‘Tijdens de bevalling van mijn vrouw stond ik aan de grond genageld’

12.01.2021 11:01
bevalling vrouw zwaar trauma man Beeld: Shutterstock

Na de geboorte van zijn zoontje was Nils (38) woedend op zichzelf omdat hij zo passief had toegekeken. “Toen iedereen in paniek naar de operatiekamer rende, stond ik aan de grond genageld.”

“Omdat Marijn in de 37ste week vruchtwater verloor, werd de bevalling ingeleid. Toen het niet opschoot, besloot de gynaecoloog de vliezen te breken. Elke vezel in mijn lijf schreeuwde: doe het niet. Geen idee waar dat overweldigende gevoel vandaan kwam, maar ik wist gewoon zeker: dit gaat mis. Toch hield ik mijn mond. Ik wilde mijn vrouw niet belasten met mijn twijfel.

Een stortvloed aan vruchtwater stroomde over het bed, echt waanzinnig veel. Daarna probeerde de gynaecoloog de hartslag van de baby te vinden, maar die klonk héél zwak. De blik tussen de twee verpleegkundigen zal ik nooit vergeten: pure paniek. In de ogen van Marijn zag ik onzekerheid en doodsangst. De rode knop werd ingedrukt en vanuit alle hoeken kwamen mensen tevoorschijn. Draden werden uit de muur getrokken, de gynaecoloog sprong op het bed bovenop mijn vrouw en zo renden ze door de gang richting operatiekamer.
 

Leeft ons kind nog?

Ik was letterlijk in een hoek geduwd en stond aan de grond genageld. Niemand die mij wat vertelde. Alle scenario’s schoten door mijn hoofd: gaat mijn vrouw dood? Leeft ons kind nog? Toen iemand tegen me riep dat ik er achteraan moest gaan, was het alsof ik wakker schrok. Ik rende de gang op, achter dat bed aan en stond nog niet bij Marijn in de operatiekamer of de incisie was al gezet, zó snel gaat dat. De baby werd meteen meegenomen voor onderzoek. 

Toen alles goed bleek te zijn, was ik euforisch, ik heb iedereen staan zoenen. Een zoon. Een gezonde zoon: Job. Ze vertelden ons dat door de kracht van het vruchtwater de navelstreng was uitgezakt. Het hoofd van de baby was tegen de uitgang blijven steken en zo knelde hij zijn eigen zuurstoftoevoer af. De gynaecoloog die bovenop mijn vrouw zat, bleek al die tijd haar hand ín Marijns geboortekanaal te hebben gehad om zo het hoofdje omhoog te duwen.
 

Láát me gewoon

Na drie dagen en nachten in het ziekenhuis, mochten we naar huis. Marijn was een wrak, ik heb er geen ander woord voor. Bleek, holle, lege ogen. Ze kon Job niet eens vasthouden, zo bibberig was ze. Het was heel moeilijk haar zo te zien, mijn sterke, mooie vrouw. Ze wilde over de bevalling praten, maar dat kon ik niet. Ik wilde dóór, sterk zijn voor onze dochter van net twee, doorbikkelen op mijn werk. Vluchten, wég van alles wat me aan die afschuwelijke dag herinnerde.

Marijn rammelde steeds vaker aan mijn pantser, maar ik hield de luiken gesloten en wilde nergens over praten. Ik wist zeker dat ik dan óók onderuit zou gaan. En wie zou dan de boel dan draaiende houden? Elke keer dat ze erover begon, raakte ik meer geïrriteerd. Láát me gewoon, zei ik dan snibbig. We raakten steeds meer van elkaar vervreemd, van onze open en eerlijke relatie was weinig meer over. Ik ging steeds harder werken, zij stond er thuis alleen voor.
 

Ups en downs

Marijn en ik kennen elkaar al dik twintig jaar. Ik zag haar op een hockeyfeestje en was meteen verkocht. Ik begin al te glimlachen als ik aan haar denk, nog steeds. Man, die ógen. Het was meteen wederzijds. We zijn allebei gevoelsmensen, de emoties liggen aan de oppervlakte, we hebben altijd goed kunnen praten. We schuiven niets onder het tapijt, hop, op tafel ermee.

Het ouderschap was ons tot dan toe makkelijk afgegaan. Net voor haar dertigste werd Marijn zwanger van onze dochter. Ze had een probleemloze zwangerschap en een snelle bevalling. Natuurlijk heb je in het begin ups en downs, het gebrek aan slaap breekt je soms op en dan geef je elkaar een snauw. Maar we konden wel tegen een stootje.

Na de geboorte van Job werd alles anders. Ik sliep slecht, had flashbacks over de bevalling. Dat machteloze gevoel van toen, dat ik aan de grond genageld stond, niets had gedaan met het instinctieve gevoel dat de gynaecoloog de vliezen niet moest breken. Ik voelde me schuldig om alles wat ik níet gedaan had. Wat ben ik voor waardeloze vent dat ik er niet voor mijn vrouw was geweest? Het voelde alsof ik non-stop mijn adem inhield, de spanning sluimerde in mijn lijf. Ik was moe, zo verschrikkelijk moe.
 

