De dag dat mijn moeder werd opgenomen in een verpleeghuis: ‘Er viel een last van mijn schouders’

03.12.2022 07:44
moeder opgenomen verpleeghuis mantelzorg Beeld: Getty Images

Cathelijne was ruim vijftien jaar mantelzorger toen haar moeder werd opgenomen in een verpleeghuis. Eindelijk kon Cathelijne haar eigen leven opstarten.

Cathelijne (36): “Het was op een zomerse dag in 2019. Ik was aan het werk toen ik werd gebeld door de verpleegkundige van mijn moeder. Ze was thuis gevallen en ik moest komen. Alweer. Ongerust sprong ik in mijn auto. Gelukkig bleek mijn moeder geen breuken te hebben. Emotioneel keken we elkaar aan en zeiden: ‘Dit kan zo echt niet langer.’ Er moest iets gebeuren, wisten we, maar hoe en wat precies, daar hadden we beiden het antwoord niet op.

Met spoed

Omdat mijn moeders verpleegkundige het toch niet helemaal vertrouwde, stuurde ze ons voor de zekerheid door naar het ziekenhuis. Daar werd mijn moeder uitgebreid onderzocht en gelukkig viel de schade al met al mee. Slechts een paar beurse plekken. Wel uitte ik mijn zorgen bij haar arts, want hoe moest het verder? Moest mijn moeder nu weer in haar eentje naar huis om na een paar dagen voor de zoveelste keer te vallen?

“Hoe moest het verder? Moest mijn moeder nu weer in haar eentje naar huis om na een paar dagen voor de zoveelste keer te vallen?”

Gelukkig begreep haar arts mij volledig. Samen met z’n collega’s ging hij zijn best doen om mijn moeder met spoed te laten opnemen in een verpleeghuis. Tot die tijd kon ze in het ziekenhuis blijven. Het was het mooiste nieuws dat ik in lange tijd had gekregen.

Parkinson

Ik was zeventien toen mijn moeder te horen kreeg dat ze de ziekte van Parkinson had. Ze was pas 53 jaar. Mijn oudere broer was al uit huis en mijn vader was niet in beeld. Jarenlang was het dus alleen zij en ik. We waren altijd samen en hadden een heel goede band met elkaar. Dat mijn moeder plotseling ziek bleek, kwam voor ons allebei als een harde klap. De vooruitzichten waren ook allesbehalve fijn. Parkinson is een progressieve ziekte, dus de verwachting was dat mijn moeder met de jaren achteruit zou gaan.

“Dat mijn moeder plotseling ziek bleek, kwam voor ons allebei als een harde klap”

Binnen twee jaar was dat inderdaad het geval. Zo kreeg ze steeds meer moeite met opstaan, douchen en aankleden. Hier hielp ik haar elke dag mee en ook koken en het huishouden kwam al snel op mijn schouders terecht. In combinatie met mijn studie deed ik het met liefde, maar soms was het best zwaar. Vooral ook omdat mijn moeder niet wilde toegeven aan haar nieuwe situatie en dan bijvoorbeeld het koken per se wilde overnemen als ik net wilde beginnen. Prima natuurlijk, maar als ik dan even ging studeren, werd ik weer geroepen dat het toch niet ging. Voor zowel mijn moeder als voor mij was het allemaal erg frustrerend.

Mantelzorg

Uitgaan met vriendinnen deed ik niet veel. Ik wilde wel, maar durfde niet, omdat ik bang was dat er thuis iets zou gebeuren. Eén keer vond ik haar bij thuiskomst op de vloer. Ze was gevallen, kon zelf niet meer opstaan en ook niet bij haar telefoon komen; achteraf bleek dat ze er al een paar uur gezeten had voordat ik haar vond. Dat was echt hartverscheurend voor mij. Meerdere keren vroeg ik bij verschillende instanties om hulp. Maar doordat ik nog thuis woonde, hadden we daar weinig recht op.

“Uitgaan met vriendinnen durfde ik niet, omdat ik bang was dat er thuis iets zou gebeuren”

De zorg voor mijn moeder benauwde me. Op sommige dagen dacht ik echt: ik heb hier nooit om gevraagd. Ondertussen voelde ik me dan weer schuldig, want mijn moeder vroeg er ook niet om. We moesten er allebei mee dealen, zo goed en kwaad als het ging. Erover praten deden we niet veel. Ik wilde mijn moeder er niet mee lastigvallen dat ik het zwaar vond, maar ergens wist ik dat zij dat heus wel doorhad. Juist omdat ze regelmatig haar waardering voor al mijn hulp uitsprak. En omdat ze vaak zei dat ze het liever anders had gehad.

