‘Ik geef toe: ik ben een regelrechte geldslons’

15.01.2021 09:22
geldslons moeder Roos Beeld: Shutterstock

Rekeningen verdwijnen, boekhouders zuchten, pincodes worden vergeten. Roos Schlikker is verschrikkelijk met geld en wat nog veel erger is: niet van plan te veranderen.

Meisjes van de jaren zeventig en tachtig, hebben jullie een beetje opgelet? Jullie weten het hè, jullie mogen alles worden wat je wil zijn, jullie kunnen je volledig ontplooien, jullie kunnen decennia lang je eigen ikkepikje gaan ontdekken, jullie kunnen roedels koters baren en met een leuke Harry op een idyllisch boerderijtje gaan wonen, of jullie kunnen het laten en een Bewust Ongehuwde Moeder Zonder Harry Op een Boerderijtje (een zogenaamde BOMZHOB) worden, of gewoon een Bewust Koterloze, lieve meisjes van moeder aarde, alles mag, alles kan, je hoeft maar aan één voorwaarde in je leven te voldoen: je moet je eigen broek ophouden.
 

Op papier

De meesten van ons hebben bovenstaande boodschap flink ingepeperd gekregen. Onze jeugd stond in het teken van ontplooiingsmogelijkheden, van seksuele bevrijding, van een slimme meid is op haar toekomst voorbereid maar word vooral wie je zelf wil worden. We konden en mochten alles, zolang we maar ons eigen geld zouden verdienen en niet zuchtend onder het patriarchale juk afhankelijk zouden worden van een nare, dominante man die nadat hij ons een serie kindjes had geschopt ons zou verlaten voor een jonge, geile secretaresse waarna we berooid zouden achterblijven.

Nee, ik heb het altijd goed in mijn oren geknoopt: financiële onafhankelijkheid is fijn. Natuurlijk staat het iedereen vrij om als ultieme daad van feminisme te stoppen met werken, maar dan nog is het slim om in geval van eventuele scheiding de mogelijkheid te hebben cash te verdienen.

Dus maakte ik carrière, dus begon ik mijn eigen bedrijf, dus opende ik een zakelijke rekening, echt op papier heb ik het hartstikke voor elkaar en lijk ik in niets op mijn eigen moeder die haar geld meestal in een prop in een onhandig beursje bewaarde, vlekken in haar nek kreeg van woorden als beleggingshypotheek en renteval en alles wat met geld te maken heeft overliet aan mijn vader.

Ik heb echter één probleem: ik ben een totale geldslons. Het staat ongelofelijk ongeëmancipeerd, ik weet het, maar geld is voor mij hetzelfde als het seksleven van mijn ouders: ik weet dat het bestaat maar ik heb het er liever niet over.
 

De Ha!-methode

In mijn werkleven weet ik dit aardig te verbloemen. Ik heb geleerd enigszins te onderhandelen en wel middels de Ha!-methode. Die is heel simpel: als iemand je een financieel voorstel doet, zeg je alleen maar ietwat honend: “Ha!” Verder niets. 

Vervolgens speel je het spelletje Ik-kan-langer-naar-jou-staren-dan-jij-naar-mij. Ga vooral niet  praten, laat het bij die ene “Ha!” Dikke kans dat jouw opponent bloednerveus van je wordt en al snel zegt: “Oké, dat was de ondergrens, uiteraard kan er wel wat bij.” Werkt als een malle. Ik mag over mijn verdiensten dan ook helemaal niet klagen. 

Denk ik. Vermoed ik. Lijkt mij. Met een aan zekerheid grenzend waarschijnlijkheid. Maar echt duidelijk is het me niet, omdat ik nooit uitreken hoeveel ik precies verdien. Ik weet evenmin exact hoeveel ik afdraag. Bij een vraag over het aantal doorlopende verzekeringen dat ik heb kan ik niets anders doen dan een beetje wazig in de lucht wapperen.

Er zitten twee creditcards in mijn portemonnee die ik nooit gebruik omdat ik bij god niet weet wat de pincode is. En belangrijke rekeningen hebben bij mij de neiging standaard te verkleven met een stapel oude tv-gidsen, Lego Nexo Knights-handleidingen en oproepkaarten van het consultatiebureau. Hebben ze zich daar eenmaal verscholen, dan komen ze nooit meer boven water, waardoor ik voortdurend word overvallen door aanmaningsbrieven die me totaal verbijsteren omdat ik de eerste rekening nooit heb gezien. Of wel ooit heb gezien, maar dat heb verdrongen aangezien ik die middag per se een Lego Nexo Knights-ruimteschip in elkaar diende te fabrieken.
 

