Patrick werd donorvader voor twee goede vriendinnen: ‘Ze vlogen me in als Herman de superstier’

13.07.2023 19:00

Patrick (52) is schrijver van romans en freelance tv-redacteur. Hij woonde over de hele wereld en heeft vijf kinderen. Voor zijn column op Kek Mama put hij uit een oneindige bron van even herkenbare als opmerkelijke verhalen over het vaderschap.

Als ik vertel dat ik vijf kinderen heb bij vijf moeders staan mensen vaak te flapperen met hun oren. Maar als ik vertel dat een van die vijf mooierds een donorzoontje is die twee moeders heeft, laten ze die eerste verbazing los en willen ze alles over weten over mijn donorvaderschap… Ziet hij jou dan ook als vader? Zie je hem vaak? Voelt dat niet gek, je kind weggeven? Had je seks met de biologische moeder? Dat soort vragen.

Lastige situaties

Mijn prachtige donorzoon (van nu 8) weet sinds kort dat ik zijn biologische vader ben. Dat was een keuze van zijn moeders. Ze zouden het vertellen als hij vragen begon te stellen. Maar die stelde hij nooit. Voor hem was het doodnormaal dat hij twee moeders had. In zijn omgeving waren sowieso meer kinderen die twee moeders hadden, dus vragen stellen, waarom? Zelf had ik wel voor openheid gekozen bij mijn toen 6- en 5-jarigen thuis. Die waren meteen enthousiast over ‘hun’ nieuwe broertje. Dat leverde soms lastige situaties op omdat vooral een van zijn twee moeders vaak bij ons over de vloer komt. Dus toen de biologische mama eens bij ons op Rikki en Jazz paste en er een nette collectante aan de deur kwam deed de kleine Rikki open.
‘Hallo jongedame,’ zei de collectante, ‘Is je moeder thuis?’
‘Ehhh nee,’ antwoordde Rikki, ‘maar wel mijn ehh… extramama. Jahaa, mijn vader heeft namelijk een zaadje gegeven…’ Een gênant momentje voor zowel onze oppas als de collectante. En toen we ooit met zijn allen in een sushi-restaurantje zaten kon ik nog net voorkomen dat Jazz alles ging verklappen. 
‘Zo,’ zei mijn zoon terwijl hij opstond en richting zijn donorbroertje liep, ‘En nú ga ik aan hem vragen of hij wil dat jij zijn papa wo-…’ 

Lees ook – Patrick wil aan de drugs samen met zijn kinderen

Knap, intelligent en goedgebouwd

‘Vind je het moeilijk dat je hem niet iedere dag ziet?’ vragen mensen vaak. 
‘Nee,’ antwoord ik dan. ‘Dat was vanaf het begin dat de moeders me vroegen de deal. Zij hadden een droom en ik kon hen helpen. Ze zochten een knappe, intelligente, goedgebouwde man… die konden ze niet vinden, dus ja, toen vroegen ze mij maar…’  

Ik genoot volop van het hele donorproces en dat we verbonden zijn. Grappig is dat hij van alle kids het meest op me lijkt. Iedere ontmoeting voelt als een cadeautje. En hoe het ook loopt; wat hij wil zal altijd leidend zijn. Wil hij intensiever contact dan is hij welkom, en wil hij dat niet, ook goed. Niet omdat ik dat niet zou willen. Juist heel graag, want wat houd ik van hem. Het is alleen waanzinnig belangrijk om alles volgens zijn tempo en wensen te doen. Wat ik wil is ondergeschikt.

“Grappig is dat hij van alle kids het meest op me lijkt.”

Regelmatig gaan mijn gedachten terug naar de tijd van het doneren. Ik woonde nog in Zweden en iedere maand was de zwanger te worden moeder aan het ‘tempen’. Dan meet je dagelijks je lichaamstemperatuur. Twee dagen voor de ovulatie verhoogt de temperatuur iets waardoor je weet wanneer de eisprong plaatsvindt. Meteen belden ze mij daarna, boekten een ticket naar Nederland en vlogen me in als Herman de Superstier. Aanvankelijk sliep ik bij de moeders op zolder en doneerde ik, tussen Kolonisten van Katan en de omgedraaide foto van oma, mijn specimen. Na een maand of vijf zonder resultaat werd dat te kostbaar. Dus werd het plan B: de kliniek. 

“Meteen belden ze mij daarna, boekten een ticket naar Nederland en vlogen me in als Herman de Superstier”

Smeerlappie!

De moeders hadden gekozen voor een vruchtbaarheidskliniek langs de A4. Omdat er nog steeds een voorraadje ligt zwaai ik standaard naar mijn ingevroren materiaal als ik passeer. Dan beleef ik weer hoe ik een week lang om 08:15 uur in een seksloos kamertje moest produceren met alleen een smoezelige Ikea-stoel, een tv’tje met wat pornofilms. Hell no dat ik in die stoel ging zitten! Dat produceren viel me zwaar, en mijn jongeheer ook. En dan die laatste keer! De wachtkamer was leeg. Ik deed de deur achter me dicht en nou ja, deed waarvoor ik gekomen was. Toen ik klaar was en de oogst wilde inleveren bij het laboratorium, opende ik de deur en schrok enorm. De wachtkamer zat opeens ramvol studenten! Jaja, stond er in hun ogen, wij weten wat jij daar net hebt gedaan, smeerlappie! Nu lach ik erom.

Het was een van de mooiste processen uit mijn leven. Het moment dat de moeders mij vertelden dat ‘ze’ zwanger waren en de dag dat hij geboren werd, mijn blije andere kids en hem voor het eerst zien. Hoeveel liefde kun je voelen? Ook al hebben hij en zijn moeders hun eigen gezinsleven, uit de grond van mijn hart zeg ik: Ik houd van jullie zoon evenveel als van mijn eigen kinderen! 

PS: Uit privacyoverwegingen heb ik de naam van mijn donorzoon en zijn moeders niet genoemd.