Renate (48) leeft van de bijstand en allerlei toeslagen

18.02.2024 12:47

Als je in gemeenschap van goederen trouwt en alle geldzaken overlaat aan je man, kan het flink misgaan.

Renate (48) heeft twee volwassen zoons en twee dochters van 12 en 11. Ze leeft van de bijstand en allerlei toeslagen.

“Mijn huis staat voor een ton onder water. Mijn ex en ik hebben het samen gekocht, onze dochters zijn er geboren, en hij woont er nog steeds. Die ton restschuld ga ik echt niet betalen. Die komt voor rekening van mijn ex die er financieel een zootje van heeft gemaakt. Gelukkig laat de bank mij met rust. Twee wijze lessen: bemoei je altijd met geldzaken. En trouw nooit in gemeenschap van goederen.

Onverwacht, maar niet ongewenst

Ik studeerde nog toen ik zwanger raakte van mijn eerste kind. Onverwacht, maar niet ongewenst. Integendeel. Binnen twee jaar had ik twee zoontjes. De relatie met hun vader was geen succes. Toen de jongste drie was en ik mijn studie had afgemaakt, vertrok ik met de kinderen naar een flatje. Ik weet nog dat ik huilend op de bank lag als ze in het weekend naar hun vader gingen: niet te doen vond ik dat. Het goede was dat hij een veel leukere vader werd nadat wij uit elkaar waren. Vrienden zijn we niet gebleven, daarvoor was er te veel gebeurd, maar hij betaalde alimentatie en kwam zijn verplichtingen keurig na.

Invallen

Na de scheiding werd ik invalkracht op de school van mijn kinderen. Dat was geen vetpot, maar ik redde me prima. Of ik nu wel of niet werk, ik heb altijd met weinig geld toegekund. In mijn studietijd leefden mijn vriendje en ik probleemloos met zijn tweeën van mijn studiebeurs. Ik grap weleens dat ik uit vuilniszakken leef. Alle kleding die ik draag kreeg ik cadeau van vriendinnen, die iedere maand een grote zak spullen afleveren, ook voor de kinderen. Ik heb geen auto en eet amper vlees. En ik ga al mijn hele leven op vakantie in Nederland. De kinderen hebben er nooit over geklaagd, al is mijn oudste zoon nu wel voor de derde keer op wereldreis.

‘Ik vertrouwde hem volledig’

Op het schoolplein kwam ik Martijn tegen, een pas gescheiden vader. Een leuke, aantrekkelijke man. Achteraf besef ik dat ik zo naar een nieuw gezin verlangde dat ik alle signalen wegdrukte dat er iets niet klopte. Hij trok met zijn dochtertje bij ons in, niet lang daarna kregen we nog twee dochters. Met zijn zevenen vormden we een bont patchworkgezin, een logistieke organisatie van jewelste waaraan ik mijn handen vol had.

Ik genoot van die reuring, en was er goed in. Martijn was de kostwinner, hij is financieel adviseur. Van mijn salaris als invalkracht deden we de boodschappen. Een gemeenschappelijke rekening hadden we niet. Mijn geld was zijn geld, maar omgekeerd had ik geen idee van wat er bij hem binnenkwam en uitging. Ook niet toen we samen ons huis kochten. Heel naïef, maar ik vertrouwde hem volledig, het was immers zijn vak. Eerlijk gezegd interesseerde het me ook niet.

Lees ook: ‘Ik trouw nooit meer, en al helemaal niet in gemeenschap van goederen’ >

Alles of niets

Pas na jaren, mijn twee oudste kinderen waren al het huis uit, begonnen me dingen op te vallen. Dat mijn man vaak zo chagrijnig was, raar reageerde, boos werd om niks, extreem jaloers was. Hij had het altijd over het grote schip met geld dat binnenkort zou binnenvaren. Met hem praten was onmogelijk. Ik stelde voor een latrelatie te proberen, maar dat was onbespreekbaar. Het was alles of niets, zei hij dreigend. Ik liet me zo intimideren dat ik geen stap durfde te zetten. Er zijn erg vervelende dingen gebeurd waarover ik niet te veel kwijt wil. Dat ik in traumatherapie ben geweest, zegt genoeg.

‘Dat kan helemaal niet’

Een vriendin legde me uit dat ik na een scheiding recht zou hebben op huurtoeslag en kindgebonden budget. Toen ik genoeg moed had verzameld om mijn man te vertellen dat ik bij hem weg wilde, antwoordde hij: ‘Dat kan helemaal niet, we hebben veel te veel schulden.’ Toen bleek dat hij al maanden de hypotheek niet had betaald en financieel aan de grond zat. Het plaatje van de gevierde financiële deskundige bleek een lachertje.

Ik kreeg een huurwoninkje toegewezen. Mijn dochters delen een slaapkamer, zelf slaap ik op de bank. Mijn ex bleef met zijn dochter in ons huis wonen.

Ten onder aan de stress

Voor de klas staan ging niet meer: ik ging ten onder aan de stress. Ik heb nog twee jaar in de horeca gewerkt omdat ik niet afhankelijk wilde zijn van een uitkering. Maar ik stortte in toen ik het bericht van onze gezamenlijke schuldenlast kreeg. Werken lukte echt niet meer. Nu zit ik sinds een halfjaar in de bijstand. Mijn spaargeld is allang op: ik heb duizenden euro’s aan onterecht ontvangen heffingskortingen terug moeten betalen aan de Belastingdienst. Ik krijg een uitkering van € 952, een kindgebonden toeslag van € 490 per maand en huurtoeslag. Sinds kort ontvang ik ook € 200 alimentatie. Om dat voor elkaar te krijgen heb ik het LBIO had ingeschakeld, de overheidsinstelling die verplichte partneralimentatie int.

Zelfvertrouwen

En nu ben ik mantelzorger voor een hoogbejaarde dame, op vrijwillige basis. Dat is fijn om te doen. Het geeft voldoening. Zo kan ik iets terugdoen voor die bijstandsuitkering. Ik probeer nu mijn autonomie terug te krijgen – ik wil nooit meer in zo’n situatie belanden. Als je zo lang samen hebt geleefd met iemand met een persoonlijkheidsstoornis, doet dat iets met je zelfvertrouwen. Je gaat aan alles twijfelen, vooral aan je eigen beoordelingsvermogen. Ik ben er nog niet, maar het gaat iedere dag beter. Vooral dankzij mijn fantastische kinderen en vriendinnen. Zonder hen had ik allang aan een valiuminfuus gelegen in een psychiatrische instelling.”

Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.

 

Meer verhalen over geld en gezin? Volg ons op Facebook.