Lees ook – De dag dat mijn vader met me brak: ‘Iedereen op Facebook kon meelezen’ >

Alleen wonen

Op mezelf gaan wonen stelde ik zo lang mogelijk uit. Niet alleen omdat het financieel nog niet haalbaar was voor mij, maar ook omdat ik mijn moeder niet alleen durfde te laten. Toch wilde ik naarmate ik ouder werd meer mijn eigen leven gaan leiden.

Uiteindelijk besloot ik op mijn dertigste te verhuizen naar een eigen woning. Een moeilijk moment, want mijn moeder wilde het eigenlijk niet, maar voor mij was het de juiste beslissing. Toen ik uit huis ging, kreeg ik meer ruimte voor mezelf en mijn moeder kon ook meer hulp krijgen. Iets wat niet makkelijk voor haar was, want volgens haar was ik de enige die wist hoe zij bepaalde dingen graag wilde hebben. Dat was overigens ook zo, aan één blik hadden wij genoeg.

“Toen ik uit huis ging, kreeg ik meer ruimte voor mezelf en mijn moeder kon ook meer hulp krijgen”

Omdat mijn moeder erg moest wennen aan het alleen wonen, belde ze me vaak voor de kleinste dingen. Dat ze iets kwijt was of even hulp nodig had bijvoorbeeld. In het begin ging ik dan steeds naar haar toe om te helpen, maar op een gegeven moment leerde ik ook mijn grenzen aan te geven. Als ik niet meer voor mezelf zou kiezen, zou ik er echt aan onderdoor gaan. Dit heeft onze band best op scherp gezet, maar het heeft nooit tot ruzies geleid. En dat wilden we allebei ook helemaal niet, want we houden juist heel veel van elkaar.

Het is zoals het is

Gelukkig lukte het om mijn moeder via een revalidatieafdeling van het ziekenhuis in een verpleeghuis te plaatsen. Weliswaar niet in het huis waar ze zelf graag naartoe wilde – ze wist dat het eraan zat te komen, dus ze had haar wensen al doorgegeven – maar het was een begin. Voor mij voelde het als een grote opluchting. Eindelijk was ze in goede handen. In haar nieuwe woning kreeg ze genoeg zorg en kon ze ook 24 uur per dag hulp krijgen. Dit was precies wat ze nodig had.

Een jaar geleden verhuisde mijn moeder naar het verpleeghuis waar ze in eerste instantie al graag naartoe wilde. Ik bezoek haar één keer per week en dan drinken we een kopje thee of neem ik haar in een rolstoel mee naar buiten om te wandelen. Het is altijd fijn om haar te zien.

“Er is een last van mijn schouders gevallen”

Hoewel ze er in de eerste jaren moeite mee had om zich over te geven aan haar ziekte, heeft ze het nu min of meer geaccepteerd. Ook bij mij voelt het alsof er een last van mijn schouders is gevallen. Natuurlijk, soms denk ik: hoe had het kunnen zijn als ze niet ziek was? Maar tegelijkertijd weet ik dat dat geen zin heeft. Het is zoals het is.

Kinderwens

Voordat mijn moeder ziek werd, had ik een grote kinderwens. Ik wist dat ik later met kinderen wilde werken en zag mezelf ook altijd achter een kinderwagen lopen. Nu ben ik 36 en single en heb ik geen kinderen. Of ik ze ooit nog wil weet ik niet. Ik heb zo lang voor mijn moeder gezorgd, wil ik dat nog een keer voor een kind doen? Het is een vraag waar ik me momenteel veel mee bezighoud, maar ik ben nog niet helemaal over uit. Daarom zie ik wel wat de toekomst voor mij in petto heeft. En verder geniet ik van de tijd die ik nog samen met mijn moeder heb.”

Dit artikel staat in Kek Mama 11-2022.

 

Ontvang elke maand Kek Mama met korting en gratis verzonden op jouw deurmat! Abonneer je nu en betaal slechts €4,19 per editie.