Achter de schermen bij spermabank: ‘Doneren is een tough job’
Of we in het Amsterdamse lab van European Sperm Bank wilden kijken? Daar hoeft Kek Mama’s Kimberley niet over na te denken: op deze plek worden dromen werkelijk, zo leert ze.
Van te voren had ik me er van alles bij voorgesteld. Van een donkere plek op een afgelegen industrieterrein tot een super high tech laboratorium met inloopkasten vol reageerbuisjes. Aan fantasie geen gebrek zullen we maar zeggen, maar European Sperm Bank (ESB) zit gewoon ‘verstopt’ in een van de drukste winkelstraten van Amsterdam. Ik ben er in mijn leven al tig keer voorbij gelopen. Met een tas, of twee, drie, in de hand, en geen seconde nagedacht wat zich daar op de tweede verdieping afspeelt en hoeveel impact ESB heeft op mensenlevens. De locatie, op-en-top bereikbaar, is een must, zo leer ik later die middag van Julie. De drempel om te doneren is namelijk al hoog genoeg.
Willie Wonka
Julie Paulli Budtz, zoals ze voluit heet, is Hoofd Communicatie van ESB, en speciaal overgekomen uit Kopenhagen (waar de hoofdvestiging zit) om mij een rondleiding te geven als de Willie Wonka van de spermabank. Ze moet lachen om mijn verbazing. “Tja, de meeste mensen hebben toch een bepaald beeld van de spermabank, beetje schimmige kelder-vibes krijgen ze erbij.” Dat daar niets van klopt, blijkt wel als ik om me heen kijk. Het lab is fris en licht, door de grote ramen valt meer zonlicht dan in mijn eengezinswoning.
In mijn ooghoek zie ik een eerste donor inchecken bij de balie. Hij wisselt een paar woorden met de labassistent, maar in principe hoeft hij niets te zeggen om te laten weten dat hij er is. Door het scannen van de vingerafdruk weet ze direct wie ze voor zich heeft. “Privacy is het allerbelangrijkst. Zonder privacy zouden wij niet kunnen bestaan”, legt Julie uit. Uit de printer rolt een gepersonaliseerde sticker die de labassistent behendig op een potje plakt. De donor verdwijnt met potje richting een van de vier discrete kamers. Hij heeft de tweede gekozen, zie ik aan het tweede rode lampje aan de muur dat aanspringt. Een beetje zoals in het vliegtuig. Occupied voor zeker een kwartier.
“Er is geen bepaald type man dat hier komt,” zo vertelt Julie. “Donoren komen echt in alle soorten en maten en uit alle lagen van de bevolking. Gelukkig maar, want zo is er voor ieder wat wils.” Een donor moet wel tussen de 18 en 45 jaar oud zijn, gemiddeld is hij 27. “We hebben momenteel 500 actieve donoren in de leeftijd van 18 tot 45 jaar in Denemarken, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.”
Lees ook – Patrick werd donor voor twee goede vriendinnen: ‘Ze vlogen me in als Herman de Superstier’ >
Blauwe of bruine ogen?
Wensouders (20 procent is BAM-moeder, 40 procent heterostel en 40 procent stel van hetzelfde geslacht)vinden hun donor op de website van ESB waar ze verschillende profielen kunnen doorlezen. En dat is nét even wat uitgebreider dan die op Tinder. Zo verzamelt ESB allerlei informatie over de donor, bijvoorbeeld over erfelijke aandoeningen. Mensen die op zoek zijn naar een donor kunnen gebruik maken van verschillende filters. Blauwe ogen of toch liever bruin? Geeft de mooie stem in het audiobericht de doorslag? Of de handgeschreven brief? Is het opleidingsniveau belangrijk of humor in de antwoorden die hij geeft? Als je een foto uploadt van je partner, dan berekent een speciale tool zelfs welke donor het meest lijkt op je wederhelft. “Wat uiteindelijk de doorslag geeft, is voor iedereen verschillend,” zegt Julie. Hoeveel details je wil weten is ook heel persoonlijk. “De één voelt meteen: dit is ‘m en koopt diezelfde dag nog rietjes (daarvoor later in het stuk meer, red.), de ander doet er maanden over om een keuze te maken.”
Waarom?
