Irene Schouten openhartig over gezondheid zoontje: ‘Steeds meer zichtbaar’
Het moederschap brengt voor Irene Schouten niet alleen geluk, maar ook zorgen met zich mee.
                
                Beeld: Canva
            
            
                            Stel je dit even voor: je zit net in je kraambed, baby’tje aan je borst en iemand rolt een apparaat van bijna 18 kilo je kamer in om melk af te kolven. Geen hippe draagbare kolf die je meeneemt in je tas, geen stil geluid. Nee, in de jaren ’40 ging dat nét een beetje anders.
Tegenwoordig zou zo’n borstkolf afschrikken, maar de Egnell-borstkolf was dé gamechanger die ons gebracht heeft waar we nu zijn.
Rond 1940 waren borstkolven vooral gemaakt met het idee: hoe sneller, hoe beter. Susan Howard, internationaal gecertificeerde lactatiekundige, verpleegkundige en oprichter van Arlington Lactation & Feeding Therapy deelt dan ook de onderstaande Instagramvideo waarin ze een een van de eerste borstkolven uitpakt.
Ze zegt hierover op Instagram: “Ragnar Egnell, een Zweedse ingenieur, dacht heel anders over de borstkolf. Hij ontwikkelde zijn kolf in samenwerking met verpleegkundigen en moeders om een apparaat te creëren dat het natuurlijke zuigritme van een baby beter nabootste. Zijn ontwerp was baanbrekend omdat het werkte met intermitterende druk, waardoor het afkolven meer leek op hoe een baby daadwerkelijk drinkt, iets wat eerdere kolven niet goed konden doen. Revolutionair!”
Tekst gaat verder onder de Instagrampost
Niet voor niets kreeg de borstkolf de bijnaam: de Cadillac onder de borstkolven. Chique, maar – eerlijk is eerlijk – het was wel wat onpraktisch door het gewicht. Toch bracht dit ziekenhuisapparaat iets veel belangrijkers: inzicht in hoe de afgifte van moedermelk écht werkt.
En laten we wel wezen: zonder die logge 18 kilo hadden we nu misschien niet het gemak van de draagbare, stille kolven die tegenwoordig in onze handtas passen.
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!