Schokkend: 77% van de moeders heeft te maken met momshaming

02.04.2021 09:30
mombracing enquete uitslag 77% moeders te maken met momshaming Beeld: Getty Images

Krijg je weleens nare opmerkingen van andere moeders? Of van zomaar iemand in de supermarkt? En wanneer voel jij je juist gesteund? Deze en nog veel meer vragen stelden we in de Kek Mama Momshaming enquête.

“Moederschap maakt nu eenmaal onzeker.” En: “Het voelt als een negatieve beoordeling.” In de Kek Mama Mombracing enquête vroegen we hoe het voelt als een ander een nare opmerking maakt over hoe jij het doet als moeder, en dit waren de meest gegeven antwoorden. “Ik ben een leeuw en ik bescherm mijn welpen”, zei ook iemand. Waarom komt een opmerking over moederschap toch zo hard aan, wat krijgen we dan allemaal te horen en ook: hoe kunnen we elkaar steunen? Dit en meer kwam allemaal naar voren in onze enquête.

Maar liefst 77% van de moeders zegt in meer of mindere mate te maken te hebben met nare opmerkingen over haar keuzes in het moederschap (variërend van incidenteel tot wekelijks). Deze opmerkingen komen het vaakst van onbekenden (41%), maar ook ouders en schoonouders (36%), andere moeders op het schoolplein of bij de opvang (23%), collega’s (16%) en vriendinnen (15%) kunnen er wat van. 88% van de moeders zegt zelf nog nooit een nare opmerking te hebben gemaakt richting een andere moeder. Het kan natuurlijk zo zijn dat een opmerking niet per se naar bedoeld is, maar wel zo wordt opgevat. Zijn we te gevoelig? Ja, vindt 46%. Maar, zo zegt de andere 53%: “Dat beschermende naar je kind toe, hoort erbij als moeder.”
 

Momshaming

Hoewel kritiek van alle tijden is, is ‘momshaming’ de laatste jaren flink toegenomen. Onder momshaming verstaan we het openlijk bekritiseren van de keuzes die een moeder maakt voor zichzelf of haar kind. Het gebeurt veel op internet, maar net zo goed in het echte leven (al ziet 60% van de moeders het wel voornamelijk op social media gebeuren). Ook een veelgehoorde term die hiermee samenhangt: de moedermaffia. Dat is, simpel gezegd, een groep moeders met vrij duidelijke ideeën over de perfecte manier van verzorgen en opvoeden, en veel commentaar op eenieder die daar in hun ogen van afwijkt.

In hun boek You’re doing it wrong! Mothering, media and medical expertise doen de Amerikaanse onderzoekers Margaret Quinlan en Bethany Johnson onderzoek naar hoe de samenleving probeert om vrouwen voor te schrijven hoe ze hun moederschap moeten invullen. Moeders de wet voorschrijven gebeurt volgens hen al jaren en jaren en begint soms al bij de conceptie. In vroeger tijden waren er zelfs dokters die hun patiënten vertelden dat als ze eens wat minder werkten, ze minder stress zouden hebben en hopla, vanzelf zwanger zouden worden.
 

Mening van de buitenwereld

Oké, die tijden zijn voorbij, maar ook uit onze enquête blijkt dat de buitenwereld vaak al een mening heeft over de keuze voor een kind. Een van de respondenten schreef: “Ik was zwanger en kreeg te horen: ‘Wat zielig, een kind krijgt een kind.’ Ik was 26.” Een andere moeder: “‘Dit wordt niks’, zei een kennis tegen me toen ik op mijn 23e zwanger was. Echt leuk om te horen.” Maar ‘te oud’ is ook niet goed, aldus de buitenwereld. “Ik was de veertig gepasseerd en zwanger van de jongste. Toen kreeg ik te horen dat het niet leuk was voor ons kind om door oma opgevoed te worden.”

En dan heb je ook nog het commentaar op de hoeveelheid kinderen die je krijgt en de tijd ertussen. Een moeder die een jaar en zeven maanden na de geboorte van haar oudste haar tweede kind op de wereld zette, hoorde: “Jullie lijken wel konijnen.” Maar te lang wachten levert ook kritiek op, aldus een van de respondenten. “Wanneer de tweede toch eens kwam, vroegen veel mensen. Dat ik als tienermoeder éventjes wilde wachten, was blijkbaar erg vreemd.” En wie het om wat voor reden dan ook bij één kind houdt, kan eveneens op commentaar rekenen.