Waarom besluiten mannen donor te worden? Julie: “Er zijn heel veel redenen, maar het gros wil gewoon graag helpen. Vaak zien ze in hun eigen omgeving vruchtbaarheidsproblemen en wat een onvervulde kinderwens met vrienden of familie doet. Ik ken ook mannen die geen interesse hebben in het stichten van een eigen gezin, maar het zonde vinden om dan niet iemand anders te kunnen helpen met die droom.” Snel geld willen verdienen is een vooroordeel, mannen krijgen veertig euro per donatie. Niet iets om rijk van te worden dus. Bovendien is het een behoorlijke commitment die je als donor aangaat. Het duurt zeker drie maanden voordat je als donor goedgekeurd wordt.
“Snel geld willen verdienen is een vooroordeel, mannen krijgen veertig euro per donatie”
Snelle zwemmers
Willen helpen is namelijk één, kunnen helpen een tweede. Slechts 5 procent van de mannen die zich aanmeldt komt door de ballotage. Julie: “Wat dat betreft is het een tough job, alleen de echte helden halen de eindstreep.” Dat heeft onder meer te maken met de kwaliteit van het sperma: alleen de Pieters van den Hoogenbanden onder de zwemmers komen door de tests. “Alleen de beste kwaliteit is goed genoeg voor ons, omdat we willen dat de kans op een zwangerschap zo groot mogelijk is.” Kom je niet door de test, betekent dat dus niet per se dat je zelf geen of moeilijk kinderen zou kunnen krijgen. Naast snelle zwemmers moet een beetje donor ook in het bezit zijn van een goede gezondheid, geen infecties onder de leden hebben of (ernstige) erfelijke aandoeningen in de familie. Eenmaal goedgekeurd moet de donor het eerste jaar vaak langskomen en hij mag maximaal twaalf gezinnen helpen in Nederland.
“Alleen de Pieters van den Hoogenbanden onder de zwemmers komen door de tests”
Rood lampje
Het rode lampje schiet uit, dus de kust is veilig om een kijkje te nemen in de kamers. Ook hier had ik me van alles bij voorgesteld, maar eigenlijk zijn het doodgewone ruimtes. Stalamp voor de sfeer, kleurtje op de muur. In iedere kamer staat weer een ander model stoel, maar allemaal zouden ze aan een eettafel niet misstaan. “Bijna iedere donor heeft wel een voorkeur wat hij het fijnst vindt en kiest daardoor steeds voor dezelfde kamer.” Op iedere kamer hangt wel eenzelfde beeldscherm met daarop keuze uit verschillende soorten porno. Plakkerige boekjes zijn anno 2024 echt passé en wie met de tijd mee wil, pakt de virtual reality-bril erbij. “Uit onderzoek blijkt dat dit de hoeveelheid en de kwaliteit van het sperma ten goede komt. Waarschijnlijk omdat de beleving echter is.”
In het lab
Is de donor klaar, brengt hij het potje gevuld en wel weer terug bij de balie, voordat hij weer opgaat in de Amsterdamse menigte. Vanaf die balie beginnen de eerste meters van de reis, namelijk naar het lab dat zich daarachter bevindt. Mijn blik valt op een apparaat dat ook best een keukenapparaat had kunnen zijn. Ik leer dat deze trilplaat een centrifugefunctie heeft waardoor eiwitten en afvalstoffen als het ware worden losgeklopt van het sperma. Zo blijven er alleen kwalitatieve cellen over. De hoeveelheid en de beweeglijkheid wordt in het lab nog eens gecheckt onder de microscoop: op een computerbeeldscherm zie ik honderden dan wel niet duizenden zwemmers. “Magisch om naar te kijken,” vindt Julie nog altijd.
Het sperma wordt vervolgens in speciale rietjes bewaard. “De ene keer halen we twee rietjes uit een zaadlozing, de andere keer acht. Dat is ook afhankelijk van de donor.” De rietjes worden in stikstofdamp ingevroren – minstens op -195 graden – en bewaard in een tanks die naar fertiliteitsklinieken door heel Europa worden getransporteerd. Eenmaal ingevroren wordt zo’n rietje tot tien jaar lang gebruikt. De mannen die vandaag gedoneerd hebben, zouden in theorie pas jaren later een kind kunnen verwekken. “Daarom moet je als donor wel echt zeker van je zaak zijn. Als jij spijt krijgt en je bedenkt, maar je rietjes zijn al verkocht aan iemand in een fertiliteitstraject… dan kunnen we die niet meer terughalen.” ESB besteedt hier daarom veel aandacht aan voordat mannen donor worden. Het is belangrijk dat potentiële donors goed begrijpen wat de lange termijn gevolgen (kunnen) zijn van het doneren.
