Duurt de bedtijdroutine bij jullie thuis ook eindeloos door verhaaltjesonderhandelingen, een oververmoeide peuter of juist eentje die stuitert van prikkels? Volgens slaapexperts heb je onbewust hier een groter aandeel in dan je denkt.
Lees verder onder de advertentie
Net als je denkt dat je eindelijk in de doorslaapfase bent gekomen, gooit de zoveelste slaapregressie weer roet in het eten. Op slaapregressies heb je helaas niet zo veel invloed. Maar er zijn daarnaast nog andere – vaak onbewuste – manieren waarop je de nachtrust van je peuter kunt verstoren. Slaapspecialisten leggen aan Parents uit waar je op kunt letten om het bedtijdritueel iets soepeler te laten verlopen.
Lees verder onder de advertentie
1. Te laat dutjes (en niet in het eigen bed)
Zorg dat je peuter niet te laat op de dag nog een dutje doet. “Dutjes zouden niet later dan 14.00 uur moeten beginnen,” zegt psycholoog Lisa Medalie. En niet alleen het tijdstip is belangrijk ook de plek telt. Een consequente slaapplek is cruciaal. “Peuters zouden in hun eigen bed moeten slapen en niet op de bank, niet op jouw bed en niet op de vloer,” aldus Medalie.
Lees verder onder de advertentie
2. Te vroeg naar een groot bed
Veel ouders denken dat hun kind op tweejarige leeftijd al toe is aan een groter bed. Maar dat idee klopt niet altijd. Bekijk het eens vanuit het oogpunt van je kind. “Je neemt [zijn/haar] veilige haven weg – en peuters hebben niet altijd de controle over hun gedrag om binnen de grenzen van een bed te blijven,” legt Jodi Mindell, psycholoog bij een slaapkliniek uit. Volgens haar kun je de overstap beter uitstellen tot je peuter drie jaar is – tenzij hij of zij actief uit het ledikant klimt.
Lees verder onder de advertentie
3. Te veel enthousiasme voor het slapengaan
Een druk kietelfeestje net voor bedtijd, een stoeipartij of achtervolging-spelletje: klinkt gezellig maar werkt averechts. De periode voor het slapengaan moet juist kalmerend zijn. “Als je kind rondrent, valt hij/zij moeilijker in slaap,” waarschuwt Dr. Judith Owens, directeur van het centrum voor kinder slaapstoornissen van het Boston kinderziekenhuis.
Lees verder onder de advertentie
4. Geen duidelijke grenzen
Grenzen zijn essentieel voor goede slaapgewoonten. “Toen mijn kind op driejarige leeftijd in een groot kinderbed ging slapen, hebben we een regel opgesteld dat hij daar moest blijven,” vertelt Dr. Mattke. “Hij kon ons roepen, maar hij kon uit bed gaan om naar ons toe te gaan of om ons te zoeken.” Komt je kind toch uit bed en jouw kamer binnen? Controleer of hij of zij niet lekker of ziek is, en breng hem of haar dan rustig terug naar de eigen kamer. Til je kind eventueel terug in bed om de routine duidelijk te houden.
Lees verder onder de advertentie
5. Overdag te veel slapen
Peuters maken tussen de 15 en 18 maanden vaak de overgang van twee naar één dutje per dag. Maar als je kind overdag te veel slaapt, is hij of zij ’s avonds simpelweg niet moe genoeg om goed in slaap te vallen. Beperk de dutjestijd daarom tot maximaal drie uur per dag.
Een goede nachtrust begint dus al overdag – met duidelijke routines, grenzen en realistische verwachtingen. Door kleine aanpassingen te maken, help je je peuter beter slapen én geef je jezelf ook de rust die je verdient.
Als werk onverwacht roet in het ouderschap gooit, moet je soms creatief zijn. Zo ook Carolien, die last-minute een oppas moest regelen voor haar dochter Saartje. Haar vriendin Melia bood hulp aan — met als resultaat een middag die niemand snel zou vergeten.
We kennen haar allemaal. Die ene moeder die haar halve inboedel inpakt alsof ze op wereldreis gaat in plaats van een weekje vakantie naar de camping in Frankrijk.
Bernike (29) is getrouwd met Ruben (31) en moeder van een dochter (0). In haar columns schrijft ze scherp, geestig en met zelfspot over de realiteit van het jonge ouderschap – waarbij ze oog heeft voor het absurde in het alledaagse.
De zomervakantie: zes weken vol quality time, ijsjes, knutselprojecten en gezellige uitjes. In theorie. En voor sommige moeders pakt het ook vast zo uit…