De juf: ‘Op schoolkamp is ineens een van de kinderen kwijt’

28.04.2021 07:02
de juf schoolkamp kind kwijt

Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: juf Simone (45) is op kamp met twee groepen acht.

Een kampeerboerderij op de Veluwe. We zijn op kamp met twee groepen acht, waarvan eentje van mij. Acht collega’s assisteren. Het einde is in zicht. We hebben net de bonte avond achter de kiezen. Na afloop blijft het nog lang onrustig op de kinderslaapzalen. Onder leiding van Boet (11), die om de haverklap het lied Leef! van André Hazes inzet, waarmee hij veel succes had bij de voorstelling. Hij is klaarwakker van de opwinding.

Nachtmerrie

Rond twaalf uur dreigen we met strafwerk. Dat helpt. Voor wij, de leraren, naar onze stapelbedden gaan, doen we een laatste controleronde. Met zaklampen schijnen we de kamers in. Iedereen ligt braaf te slapen, behalve Boet. Zijn bed is leeg. Ik ga naar de jongenswc’s. Geen Boet.

Met mijn collega’s kammen we een uur het gebouw uit, elke kamer, elke gang, elke wc. Tevergeefs. Boet zal toch niet in zijn eentje het bos in zijn gegaan? De haren in mijn nek staan recht overeind. De grootste nachtmerrie van een docent is dat er iets gebeurt met een leerling onder zijn of haar verantwoordelijkheid.

Er komt een moment dat we besluiten de politie te bellen. Tien minuten later arriveren er twee agenten. Ze vertellen ons dat er helikopters klaarstaan voor het geval Boet niet gevonden wordt. Ik word er niet rustiger op. Nu halen we alle leerlingen uit bed. We doen de lichten aan in de slaapkamers en dirigeren de kinderen naar de eetzaal. Ik vraag: “Heeft iemand van jullie Boet gezien?” Kyra en Tess beginnen te huilen. “Is hij kwijt, juf?”

Lees ook
‘Ik keek twee seconden niet, en ineens was ik mijn kind kwijt’ >

Verstopt

Opeens roept Goof: “Juf, daar is Boet!” Bij de deur staan Boet en zijn vriendje Wierd. Slaapdronken, met verwarde haren. Kyra rent snikkend op hen af. Boet kijkt verbaasd. “Waarom huil je?” Kyra vraagt: “Waar was je?” “Bij Wierd”, zegt Boet. “Ik was overgelopen.”

Terwijl mijn collega’s voor de tweede keer alle kinderen naar bed sturen, doet Boet zijn verhaal. “Ik kon niet slapen, juf, daarom ben ik naar Wierd gegaan. Toen hoorde ik dat jullie langs de kamers kwamen en ging ik me verstoppen onder Wierds dekbed, want ik was bang dat ik strafregels moest schrijven. We vonden het wel raar dat jullie telkens terugkwamen. Maar toen zijn we gaan slapen. En toen werden we wakker omdat opeens het licht aanging. De leraren liepen meteen door naar de volgende kamer, dus ze zagen me weer niet. Toen kwamen Wierd en ik uit bed en liepen we naar de eetzaal. En toen zagen we allemaal kinderen huilen.”

Hij begint nu zelf ook te huilen. Ik krijg een brok in mijn keel en knuffel hem. Door zijn tranen heen zegt hij: “Juf, jullie hadden me kunnen vinden, want mijn arm stak onder het dekbed uit. Maar het dekbed was rood en mijn pyjama ook, daarom zagen jullie het niet. Denk ik.” “Dat denk ik ook”, zeg ik. De rest van de nacht doet geen docent een oog dicht. We hebben even gevoeld hoe zwaar de zorg voor al die kostbare kinderlevens is. Maar het maakt niet uit. Boet is terug. Daar weegt geen slaap tegenop.
Dit artikel staat in Kek Mama 11-2020.

 

Met een abonnement op Kek Mama geniet je van mooie voordelen:

*Goedkoper dan in de winkel

*Lees elke maand als eerst Kek Mama

*Gratis verzonden

Abonneer je nu en betaal slechts €4,19 per editie.