Diverse moeders schreven: “Ik kreeg te horen: ‘Wat zielig voor je kind dat je geen tweede neemt.’ ‘Je kan dat je kind niet aandoen.’ En: ‘Dan had je er helemaal geen moeten krijgen.’” “Maar,” schreef een moeder van vijf kinderen, “tegen mij zei iemand juist dat twee wel genoeg was en vijf veel te veel.” En een aantal moeders die een tweeling kregen, hadden daarnaast nog te maken met een andere categorie commentaar: “Wat erg, een tweeling, daar zou ik zelf echt niet aan moeten denken…” Want zoals iedereen weet, is wel of geen meerling krijgen echt zoiets waar je zelf voor kiest. Hoewel, sommige mensen hebben daar wel een duidelijk idee over. “Als je op natuurlijke manier geen kinderen kunt krijgen, moet je dat accepteren”, kreeg een moeder te horen. “Want nu zit je met een drieling.”
 

Het ‘goed’ doen

Naast de hoeveelheid kinderen en de leeftijd waarop je ze krijgt, zijn er nog twee belangrijke onderwerpen waarover veel opmerkingen worden gemaakt: borstvoeding en opvoeding. Volgens onderzoekers Quinlan en Johnson is het, zeker waar het deze onderwerpen betreft, het uiteenvallen van gemeenschappen dat debet is aan het ontstaan van momshaming. Doordat veel vrouwen niet bij hun familie om te hoek wonen en ‘it takes a village to raise a child’ veel minder opgaat dan enkele generaties geleden, zoeken we ons op andere manieren suf naar informatie hoe we het ‘goed’ kunnen doen. Er is geen onderwerp te bedenken of je vindt ontelbare websites met informatie, ervaringen en adviezen – die elkaar niet zelden tegenspreken.

Dit kan een bron van onzekerheid en stress vormen waarbij je eigen intuïtie raakt ondergesneeuwd. En als je dan te midden van al die mogelijkheden een keuze hebt gemaakt, vind je op datzelfde internet duizenden meningen die juist tegen jouw keuze pleiten. Je moet sterk in je schoenen staan als je daar niet onzeker van wordt of het gevoel krijgt dat je het toch nooit goed doet, zo schrijven de onderzoekers in hun boek. Het is juist die onzekerheid die er enerzijds toe leidt dat commentaar hard aankomt en anderzijds dat je de neiging krijgt om je eigen keuzes te verdedigen, soms door die van een ander af te kraken.

Neem borstvoeding. Je zou kunnen denken: wat kan jou het schelen hoe een andere moeder haar kind voedt? Toch wordt borstvoeding/flesvoeding in de enquête veel genoemd. “Ik weet niet eens hoe vaak ik de opmerking heb gekregen: voed je nou nog stééds?!” schreef een moeder, en ze was bij lange na niet de enige. Terwijl een ander, die na een paar dagen stopte met de borstvoeding, minstens zoveel commentaar kreeg. “Mijn schoonmoeder bleef maar zeggen: borstvoeding is het beste.”
 

De beste stuurlui staan aan wal

Ook opvoeden is een onderwerp waarover veel opmerkingen worden gemaakt. Kort gezegd: je verwent of te veel of te weinig, je bent of te streng of niet consequent genoeg, je moet laten huilen of juist helemaal niet, je moet je kind nu toch echt eens loslaten (één moeder: “Dat zei mijn moeder al na vier dagen.”) of je bent te makkelijk, je moet niet zo moeilijk doen over suiker of je bent een onverantwoorde moeder die haar kind te dik maakt, je kind moet nu toch echt in z’n eigen bed slapen of je bent veel te krampachtig over dat eigen bedje. Een respondent vat het mooi samen: “De beste stuurlui staan duidelijk aan wal. En ik denk maar gewoon: alleen ouders weten wat het beste is voor hun kind.”

En dan is er nog een onderwerp waarover veel wordt gediscussieerd: wel of niet werken. Een greep uit de reacties die werkende moeders krijgen: “Zie je je kinderen eigenlijk wel? Of voedt de crèche ze op?” “Waarom heb je kinderen als je zoveel werkt?” “Wat werk jij veel. Ik zou dat niet kunnen.” “Wat zielig voor je kind.” “Als je bij je man was gebleven, had je nu niet zoveel hoeven werken.” Maar wie niet werkt, krijg ook commentaar. “Je wereldje is te klein.” “De jaren vijftig zijn voorbij.” “Wie niet werkt is lui.” “Wat doe je dan de hele dag?”

En dan is er nog een categorie opmerkingen waar je werkelijk niets mee kan. Zo kreeg een moeder te horen: “Als je kind homo wordt, is het jouw schuld. Je bent veel te zacht voor hem.” Een moeder van twee jongens kreeg de vraag: “Had je niet liever een meisje gehad?” En wat je moet met de reactie “Ik vind dat meer een naam voor een hond” is ons ook een raadsel.
 

