Mariëtte Middelbeek is chef redactie van Kek Mama en auteur. Samen met haar man Erik heeft ze twee kinderen: zoon Casper (5) en dochter Nora (4).
Lees verder onder de advertentie
Ik wist het destijds nog niet, maar met de geboorte van mijn eerste kind kwam er een meetlat in mijn leven. Een meetlat waarop mijn kind voortdurend wordt vergeleken met andere baby’s/peuters/kleuters en, vermoed ik, later ook pubers. Ik bedoel niet de meetlat van het consultatiebureau of de schoolmethode waarmee de ontwikkeling in de gaten wordt gehouden. Nee, ik bedoel de Meetlat der Andere Ouders.
Lees verder onder de advertentie
Nationale sport
Kijk, een beetje vergelijken vind ik normaal. Nog wel leuk ook. Maar het lijkt wel alsof vergelijken een nationale sport is geworden. Of een wedstrijd. Wie kan het eerst omrollen, praten, lopen, schrijven, staartdelingen maken? Waarbij de prestatie van het kind dan een beetje lijkt af te stralen op de ouders. Alsof je een beter gelukte ouder bent als je kind als eerste ‘mama’ zegt of z’n naam in het Chinees schrijft, of zo.
Lees verder onder de advertentie
Wedstrijd
Ik zou in dat geval niet erg goed uit de wedstrijd komen. Casper is geen voorloper, geen achterloper, hij doet gewoon lekker mee. Of hij tot het vluggere deel van de klas behoort, het zal wel. Hij is vijf en om die reden vind ik dat hij vooral moet spelen. Je kan nog je leven lang schrijven (ik) of rekenen (ik niet), en je kan ook nog je leven lang worden afgerekend op prestaties.
Lees verder onder de advertentie
Het kan Casper niet schelen of z’n vriendjes het alfabet achterstevoren kunnen opzeggen en de tafel van 42 kennen. Ook houdt hij zich niet bezig met de vraag of hij versneld naar groep 3 kan. Het antwoord is: niet. Iets waar ik blij om ben, want mij lijkt dat een kind dan nóg jonger naar de brugklas gaat, maar kennelijk is het een dingetje, want ik krijg voortdurend de vraag of Casper wel in aanmerking komt voor versnelling.
Zwemles, ook zo’n onderwerp dat zich leent voor vergelijking. De enige reden dat ik hoopte dat Casper een record zou breken (ik googelde op ‘zwemdiploma binnen drie maanden’, maar dat bleek zeldzaam) is het onhandige tijdstip van de les. Onlangs dacht ik dat we een enorme sprong voorwaarts hadden geboekt. Apetrots kwam Casper de zwemles uit met een briefje in zijn hand. Ik rekende uit dat als hij na twee maanden Kikker 1 had gehaald, hij binnen een jaar zijn A-diploma zou halen.
Lees verder onder de advertentie
Maar, zo bleek, het betrof hier een Opkikker. Een aanmoediging voor kindertjes die voorlopig sowieso hun Kikker 1 niet hebben. Casper maakte het niet uit. ’s Avonds in bed lag hij helemaal blij te zijn met een heus “Dilpoma, hè mam?” “Ja schat,” zei ik wel tien keer, “jij hebt een prachtig dilpoma te pakken.” En weet je, ieder ander dilpoma haal je lekker op je eigen moment. Ik zal altijd voor je klappen.
Boys moms weten: zoons kunnen heftig zijn. Zo ook het zoontje van Frida, toen ze op vakantie was in Kroatië met haar gezin. Hij legde eigenhandig het hele zwembad plat. Per ongeluk.
Elke ouder weet: er komt een moment en dan pikt je kind iets op wat ie absoluut niet had mogen horen. Zo liet de vijfjarige Hugo op een subtiele, maar duidelijke manier weten hoe zijn vader over bepaalde collega’s denkt.
Wanneer je de eerste bent in je vriendengroep die moeder wordt, vergt dat wat aanpassingsvermogen van de rest. Een vaardigheid die niet iedereen even goed onder de knie heeft. Dat bleek wel, toen een vriendin van Noëlle met dit kraamcadeau op de proppen kwam.
Met twee gezinnen op vakantie, hoe meer zielen, hoe meer vreugd, dachten Anna en haar man. Dat viel tegen, bleek toen ze eenmaal in Frankrijk gearriveerd waren.
Toen Rosie een baby was, vond ik uiteten gaan best een uitdaging. Nu ze twee is, valt het nog niet altijd mee. En dat heeft niet alleen met het kind te maken.
We bereiden ons maandenlang voor op dé grote dag: de bevalling. Bevalplan? Check. Pufcursus? Check. Maar van presentatrice Shelly Sterk mogen we ons best vaker focussen op de periode ná de geboorte, het herstel: “Je lichaam is de volgende dag echt niet klaar voor een wandeling van tien kilometer achter de kinderwagen.”