Kek Mama columnist en vader Jan Heemskerk spaart ons niet, en zichzelf nog minder. Hij legt het ons nog één keer uit. Deze maand: schuldgevoel.
Zielig.
Mevrouw Heemskerk vindt veel dingen zielig. Vooral voor Willem, ons kind. Die heeft ze bijvoorbeeld iets beloofd (“We gaan vanmiddag lekker zwemmen!”), maar daar komt dan per ongeluk niks van. Bijvoorbeeld omdat we eerst met hem moesten voetballen, daarna tosti’s gingen eten in de kantine, en hij nog wilde dronevliegen of minecraften met Willem van de buren. En óók Enzo Knol kijken op de iPad, gitaar oefenen, huiswerk maken en trampolinespringen. Waardoor het zwemmen dus onmogelijk kon doorgaan, vanwege gebrek aan dag. Het kind, want het is tenslotte een kind, doet dan verdrietig en trekt een prutlip: “Je had het bloooofd!” En dan voelt ze zich dus schuldig.
Lees verder onder de advertentie
Het schuldgevoel van mevrouw H. blijft overigens niet beperkt tot het kind. Ze voelt zich al schuldig over de kat als-ie twee dagen alleen moet thuisblijven en dan ‘zo eenzaam’ is (met genoeg brokken, paté, water en kattenmelk voor een kattenweeshuis). Ze voelt zich schuldig jegens haar werk als ze te laat vertrekt van huis, omdat ze eerst nog moet opruimen, want anders voelt ze zich schuldig omdat haar ouders moeten oppassen in een rommelig huis. Ze voelt zich schuldig omdat ze haar vriendinnen verwaarloost. Ze voelt zich schuldig omdat ze te moe of te lui is om te sporten, wel te veel koekjes en chips eet en de krant nog had moeten lezen, maar te moe. Ze voelt zich eigenlijk over bijna alles schuldig behalve, bedenk ik me nu, de eventuele verwaarlozing van haar echtgenoot, ikzelf.
Vrouwen hebben dat, schuldgevoel. Wij mannen vinden dat mal. Omdat wij ons zelden tot nooit schuldig voelen. En voor je nu kwaad wordt en zegt dat we harteloze wezens zijn, daar is een reden voor: wij voelen ons nooit schuldig over iets omdat we a) dan wel een andere keuze hadden gemaakt, of b) niets aan de situatie kunnen veranderen, de beste keuze al hebben gemaakt, waardoor het dus geen zin heeft ons daar verder druk over te maken of ongelukkig over te voelen. Het klinkt rationeel en dat is het ook. Maar soms mag je je best afvragen of je gevoel iets toevoegt of niet. Voel je je dus weer een keer schuldig, doe dan als een man: vraag je eerst af of je geen andere keuze hebt (van de koekjes afblijven, thuisblijven voor je kind, een werkster nemen of je dikke bips naar Bootcamp slepen). Zo ja, handel daar dan naar, en zo nee, leg je bij de situatie neer. Je dán nog schuldig voelen is verspilde energie, en als ik het zeggen mag, borderline aanstellerig.
Jan Heemskerk (52) is radiopresentator en tv-maker, theaterkneus en boekenschrijver, maar eerst en vooral vader van drie prachtzoons bij twee vrouwen. Je mag hem natuurlijk altijd mailen: jan@kekmama.nl
Boys moms weten: zoons kunnen heftig zijn. Zo ook het zoontje van Frida, toen ze op vakantie was in Kroatië met haar gezin. Hij legde eigenhandig het hele zwembad plat. Per ongeluk.
Elke ouder weet: er komt een moment en dan pikt je kind iets op wat ie absoluut niet had mogen horen. Zo liet de vijfjarige Hugo op een subtiele, maar duidelijke manier weten hoe zijn vader over bepaalde collega’s denkt.
Met twee gezinnen op vakantie, hoe meer zielen, hoe meer vreugd, dachten Anna en haar man. Dat viel tegen, bleek toen ze eenmaal in Frankrijk gearriveerd waren.
Wanneer je de eerste bent in je vriendengroep die moeder wordt, vergt dat wat aanpassingsvermogen van de rest. Een vaardigheid die niet iedereen even goed onder de knie heeft. Dat bleek wel, toen een vriendin van Noëlle met dit kraamcadeau op de proppen kwam.
Toen Rosie een baby was, vond ik uiteten gaan best een uitdaging. Nu ze twee is, valt het nog niet altijd mee. En dat heeft niet alleen met het kind te maken.
We bereiden ons maandenlang voor op dé grote dag: de bevalling. Bevalplan? Check. Pufcursus? Check. Maar van presentatrice Shelly Sterk mogen we ons best vaker focussen op de periode ná de geboorte, het herstel: “Je lichaam is de volgende dag echt niet klaar voor een wandeling van tien kilometer achter de kinderwagen.”