Lees ook
‘Mama, misschien moet je nu toch echt eens gaan sparen’ >

 

Smeken om bankcodes

Lange tijd heb ik mij voor mijn geldslonzerij geschaamd, maar ik heb ontdekt dat ik bepaald niet de enige ben. Een aantal jaar geleden begon ik een bedrijfje met een vriendin. Zij is extreem getalenteerd, goedgebekt, zeer professioneel en ervaren. We stampten samen ambitieus de Kamer van Koophandel binnen, we ontwierpen gestroomlijnde visitekaartjes, we lieten professionele foto’s van ons maken en we openden een gezamenlijke zakelijke bankrekening. Niets stond een groot succes in de weg.

En inderdaad, we harkten prachtige opdrachten binnen waarvoor we ruim betaald werden. Althans, de vermoeden we. Want we vergaten almaar de code van ons internetbankieren, waardoor we niet bij de cijfers en ons geld konden. Allebei hebben we diverse keren op het postkantoor gestaan, een aangetekende brief in de hand waarin we smeekten om nieuwe bankcodes, telkens met het schaamrood op de kaken.
 

‘Komt het ooit nog goed met ons?’

Inmiddels is ons bedrijfje ter ziele. Ik werd columnist, zij kreeg een heel goede baan, het gaat ons beiden voor de wind. Maar vorige week mailde ze me nog met heel veel gêne een aanmaning van de host van onze website. Waarvan we ons allebei al lang niet meer realiseerden dat die nog in de lucht was. Laat staan dat ie betaald moet worden. “Komt het ooit nog goed met ons?” verzuchtte ze. Ik ben bang van niet.

De kans dat iemand die slordig is met pecunia zich ooit ontpopt tot centen-adept lijkt me minimaal. Het is net als achteruit inparkeren. Ik vind het ongelofelijk mutsig van mezelf dat ik altijd degene ben die haar auto diagonaal in een parkeerplek prakt, maar ik krijg hem er niet recht in. En ik heb inmiddels geaccepteerd dat dat nu eenmaal zo is. Schlikker en ruimtelijk inzicht zijn woorden die niet bij elkaar horen. Maar Schlikker en geldinzicht wel. Mijn vader is boekhouder, nota bene. Hoe bestaat het dan dat ik glaziger dan een kogelvis in het luchtledige staar als het woord btw-aanslag valt?

 

De ballen

Ben ik dan echt zo stom? Welnee, dat ben ik niet. Ik ben eerlijk gezegd gewoon lui. Ik heb een zeldzame hekel aan opruimen en als iets helpt bij geldbewustzijn is het wel enige vorm van opruimerigheid. De cijfertjes netjes onder elkaar, de rekeningen gezamenlijk in een bakje, de pincodes op een rijtje in het hoofd.

Dat hoofd van mij zit doorgaans vol met andere dingen. Met plannetjes voor een leuk etentje in dat fijne restaurant dit weekend bijvoorbeeld. Met herinneringen aan die zalige vakantie van afgelopen zomer. Met boeken die ik net heb gelezen, tentoonstellingen die ik bezocht, gesprekken over de liefde die ik voerde met mijn vriendinnen. Ieder jaar, doorgaans vlak voordat ik mijn administratie bij mijn accountant dien in te leveren en ik niets maar dan ook niets kan vinden, neem ik me voor het anders te doen. 
 
Telkens mislukt het weer. Er zit niets anders op dan dit te accepteren. Ik ben een scheefparkerende dromerige geldramp. Maar ik ben ook iets anders, namelijk en ongelofelijke mazzelaar. Ik heb fijn werk en ben financieel blijkbaar zorgeloos genoeg om me te kunnen permitteren een beetje wazig over financiën te doen. De feministes uit de jaren  zeventig denken er wellicht anders over en vinden mogelijk dat ik op een administratiebijspijkercursus moet, maar ik kan zeggen: de ballen, ik ga mijn tijd leuker besteden. Ik kan het me veroorloven een geldslons te zijn. En dat maakt me schathemeltjerijk. 

Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.
 

 

Meer verhalen over geld en gezin? Volg ons op Facebook.