‘Tijdens de vakantie met mijn gezin werd ik verliefd op een andere man’

07.06.2022 14:41
mama verliefd in tropisch resort Beeld: Unsplash

Een waargebeurd liefdesverhaal: Heidi (38) was getrouwd en zwanger van de tweede toen ze in een Grieks resort Jaap tegen het lijf liep. “Wat een patser, dacht ik. Maar hij is wel aardig.”

““Kom, geef mij je koffer maar.” Op het snikhete Griekse vliegveld waar we zojuist waren geland, zeulde ik met mijn driejarige dochter en een loodzware vakantiekoffer naar de bus die ons naar het resort zou brengen. Mijn man liep tien meter voor ons, hij rookte en checkte zijn iPhone. Zonder mijn antwoord af te wachten, pakte de onbekende medereiziger het handvat van mijn koffer. Hij wees naar mijn twintigwekenbuikje: “Jij sjouwt al genoeg, denk je ook niet?”

‘Wat een patser’

Hij droeg een wanstaltig overhemd in pasteltinten. Naast hem hobbelden twee kleuterjongetjes. In hun kielzog een vrouw in schreeuwende merkkleding. Wat een patser, dacht ik, maar hij is aardig. “Het gaat best hoor”, glimlachte ik. “Maar het zou wel fijn zijn.” Ik gaf hem mijn bagage.

“Wie was dat?”, vroeg mijn man wantrouwig toen we eenmaal in de bus zaten.
“Geen idee”, zei ik. “Ik hoop alleen dat niet het hele resort is gevuld met ordinaire mensen.”
Wat ik daarmee bedoelde wist ik zelf ook niet precies, maar die man in zijn wanstaltige, pastelkleurige shirt bevestigde het beeld dat ik had van zo’n oord: veel te bruine mensen die zich lawaaierig vergrepen aan de all you can eat and drink.

Resort

Eigenlijk wilde ik helemaal niet naar zo’n resort, maar mijn man is dol op luxe. Het leek hem een droomvakantie. Ik was al maanden misselijk en moe van mijn zwangerschap, dus toen hij me plaatjes toonde van de Kids Club en een zwembad met riante zonnebedden, stemde ik schoorvoetend toe. Met mijn zwangere buik en een avontuurlijke peuter kon ik moeilijk een ruige reis door een oerwoud maken.

Het duurde precies vijf minuten voordat de jongste telg van de pastelman mijn dochter had gevonden in de bus. De rest van de anderhalf uur durende rit bracht ik door met twee keuvelende kinderen van drie en vier. Toen in ons resort een golfkarretje voorreed om ons naar ons verblijf te brengen, stapte ook de pastelman in met zijn gezin. “Daar heb je het al”, siste ik tegen mijn man. “Ik ga hier niet lopen socialisen hoor, ik kom voor mijn rust.”

Helaas, toen we die avond aan het diner schoven, zaten ze binnen een mum van tijd bij ons aan tafel. “Ik kwam je man net tegen bij de frietjes”, kwetterde de vrouw. “Hij stelde voor samen te eten. Gezellig toch?” Ik knikte beleefd, veinsde een grijns, en wierp een veelzeggende blik naar mijn echtgenoot. In mijn buik voelde ik zachtjes twee voetjes trappelen.

Aan de rand van het pierenbadje

De volgende ochtend vonden mijn dochter en de zonen van de pastelman, die Jaap bleek te heten, elkaar bij het zwembad, nog voordat ik mijn handdoek kon neerleggen. Mijn man was na het ontbijt teruggegaan naar ons huisje; ik zou op onze dochter letten. Ik verheugde me op een boek aan de rand van het pierenbadje, maar voordat ik een letter kon lezen legde Jaap ongevraagd een handdoek op het bedje naast me. “Ben je ook de sjaak?” lachte hij, en wees op onze spetterende kinderen in het water. “Zo komen we natuurlijk nooit aan een boek toe.” Met een dramatisch gebaar gooide hij zijn roman – die bovenaan mijn lijstje van must­reads stond – aan de kant en sprong op. “Ik haal drankjes: zin in spa met munt? De rum zal ik voor jou maar achterwege laten.”

Alles in zijn gedrag wees op een gladde versierder, maar gek genoeg voelde het al snel niet meer zo. De vanzelfsprekendheid waarmee hij me benaderde, voelde vertrouwd en betrokken. Warm. In de twaalf uur dat ik hem kende, voelde ik me meer gezien door hem dan door mijn eigen man in tien jaar.

