Roos Schlikker (40) is journalist, columnist en moeder van zoons Miró (7) en Róman (5). Op Kek Mama schrijft ze over haar gezinsleven.
Lees verder onder de advertentie
“Mam, mag ik nou eindelijk mee?” “Eeeeeh nee, schatje, dat kan niet.” “Kun je dan een foto maken?” “Nou eeeeeeh, nee, dat ook niet.” “Alleen van haar hoofd?” “Nee! Echt, sorry, het kan allemaal niet. Ga maar lekker spelen.”
“Ik kon het hem niet laten zien”
Het kon ook niet. Echt. Het zou leiden tot nachtmerries, huilpartijen, pijn die zijn leven lang zijn lijfje niet zou verlaten. Ik kon het hem niet laten zien. Zijn oma. Altijd onberispelijk in prachtige witte jurken, mantel in dezelfde kleur, handtasje en sokjes die matchten, een bandje in het mooi gekapte haar. Die oma. Mijn moeder. Die nu, na een valpartij van de trap, in coma lag. Een bebloed ziekenhuishemd om de schoudertjes, haar kop half kaal, een enorm Frankensteinachtig litteken dat met grote nietjes het verhaal vertelde van een schedellichting.
Lees verder onder de advertentie
Míjn oma
Elke dag kuste ik haar steeds droger wordende lippen. Ik aaide het bosje roodbruin haar dat restte. Ik greep haar hand omdat dat het enige lichaamsdeel was dat ik echt herkende. Ik kneep ’s nachts standaard mijn ogen al veel te hard dicht om de beelden van de zoveelste IC-dag te wissen. Ik kon mijn kinderen die netvliespijn toch niet aandoen? Op een gegeven moment stopte Miró met vragen. Tot hij plotseling, na dagen, tijdens het eten opstond en diep vanuit zijn buik begon te huilen.
Lees verder onder de advertentie
“Het is míjn oma. Ik wil haar zien. Ik moet míjn oma zien!”.
Toen wist ik het. Dit deed ik verkeerd. Mijn moederkloekige beschermingsdrang joeg hem weg van wat hij het meeste nodig had. Zijn oma.
“Ik durfde amper te ademen”
Toen ik hem eindelijk binnenliet in dat kamertje waar het rook naar schoonmaakmiddel en ethanol durfde ik amper te ademen. Ach gevoelig jongetje van me, wat had ik hem dit willen besparen. Miró kneep in mijn hand terwijl zijn broertje die problemen sowieso makkelijk van zich af laat glijden, vrolijk de geluidjes van de monitor stond na te doen. Ik legde alles uit. Dat was de beademing. Dat de buis van de morfine.
Lees verder onder de advertentie
Nee, oma hoort ons waarschijnlijk niet. Maar je mag wel tegen haar praten. Wil je haar hand voelen? Miró schudde zijn hoofd. “Ik wil bij haar.” Toen wist ik: het is tijd de beschermingswallen weg te halen. Ik liet het valrek van het ziekenhuisbed naar beneden zakken en schoof het kleine lijf van mama een stukje op. Hij nestelde zich naast haar. Zíjn oma. En bleef dat doen. Elke dag. Tot ze stierf.
Boys moms weten: zoons kunnen heftig zijn. Zo ook het zoontje van Frida, toen ze op vakantie was in Kroatië met haar gezin. Hij legde eigenhandig het hele zwembad plat. Per ongeluk.
Elke ouder weet: er komt een moment en dan pikt je kind iets op wat ie absoluut niet had mogen horen. Zo liet de vijfjarige Hugo op een subtiele, maar duidelijke manier weten hoe zijn vader over bepaalde collega’s denkt.
Met twee gezinnen op vakantie, hoe meer zielen, hoe meer vreugd, dachten Anna en haar man. Dat viel tegen, bleek toen ze eenmaal in Frankrijk gearriveerd waren.
Wanneer je de eerste bent in je vriendengroep die moeder wordt, vergt dat wat aanpassingsvermogen van de rest. Een vaardigheid die niet iedereen even goed onder de knie heeft. Dat bleek wel, toen een vriendin van Noëlle met dit kraamcadeau op de proppen kwam.
Toen Rosie een baby was, vond ik uiteten gaan best een uitdaging. Nu ze twee is, valt het nog niet altijd mee. En dat heeft niet alleen met het kind te maken.
We bereiden ons maandenlang voor op dé grote dag: de bevalling. Bevalplan? Check. Pufcursus? Check. Maar van presentatrice Shelly Sterk mogen we ons best vaker focussen op de periode ná de geboorte, het herstel: “Je lichaam is de volgende dag echt niet klaar voor een wandeling van tien kilometer achter de kinderwagen.”