Caila Smith werkt niet en heeft vier kinderen. Dat ze amper tijd heeft voor het huishouden, wordt haar regelmatig aangerekend. Tot haar grote frustratie.
Lees verder onder de advertentie
‘Dat ik een thuisblijfmoeder ben, wil niet zeggen dat ik niet werk’, schrijft ze op haar blog.
Jaren vijftig
Caila noemt de vele taken die zij dagelijks op zich neemt. Van verjaardagen organiseren tot tandartsafspraken plannen en haar kinderen naar sportclubs brengen. Maar, zo schrijft ze, níet het huishouden. Simpelweg omdat ze er te weinig tijd voor heeft. Ze merkt echter dat haar omgeving dat wel van haar verlangt. ‘De buitenwereld denkt altijd dat thuisblijfmoeders verantwoordelijk gehouden mogen worden voor het schoonmaken van het huis’, zegt ze. ‘Maar guess what: dat is een manier van denken uit de jaren vijftig. Totale onzin.’
Caila is het zat dat zij de badkamer moet schoonmaken of een stofzuiger door de woonkamer moet halen. ‘Waarom ben ik daar de aangewezen persoon voor? Ja, ik ben een moeder die thuisblijft. Maar zelfs al ben ik thuis, dan werk ik nog steeds. Misschien lijkt het niet zo, met vier kleuters die ik de hele tijd achter hun broek aan moet zitten. Maar ik heb nooit een vrije dag. Dus zeg niet dat ik de boel moet opruimen en schoonmaken. Ik heb genoeg te doen.’
De Braziliaanse moeder Carol Canineu, moeder van drie, herinnert zich het moment nog goed: haar zesjarige dochter liet een bakje yoghurt over de bank vallen. Ze stond op het punt om uit te barsten, maar hield zichzelf tegen.
Iedere ouder kent het: die momenten waarop je kiest tussen je kind aankleden naar maatschappelijke normen of gewoon de vrede bewaren. Tot iemand anders je er subtiel op wijst dat je misschien een grens bent overgegaan.
Tikkie ontvangen voor een halve wortel uit iemand anders’ maaltijdsalade? In deze rubriek verzamelen we de meest onterechte, ongemakkelijke en gewoon ronduit gênante betaalverzoeken. Wat ze gemeen hebben? Je zag ze in ieder geval niet aankomen. Deze week hoe een Tikkie een eind kan maken aan een jarenlange vriendschap.