De juf: ‘Ineens moeten drie kinderen overgeven’
Een leerkracht vertelt aan Kek Mama wat ze meemaakt. Deze keer: Juf Caroline (37) geeft les aan groep zeven.
Stap je vol optimisme het consultatiebureau binnen, blijkt je kind te mager, te wild of valt er wel iets anders aan te merken waardoor je met een ingestort moeder-ego het pand weer verlaat. Drie moeders delen hun ervaring.
Tara (30), moeder van een dochter (1): “Na de vaccinaties kregen we bij vertrek een stapel folders mee. Een daarvan bracht me hevig aan het wankelen. Het was een dagmenu voor baby’s vanaf zes maanden. Ik schrok me wezenloos. Met vier maanden waren we voorzichtig begonnen met oefenhapjes die met een hoop walging in ontvangst werden genomen. Meer dan een lepeltje ging er niet naar binnen. Nu was daar ineens dat dagmenu. En daar stond een heleboel op: pap, brood, tussendoortjes en een rijk avondmaal. Ik kreeg er bij dit kind nog geen geprakt worteltje in.
Behalve dat ik zeer betwijfelde of mijn kind dit ooit allemaal ging eten, schrok ik ook nogal van de tijd die dit allemaal in beslag ging nemen. Want dit hele menu moest plaatsvinden náást de flesjes gekolfde melk die ze al kreeg.
We zijn nu vijf maanden verder en ik heb me onwaarschijnlijk slecht aan het dagmenu gehouden. Of eigenlijk: mijn kind hield zich er slecht aan, want zij vrat het meeste niet. Brood gaat er pas sinds kort in en als ik het in mijn hoofd haal om met pap aan te komen, slaat ze die lepel met zo’n bloedvaart uit mijn handen dat het plafond opnieuw gewit kan worden.”
Ellen (40), moeder van drie zoons (12, 9, 0) en een dochter (1): “Bij Lewis, mijn eerste, vond ik het consultatiebureau vooral handig. Antwoorden op mijn vragen, een prettig weegmoment. Prima, geen probleem. Bij Miles, die ik op Curaçao kreeg, was het anders. Lange wachttijden, en ze bleven denken dat mijn schoonvader, onze chauffeur, Miles’ vader was. Ik moest zelf het consultatiebureauboekje aanschaffen voor 30 gulden, en gesprekken gingen meestal zo: ‘Eet hij goed?’ ‘Ja.’ ‘Nog vragen?’ ‘Nee.’ Ik mocht altijd bellen of langskomen, maar als ervaren moeder van twee, geloofden ze me wel.
Dan kind nummer drie. Meteen kreeg ik een folder over Stevig Ouderschap. ‘Niet persoonlijk bedoeld; die geven we iedereen!’ Ik schoof de folder terug, met de woorden: ‘Oké. Maar ik ben 39 en heb al twee kinderen van elf en acht.’ De folder werd weer mijn kant op geschoven. ‘Je weet maar nooit.’ Gevolgd door een spervuur aan vragen over ons gezin en mijn eerste weken na Sophia’s geboorte.
Het volgende consult vergat ik. ‘Mevrouw, komt u nog? Sophia had nu bij het consultatiebureau moeten zijn.’ De vrouw aan de telefoon klonk alsof ik een vreselijke misdaad had begaan. ‘Helemaal vergeten! Ik kom er nu aan!’ Het was wel te laat voor ‘het uitgebreide consult’. ‘Dat was de vorige keer toch ook al?’ Blijkbaar nu dus weer.”
Josje (34) moeder van twee zoons (5 en 3): “Als kersverse moeder stapte ik met mijn zoon Fela het consultatiebureau binnen. Alles verliep soepel, tot het moment waarop de kinderarts de naam van mijn zoon uitsprak. ‘Fela?’ Ze keek me verontwaardigd aan en vervolgde: ‘Dat is toch geen naam?’
Ik moest mezelf inhouden terwijl ik zei: ‘O, maar natuurlijk is het een naam. Fela Kuti is een Afrikaanse muzikant. Een legendarische. Mijn man en ik waren in Nigeria toen we zijn muziek ontdekten en kwamen er daar achter dat ik zwanger was…’ De kinderarts leek niet overtuigd. ‘Maar het is zo… ongewoon. Niet Hollands’, zei ze. Ik haalde mijn schouders op. ‘Ach, we houden wel van een beetje anders zijn’, antwoordde ik. ‘En eerlijk gezegd, het past perfect bij zijn persoonlijkheid. Hij is net zo eigenzinnig en uniek als zijn naam.’
Na een moment van stilte perste de kinderarts er een geforceerde glimlach uit. ‘Nou ja, als hij gelukkig is…’ mompelde ze. Verward verliet ik het consultatiebureau. Dit was toch niet het moment of de plek om in discussie te gaan over een kindernaam? Hoe dan ook, ik was nog steeds trots op Fela’s naam.”
Dit artikel verscheen eerder in het magazine van Kek Mama.
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!