadeau op de proppen kwam.
Toen Rosie een baby was, vond ik uiteten gaan best een uitdaging. Nu ze twee is, valt het nog niet altijd mee. En dat heeft niet alleen met het kind te maken.
We bereiden ons maandenlang voor op dé grote dag: de bevalling. Bevalplan? Check. Pufcursus? Check. Maar van presentatrice Shelly Sterk mogen we ons best vaker focussen op de periode ná de geboorte, het herstel: “Je lichaam is de volgende dag echt niet klaar voor een wandeling van tien kilometer achter de kinderwagen.”