
Bas: ‘Papa, volgens mij zie ik daar een blote piemel…’
Het zal je gebeuren: heb je net al je spullen uitgepakt op het strand, in je eentje met drie kinderen, blijk je op het naaktstrand te zitten.
Een leugentje om bestwil? Kinderen zijn er meester in. Soms onschuldig (“Nee hoor, ik heb mijn koekje niet opgegeten”), soms zó briljant dat het je als ouder bijna trots maakt.
Liegen, we doen het allemaal weleens. Maar als kind? Dan kun je er een ware kunstvorm van maken. Je zegt iets kleins – onschuldig, lollig – en voor je het weet ben je verwikkeld in een soort soap met dramatische wendingen, familievergaderingen en in één geval zelfs een nep-allergie die drie jaar standhield…
Op Reddit deelden volwassenen de ‘onschuldige’ leugens die ze ooit als kind vertelden. Je weet wel, van die verzinsels die bedoeld waren als grapje, uitvlucht of een beetje aandacht, maar die totaal uit de hand liepen.
Zo vertelde een oudere broer zijn broertje dat dassen niet echt bestonden. Gewoon verzonnen beesten, zoals draken of eenhoorns. Totdat dat broertje onderweg naar school een dode das op straat zag liggen en gillend in paniek raakte. Ouders erbij, school in rep en roer. En alsof dat nog niet erg genoeg was, biechtte hij op dat hij dacht dat er een wortel in zijn hersenen zat – iets wat grote broer ooit ‘had gedaan’ tijdens een magische goocheltruc met een wortel en zijn mouw. Jarenlang had dat jongetje echt geloofd dat hij dom was door die wortel in zijn hersenen, en dat hij daarom niet goed was in spellen.
Of neem het meisje dat zó graag een bril wilde dat ze tegen haar ouders loog dat ze slecht zag. De oogarts trapte er niet in, maar haar ouders wel. Ze kreeg haar bril. En nu, tien jaar later, ziet ze daadwerkelijk niks meer zonder zware glazen. Waarschijnlijk heeft ze haar ogen verpest door die stomme leugen.
Een ander kind wilde stiekem ‘s nachts het huis uit glippen zonder dat de piepende achterdeur hem zou verraden. Dus smeerde hij WD40 op de scharnieren. Het werkte perfect. Jaren later kwam hij erachter dat zijn ouders nog altijd dachten dat hun irritante schoonvader dat had gedaan – tot grote woede van zijn ouders. Toen hij het opbiechtte, volgde er eerst een ijzige stilte… en daarna de grootste lach die hij ooit van zijn vader had gehoord.
En dan is er het meisje dat zó geloofwaardig deed alsof haar pop tegen haar praatte, dat ze naar een kinderpsycholoog werd gestuurd. Of die jongen die een grapje maakte dat hij allergisch was voor chocola. Z’n vriendin geloofde hem – en bleef het geloven. Drie jaar lang durfde hij niks te zeggen. Hij at in het geheim chocola zodra hij haar huis uit liep. Uiteindelijk biechtte hij alles op, met tranen in z’n ogen. Ze zijn inmiddels achttien jaar getrouwd en verwachten hun derde kind.
Of dit verhaal… “Nadat we in de middelbare school een module over kleurenblindheid hadden afgerond, vertelde ik mijn klasgenoten dat ik kleurenblind was aan één oog. Ze lieten me mijn ‘goede’ oog dichtdoen en de kleur raden… het was dom, maar leek totaal ongevaarlijk. Helaas waren ze er zo gefascineerd door, dat het ook bij de leraren terecht kwam. Zij vertelden mijn ouders dat ik blijkbaar zicht aan één oog aan het verliezen was, en het liep uit de hand dat ik de situatie bleef veinzen totdat ik het moest vertellen aan een neuroloog die op het punt stond een MRI-scan (die niet door onze verzekering werd vergoed) te maken.”
Nog eentje dan, omdat deze zó herkenbaar is: een meisje zei ooit tegen haar buurmeisje dat haar familie een aap als huisdier had. Waarom? Geen idee. Gewoon, omdat het leuk klonk. Maar toen wilde dat buurmeisje natuurlijk meteen langskomen. Het werd een uit-de-hand-gelopen verhaal vol smoesjes, tot haar moeder werd aangesproken door een andere ouder: “Hoe gaat het eigenlijk met de aap?” En ja hoor, daar ging het luchtkasteel.
Deze verhalen zijn niet alleen hilarisch, ze zijn ook zo herkenbaar. Want wie heeft er nou nooit als kind een klein leugentje verteld wat net wat groter werd dan bedoeld? En voor je het weet… is het een familiewaarschuwing bij elk kerstdiner.
Dus de volgende keer dat je kind iets zegt wat nét iets te fantasierijk klinkt – denk dan even aan die wortel in het hoofd. Soms zijn kinderen gewoon creatief. Iets té creatief, misschien. Neem je kinderen vooral niet te serieus en zorg ook dat ze zichzelf niet al te serieus nemen. Anders denkt jouw kind straks ook jarenlang dat hij een wortel in z’n hersenen heeft.
Ouders kunnen er trouwens ook wat van. Deze leugens vertellen ouders hun kinderen vaak.
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!