Een greep uit de opmerkingen die moeders op zich afgevuurd krijgen:

Hij is wel dik, hè? Als je wat strenger bent, gedraagt ze zich wel. Wat zielig dat ze geen snoep krijgen. Een goede moeder werkt niet buitenshuis. Moet je niet eens wat meer werken? Dat zou bij mij nooit gebeuren. Iemand als jij, die jong moeder wordt, dat wordt niks. Wat heeft jouw kind een oude moeder. Je kunt ook gewoon nee zeggen. Misschien moet je eens een opvoedcursus doen. O, geef je potjes? Wij maken alles zelf. Waarom fietst-ie nog niet zonder zijwieltjes? Mijn kind was op die leeftijd wel zindelijk. Het is dom om weer zwanger te zijn. Ik vind dat meer een naam voor een hond. Wilde je geen abortus? Waarom stop je zo vroeg met de borstvoeding? Waarom geef je geen borstvoeding? Geef je nou nog stééds borstvoeding? Ik vind vier kinderen wel erg veel. Wat zielig voor je kind dat je geen tweede neemt. Was je de pil vergeten? Leuk, een nieuwe baan. Ga je eindelijk minder werken?
 

Lees ook
‘Toedeledoki met al jullie wijsheden: ik kan mijn kind prima zélf opvoeden’ >

 

Mombracing

Gelukkig is het niet alleen maar commentaar wat de klok slaat. Logisch ook, aangezien 94% vindt dat moeders elkaar moeten helpen in plaats van bekritiseren. Mombracing in plaats van momshaming en het gebeurt gelukkig vaak genoeg. 54% van de moeders zegt weleens op te komen voor een andere moeder die commentaar krijgt, op internet of ‘live’. Van de 46% die dit niet doet, zegt een groot aantal moeders dit wel te willen doen, maar niet te weten hoe. 65% heeft ook weleens een onbekende en duidelijk struggelende moeder geholpen in de vorm van een hart onder de riem of een helpende hand. We zijn ook niet bang om onbekenden hulp te vragen: 54% zou dit doen in een situatie waarin het allemaal even niet lukt.

En wat hebben moeders dan gedaan om anderen te helpen? Eén moeder bood spontaan haar hulp aan aan een onbekende moeder die op het schoolplein stond te huilen. “Ze had niet geslapen en stond stijf van de stress. Ik zei dat ik wel wilde oppassen op haar kind. Nu zijn we vriendinnen.”
 

Steun in de supermarkt

Opvallend is dat steun vooral veel wordt gegeven in de winkel. “In de supermarkt even een meelevende blik als een kind huilt. Ik vind het ook fijn als een andere moeder dat bij mij doet”, is een veel gegeven antwoord. Ook zijn er genoeg moeders die driftige kinderen van een ander afleiden (“want vreemde ogen dwingen”), een moeder met een huilend kind voor laten gaan bij de kassa of bijvoorbeeld even een ander kind overnemen wanneer er een peuter op de grond ligt te krijsen. Eén moeder: “Als ik een andere moeder zie struggelen, zeg ik altijd: het is een fase. Dat is niet voor niets mijn eigen mantra.” En het wordt gewaardeerd, die steun.

Veel moeders schrijven in de enquête dat vooral een blik of een zinnetje van steun al genoeg is. “Als iemand zegt ‘herkenbaar’, dan voelt dat zo goed.” En wat te denken van die lieve mevrouw in de Lidl? “Ik zat in de schuldsanering en moest rondkomen van zeventig euro per week”, schrijft een moeder. “In de Lidl kreeg mijn dochter een driftbui omdat ze een pop van vijftien euro wilde, die ik nooit kon betalen. Ze schreeuwde de hele winkel bij elkaar, en ik was zo moe van de stress, van het werk, van alles eigenlijk. Toen kwam een mevrouw naar me toe, die vroeg: ‘Meisje, gaat het allemaal wel goed met je?’ Door die woorden begon ik meteen te huilen en vertelde mijn verhaal.

Daarna kocht ze de pop, die ik als kerstcadeau aan mijn dochter kon geven. Dat was voor mij ook een cadeau.” En er is meer: “Mensen die in een vliegtuig even de kinderen afleiden met een grapje. I love it.” “Toen de kinderwagen met mijn pasgeboren baby erin omviel en een meneer zijn bos bloemen op straat gooide om zo snel mogelijk te helpen.” “Toen ik van de stress van een superdriftige peuter in de supermarkt mijn pincode vergat en iemand anders mijn boodschappen betaalde.” “Als iemand zegt: andere moeders doen ook maar wat.” En soms is er maar één ding mogelijk. “Ik zei: lekker laten lullen”, aldus een moeder die hoorde dat een ander vervelend commentaar kreeg. “En toen hebben we er samen om gelachen.”
 

Dit artikel staat in Kek Mama 05-2021.

 

 

Meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of neem een abonnement >