Kinderen die de SEL-methode leren, scoren hoger op school en in het leven, aldus experts
Er is iets dat zowel het welzijn als de schoolprestaties van je kind een flinke boost kan geven, en nee: het is geen huiswerk-app of bijles.
Beeld: Canva Pro
Als er één ding is dat de relatie tussen ouders en hun tiener perfect samenvat, is het wel… de smartphone. Voor jou betekent dat ding vaak stress: Wat doen ze daar? Waarom leggen ze ’m nooit weg? Hoe kan ik ooit concurreren met een lichtgevend scherm?
Voor je tiener is diezelfde telefoon veel meer dan “een apparaat”: het is vriendschap, identiteit, entertainment, agenda, geheugensteuntje én – misschien wel het belangrijkste – hun eigen ruimte in een wereld waarin ze zich vaak gecontroleerd voelen, legt een psycholoog uit.
Veel ouders kijken naar telefoongebruik met een mix van wantrouwen en machteloosheid. Maar wat je tiener online doet, is niet alleen maar “nutteloze onzin”. Hun telefoongewoontes zijn vaak een uiting van dingen die ze echt nodig hebben in deze fase:
Dus als je je veertienjarige urenlang over een scherm ziet hangen, zie je niet alleen iemand die “doelloos scrollt”. Je ziet iemand die checkt: Hoor ik erbij? Doe ik het goed? Mis ik iets? Wie ben ik eigenlijk? En ja, schermtijd kan nog steeds te veel zijn. Ja, het kan ongezond worden. Maar telefoongebruik het is geen karakterfout of gebrek aan respect voor jou.
Als je ziet dat je tiener in 45 seconden achter elkaar Instagram, WhatsApp, Snapchat en TikTok opent, ben je niet alleen getuige van gedachteloos scrollen. Je bent ook bent getuige van een natuurlijke (hoewel ook vaak buitensporige) drang naar sociale verbondenheid, feedback en bevestiging, nieuwigheid en stimulatie, emotionele regulatie en het verkennen van de identiteit.
Let bijvoorbeeld op:
In plaats van alleen maar strenger te worden met regels, helpt het om te kijken: Waar heeft mijn kind emotioneel behoefte aan? Wat zoekt het op die telefoon?
Dit is het lastige stuk. Want niets ontploft zo snel als: “Je zit altijd op dat ding!” Blijf daar dus van weg (en check ook even bij jezelf, zit jij niet zelf ook áltijd op dat ding?). Een paar trucs die wél helpen:
Niet: “Je bent verslaafd aan je telefoon.”
Wel: “Ik zie dat het lastig voor je is om een pauze te nemen van je telefoon.”
Vragen als:
Dat klinkt veel minder aanvallend dan: “Je wordt dom van TikTok.”
Tieners houden niet van opgelegde regels (niemand was verbaasd). Maar als ze mogen meepraten, is de kans groter dat ze zich eraan houden. Denk aan samen afspraken maken over:
Je hoeft echt geen perfecte “mediastrategie” te hebben. Interesse tonen, vragen stellen en eerlijk zeggen dat jij het ook soms lastig vindt met je eigen schermgedrag, doet al heel veel.
Uiteindelijk gaat het niet om: “Hoeveel uur zat je op je telefoon vandaag?” Het gaat om: “Waar gebruik je je telefoon voor en hoe voel je je daardoor?” Als jij je tiener benadert met nieuwsgierigheid in plaats van veroordeling, verandert de telefoon van strijdtoneel in brug. En in een wereld waarin hun digitale leven alleen maar groter wordt, is samen leren over die wereld misschien wel één van de belangrijkste opvoedskills van nu.
Martine en Marjolein zijn experts op het gebied van smartphonegebruik onder kinderen. Elke maand lossen ze een digitaal dilemma van ouders op in hun column. Lees hier hun antwoord op: Hoe zorg ik dat mijn zoon niet in de fuik van schadelijke algoritmes belandt?