“Als jij spijt krijgt en je bedenkt, maar je rietjes zijn al verkocht aan iemand in een fertiliteitstraject… dan kunnen we die niet meer terughalen”
Open gesprek
“Daarom is het ook zo belangrijk,” benadrukt Julie, “dat als je donor bent je dit wel aan een toekomstige partner vertelt. Een donor is onbekend, maar niet anoniem. Vanaf zestien jaar hebben kinderen het recht om hun donors ID op te vragen. Dit document geeft informatie over de donor en zo kan het kind als hij of zij dat wil contact met de donor opnemen. ESB kan hier wanneer gewenst bij helpen en namens het kind contact opnemen. “Al forceren wij natuurlijk nooit contact. We proberen ervoor te zorgen dat er een situatie ontstaat waarin beiden comfortabel zijn. Een donor vervult iemands kinderwens, maar is geen vader.”
Het zijn vooral de vaders met vruchtbaarheidsproblemen die het lastig vinden het gesprek aan te gaan “Zij vinden het soms beter om niet aan hun kind te vertellen dat er gebruik is gemaakt van een donor. Terwijl dit juist zo belangrijk is. We weten uit onderzoek dat het het best is voor een kind om vanaf het begin te weten waar hij of zij vandaan komt. Soms kan een kind bijvoorbeeld heel goed voetballen, maar zijn zijn ouders allesbehalve atletisch. Dan wil je toch weten waar dat talent vandaan komt. Een donor wordt soms ten onrechte als een bedreiging gezien. Hij zal nooit onderdeel van de familie zijn.”
Misvattingen
Lastig vindt Julie dat er nog zoveel misvattingen bestaan over de industrie. “Op het nieuws horen mensen de verhalen van vroeger, toen de regelgeving nog niet zo nauw kwam. Of over artsen die hun eigen zaad gebruiken. Verhalen waar ESB helemaal niets mee te maken heeft, maar waar de hele industrie volgens Julie in mee wordt gesleurd. Daardoor blijft het taboe nog altijd groot. Dit kan ook bijdragen aan de reden waarom donoren vaak niet openlijk praten over het feit dat zij donor zijn, terwijl het zo mooi zou zijn als niet gêne maar trotsheid heerst. Deze mannen verdienen namelijk zoveel respect dat zij de grootste wens van iemand willen laten uitkomen. Als iemand helpt door bloed te doneren zijn we daar ook trots op, het doneren van sperma zou net zo normaal moeten zijn.”
“Het zou zo mooi zijn als niet de gêne maar trotsheid heerst”
Ze vervolgt: “De verhalen over vroeger zorgen voor sommige mensen ook nog steeds voor een taboe op het zijn van een donorkind. Terwijl, deze kinderen zijn niet anders dan andere kinderen. Het mooie is juist dat je als donorkind zeker weet dat je ongelooflijk gewenst bent dat er een heel traject is gestart om jou te kunnen krijgen. In de afgelopen 20 jaar hebben we met onze spermabank 55.000 schitterende baby’s op de wereld helpen zetten.” De geboortekaartjes die Julie ontvangt, blijven bijzonder.
Droom
Neem bijvoorbeeld Jake en Karin die via ESB bijna vier maanden geleden moeders werden van de kleine Bento. Karin vertelt: “We praten nu al tegen Bento over zijn donor. Het is geen geheim dat er bij twee vrouwen een donor aan te pas komt, bij een heterostel ligt het soms ingewikkelder; komt er bijvoorbeeld schaamte bij kijken als de vader vruchtbaarheidsproblemen heeft. Wij hebben in die zin ook de keuze niet om het niet te vertellen; het is gewoon zoals het is. Jake vult aan: “We zijn vooral ook heel trots op onze donor. Het is iets moois om te delen; dat er iemand zo behulpzaam en gul is geweest om onze droom waar te maken.”
In de extra dikke special van Kek Mama lees je de mooiste verhalen, meest herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts €29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.