De impact wordt onderschat

De weken werden maanden en de maanden werden een jaar. Op een gegeven moment raak je gewend aan dat ellendige gevoel, ook al weet je dat het niet normaal is. Ik had last van hyperventilatie, werd om het kleinste wissewasje boos. Ik zag het ook bij Marijn – we waren elkaar ergens onderweg kwijtgeraakt.

Aan een paar goede vrienden probeerde ik mijn verhaal te vertellen. Ze luisterden wel, maar veel meer dan een troostende klap op de schouder kreeg ik niet. ‘Jullie hebben gelukkig een gezond kind’, zeiden ze dan, en daarmee was de kous af. Dat een bevalling zwaar is voor een vrouw, snapt iedereen, maar ze onderschatten de impact die het op een man kan hebben. Natuurlijk is de stress en de pijn voor de vrouw erger, maar door dat telkens te benadrukken krijg je als man het gevoel dat jij er niet toe doet. Het gevolg was dat ik mijn mond hield, dat doen denk ik veel mannen. Maar het is net als met een strandbal die je onder water probeert te duwen: vroeger of later schiet-ie toch de lucht in.
 

Meer Kek Mama?
Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief >

De knop om

We waren anderhalf jaar verder toen we op een avond in bed lagen. Marijn was doodmoe, ze huilde. ‘Zo gaat het echt niet meer, ik ga eraan onderdoor’, zei ze. Op dat moment ging bij mij eindelijk de knop om. De volgende dag heb ik de verloskundige gebeld. Zij bracht ons in contact met een coach die gespecialiseerd is in het verwerken van ingrijpende bevallingen. Daar konden we gelukkig vrij snel terecht.

Die ontmoetingen hielpen Marijn enorm, ze knapte zienderogen op. De erkenning voor haar emoties was precies wat ze nodig had. Ze maakte nieuwe plannen, kreeg weer energie. Ik ging een keer met haar mee – de coach wilde ook mijn versie horen. Het werd een pijnlijk eerlijk gesprek. Marijn zei voor het eerst dat ze het zo kwetsend vond dat ik na de bevalling geen cadeautje had gekocht. Na de geboorte van onze dochter kreeg ze een prachtig horloge, nu helemaal niets.

Voor haar voelde dat alsof ik niet trots op haar was, alsof ze had gefaald. Ik wist precies waarom ik het had nagelaten: ik wilde haar geen tastbare herinnering geven aan die nachtmerrie. Marijn vertelde dat ze het heel erg had gevonden dat ik er na de bevalling niet voor haar was, net toen ze het zo zwaar had. Daar heb ik mijn excuses voor aangeboden. Het was een grote opluchting om na al die tijd weer echt met elkaar te praten.
 

Verschillende reacties

Ik leerde dat er verschillende manieren zijn waarop mensen reageren als er iets heftigs gebeurt: ze vluchten, vechten of doen helemaal niets. Flight, fight, freeze. Dat ik bevroor, is geen bewuste keuze, het gebeurde gewoon. Dat inzicht is heel belangrijk voor me.

Samen met de coach heb ik de bevalling opnieuw beleefd, maar dan zoals ik het in het ideaalplaatje voor me zag. Dat klinkt zweverig en ik kan me voorstellen dat veel mannen er de kriebels van krijgen, maar voor mij werkte het. Heel gek misschien, maar toen ik met mijn ogen dicht de bevalling opnieuw doormaakte, voelde het heel echt. Het verliep rustig en ik mocht Job aanpakken toen hij ter wereld kwam. De tranen liepen me over de wangen.

Ja, ik weet dat het niet de werkelijkheid is, maar door in mijn hoofd de nare herinneringen te vervangen door positieve gevoelens, heb ik als het ware mijn brein opnieuw geprogrammeerd. Ik raak nog steeds geëmotioneerd als ik mijn verhaal vertel, maar vóór die tijd kon ik niet eens de eerste zin afmaken zonder in huilen uit te barsten. De scherpe randjes zijn eraf, ik kan weer rustig ademhalen.

Aan de kinderen merkten we vrijwel meteen dat de spanning tussen ons was verdwenen. Floortje was al maanden tegendraads, dat veranderde van de ene op ander dag. En de kleine Job, die ons al anderhalf jaar ’s nachts uit de slaap hield, sliep ineens door. Marijn denkt voorzichtig aan een derde kind, maar ik vind het wel goed zo. We zijn onderuitgegaan en ternauwernood weer opgekrabbeld. Tel je zegeningen, denk ik dan. Maar ik ken mijn vrouw, die legt zich niet zomaar ergens bij neer. Precies een van de redenen waarom ik haar zo geweldig vind.”
 

Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.

 

Lees ook
Man schrijft brief aan z’n vrouw na de bevalling: ‘Jij leerde mij wat zelfopoffering betekent’ >