Zo herken je een postnatale depressie

05.07.2021 10:02
tissues

Dat je na de bevalling niet zo lekker in je vel zit, is niet vreemd. Maar als dat gevoel lange tijd aanhoudt en het invloed heeft op je dagelijkse bezigheden, kan er sprake zijn van een postnatale depressie.

Als kersverse moeder hoop je natuurlijk op een roze wolk te zitten, maar dat is niet voor alle moeders het geval: jaarlijks krijgen zo’n 23.000 vrouwen een postpartrum depressie, beter bekend als een postnatale depressie. Dit ontstaat in de weken of maanden na een zwangerschap. Het kan zelfs pas ontstaan nadat je stopt met borstvoeding geven of na je verlof. Je bent somber, voelt je lusteloos en kunt niet genieten van je baby.  

Wat is het verschil met kraamtranen?

Een bevalling is een heftige gebeurtenis, die samen kan gaan met een hoop kraamtranen. Deze ‘babyblues’ houdt meestal zo’n tien dagen aan. Als je hier momenteel doorheen gaat, ben je niet de enige: 50 tot 80 procent van de moeders heeft last van kraamtranen. Deze klachten ontstaan door de hormoonschommelingen tijdens en na de zwangerschap. Een postnatale depressie duurt – net als een gewone depressie – een stuk langer.

Wat zijn de symptomen?

Vrouwen met een postnatale depressie zijn somber en kunnen niet genieten van hun baby. Ook hebben ze een of meer van deze klachten:

  • Je bent vaak somber en verdrietig
  • Je huilt veel
  • Je hebt nergens zin
  • Je maakt je zorgen dat je niet voor je baby kunt zorgen
  • Je hebt geen moedergevoelens
  • Je voelt je schuldig
  • Je bent heel vermoeid
  • Je bent snel geïrriteerd of boos
  • Je bent snel afgeleid, kunt je slecht concentreren, in de war en vergeetachtig
  • Je hebt weinig eetlust of juist veel eetlust
  • Je kunt niet slapen of wilt juist alleen maar slapen
  • Je hebt weinig zelfvertrouwen of voelt je een slechte moeder
  • Je bent angstig of wanhopig
  • Je hebt hoofdpijn, bent misselijk of duizelig
  • Je hebt suïcidale gedachten
  • Je denkt er soms over of bent bang dat je je baby iets aandoet

Lees ook
‘Dit heb ik geleerd van mijn postnatale depressie’ >

Wat zijn de oorzaken?

Bij een postnatale depressie spelen vaak meerdere factoren een rol. Meestal gaat het om een combinatie van lichamelijke, psychische en sociale factoren. Bij sommige vrouwen is de kans op een postnatale depressie groter. Zo krijgt 60 procent van de vrouwen die een postnatale depressie hebben gehad, ook klachten bij een volgende zwangerschap. Dit zijn de meest voorkomende risicofactoren:

  • Je hebt al eens een depressie (tijdens de zwangerschap) gehad
  • Je hebt al eens een postnatale depressie gehad
  • Je hebt ooit angstklachten gehad
  • Stressvolle gebeurtenissen, zoals een sterfgeval of een scheiding
  • Complicaties tijdens de zwangerschap of bevalling
  • Je krijgt weinig steun vanuit je omgeving
  • Er zijn problemen binnen je relatie

Hoe verloopt een behandeling?

Als de symptomen langer dan twee weken aanhouden, de klachten steeds erger worden, je niet goed voor je baby kunt zorgen of suïcidale gedachten hebt, is het belangrijk om contact op te nemen met de huisarts. Net als bij een gewone depressie kun je praten met een praktijkondersteuner GGZ of een psycholoog. Je kunt ook kiezen voor een combinatie van gesprekken en medicatie. Meestal krijg je antidepressiva; een medicijn waardoor de klachten na vier tot zes weken afnemen. Geef je borstvoeding? Overleg dan altijd even met de arts voordat je antidepressiva gaat slikken. Hoelang een behandeling precies duurt, verschilt per vrouw, maar over het algemeen is het na een paar maanden voorbij.

Wat kun je zelf doen?

Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om sneller van een postnatale depressie te herstellen.

  • Voel je niet schuldig en schaam je niet. Je kunt er tenslotte niets aan doen. Een behandeling kan helpen tegen een depressie.
  • Praat met mensen in je omgeving die je vertrouwd. Als je suïcidale gedachten hebt, kun je daarover praten met 113 Zelfmoordpreventie. Bel 24/7 naar 0800-0113 of chat via www.113.nl.
  • Vraag je partner om wat zorgtaken van je over te nemen. Je kunt ook andere mensen inschakelen om voor de baby te zorgen.
  • Praat met je huisarts. Het is soms lastig om die stap te zetten, maar vaak helpt het enorm. Durf om hulp te vragen.
  • Neem genoeg rust en zorg goed voor jezelf.
  • Hebben de klachten invloed op je werk? Bespreek het eventueel met een bedrijfsarts. Samen kun je kijken of er aanpassingen nodig zijn.

Bron: Thuisarts, LKPZ

 

 

Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >