Soms kom je er niet uit in je eentje en kun je wel wat advies gebruiken. Elke dinsdag vertelt een lezeres daarom over haar dilemma.
Lees verder onder de advertentie
Sanja (31) woont samen met Nico (32) en is moeder van Noah (5) en David (3).
“Toen ik voor het eerst zwanger raakte, hadden mijn twee beste vriendinnen al kinderen. Heerlijk vond ik dat, want daardoor kon ik met al mijn vragen en onzekerheden bij ze terecht. Ik kon het zo gek niet bedenken, of ze hadden het weleens meegemaakt met hun baby’s. De gebroken nachten. Tepelkloven. Spuitluiers en huildagen.
Lees verder onder de advertentie
Voor onze babyuitzet hoefde ik alleen het hoognodige aan te schaffen; vanaf mijn zwangerschapsaankondiging sleepten mijn vriendinnen alles aan wat ze over hadden. Vooral mijn langste vriendin, Roos, kon er wat van. Mijn eerste bezoek aan de verloskundige was amper achter de rug, toen ze de toekomstige babykamer al had vol gezet met haar oude babybadje, wipstoel en bakken kleertjes. Fijn, want Nico en ik hebben het niet heel breed.
Inmiddels zijn we twee kinderen rijker en ziet ons huis eruit zoals dat van een gemiddeld gezin met jonge kinderen. De woonkamer is overgenomen door speelgoed in primaire kleuren, de schuur staat bomvol fietsen en steppen en de wasmand puilt structureel uit. Er kan geen Playmobil of rolschaats meer bij.
Lees verder onder de advertentie
Toch houdt de vrijgevigheid van Roos niet op. Elke keer wanneer we elkaar zien – minstens twee keer per maand – stopt ze de jongens wel wat toe. Een oude trui. Een buitenspeelbroek. Haar jongens zijn er toch te groot voor, zegt ze dan. Alleen, de meeste van die kledingstukken trek ik mijn kinderen nooit aan. Omdat ze al te afgedragen zijn. Of simpelweg mijn smaak niet. Én omdat ze al zo ongelooflijk veel kleren hebben.
Overtollige kleding
Ik heb al een paar keer geprobeerd aan te geven dat ze echt niet elke keer met spullen voor de jongens hoeft aan te komen. Dat ons huis uit zijn voegen barst. ‘Weet je dat de kledingbank mensen met weinig middelen heel graag helpt met dit soort spullen?’, opperde ik al eens. Maar het is gericht aan dovemansoren. Ze vraagt het zelfs na: ‘Heeft Noah dat ene vest eigenlijk weleens aan?’ Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen te zeggen dat het al die tijd in een prop achterin de kast ligt, verdrukt door de overige stapels overtollige kleding. Roos moet écht een andere bestemming vinden voor haar spullen, maar hoe zeg ik dat zonder haar te kwetsen?”
Boys moms weten: zoons kunnen heftig zijn. Zo ook het zoontje van Frida, toen ze op vakantie was in Kroatië met haar gezin. Hij legde eigenhandig het hele zwembad plat. Per ongeluk.
Elke ouder weet: er komt een moment en dan pikt je kind iets op wat ie absoluut niet had mogen horen. Zo liet de vijfjarige Hugo op een subtiele, maar duidelijke manier weten hoe zijn vader over bepaalde collega’s denkt.
Met twee gezinnen op vakantie, hoe meer zielen, hoe meer vreugd, dachten Anna en haar man. Dat viel tegen, bleek toen ze eenmaal in Frankrijk gearriveerd waren.
Wanneer je de eerste bent in je vriendengroep die moeder wordt, vergt dat wat aanpassingsvermogen van de rest. Een vaardigheid die niet iedereen even goed onder de knie heeft. Dat bleek wel, toen een vriendin van Noëlle met dit kraamcadeau op de proppen kwam.
Toen Rosie een baby was, vond ik uiteten gaan best een uitdaging. Nu ze twee is, valt het nog niet altijd mee. En dat heeft niet alleen met het kind te maken.
We bereiden ons maandenlang voor op dé grote dag: de bevalling. Bevalplan? Check. Pufcursus? Check. Maar van presentatrice Shelly Sterk mogen we ons best vaker focussen op de periode ná de geboorte, het herstel: “Je lichaam is de volgende dag echt niet klaar voor een wandeling van tien kilometer achter de kinderwagen.”