Onafscheidelijk

De rest van de tien dagen in ons ommuurde zomerparadijs waren onze gezinnen onafscheidelijk. De kinderen weken niet van elkaars zijde, Jaap en ik raakten niet uitgepraat. We hadden dezelfde humor, hielden van dezelfde boeken en muziek, hetzelfde eten en dezelfde sporten. Mijn man trok op zijn beurt naar de vrouw van Jaap, ze was net zo dol op luxe en luieren als hij. Terwijl zij de ene na de andere cocktail verslonden op een loungebed bij de bar, speelden Jaap en ik met de kinderen in het zwembad. We hadden de vakantie van ons leven.

Het was alsof we elkaar al honderd jaar kenden, zo vanzelfsprekend als we naar elkaar toetrokken. De ene na de andere zonovergoten vakantiedag volgde. We gingen met zijn allen zeilen, huurden een auto om het eiland te verkennen, dronken tot laat in de avond cocktails op het strand terwijl de kinderen onder badhanddoeken rozig in slaap vielen. Ik had me in geen tijden zo vrij en ontspannen gevoeld.

‘Stomme zwangerschapshormonen’

De dag dat onze bus terug naar het vliegveld vertrok, kon ik mijn tranen niet bedwingen. Jaap en zijn gezin hadden vier dagen meer geboekt, en zwaaiden ons uit bij de poort van het resort. “Idioot dat ik zo moet huilen”, lachte ik tegen mijn man. “Die stomme zwangerschapshormonen.” Het huilen stopte niet. Die dag van vertrek niet, en de daarop volgende dagen ook niet. Ik wilde terug naar Jaap en zijn vrouw. Ik miste het optrekken met z’n vieren, onze kinderen die met elkaar speelden. Mijn man had hetzelfde.

“Gek hè,” zei hij, “het lijkt bijna een soort verliefdheid. Zoals je dat wel vaker hebt als je een nieuwe vriendschap opdoet en je afvraagt hoe je het in godsnaam ooit zonder die persoon in je leven hebt gedaan.” Het gevoel was wederzijds, en toen iedereen weer thuis was, spraken we zo snel mogelijk af voor een etentje. Die avond verliep even heerlijk als onze vakantie. We woonden maar dertig kilometer bij elkaar vandaan en brachten binnen de kortste keren bijna de helft van de weekends met elkaar door: zodra we bij elkaar vertrokken, verheugde ik me alweer op de volgende afspraak.

Het verliefde meisje

Onze tweede dochter werd geboren en onze levens kabbelden voort. Wij planden de zomer daarop een verre reis, Jaap en zijn vrouw hadden afgesproken op vakantie te gaan met oude vrienden. Mijn huwelijk vertoonde wel wat barstjes. Ik had alle tijd om daarover na te denken nu ik mijn ouderschapsverlof aan het zwangerschapsverlof had vastgeplakt. Langzaam daagde het besef dat het meisje dat ooit verliefd werd op de man met wie ze nu kinderen had, al tijden niet meer bestond.

Als onzekere student snakte ik naar iemand die voor me zorgde; hij wilde een vriendin die zich naar hem vormde. Een perfecte match in die tijd, maar nu was ik een volwassen vrouw met kinderen en een carrière. Mijn man had op zijn beurt moeite met een vrouw die hem in praktisch opzicht niet meer nodig had, en begreep niks van mijn drang naar zelfontplooiing. Ik wilde praten, hij deinsde terug. Hij bleek geheimen te hebben en we gingen in relatietherapie. Daar realiseerde ik me tijdens elke sessie duidelijker dat ons huwelijk geen kans van slagen had; zelfs de psycholoog beaamde het.

Jaaps huwelijk liep ondertussen ook niet op rolletjes. De ruzies tussen hem en zijn vrouw escaleerden zo dat hun zoontjes compleet overstuur raakten. Naïef planden we toch een vakantie met z’n allen. Onze verre reis was me zwaar gevallen met een kleine baby, hun vakantie met die vrienden was ook geen groot succes geweest.

Lees ook
‘Hij wilde partnerruil op onze vakantie’ >

Scheiding

We boekten een vakantievilla in Kroatië. En daar ging het helemaal mis. We waren er nog geen twee uur toen Jaaps vrouw met piepende banden wegscheurde. De rest van de avond kwam ze niet meer terug. De spanning was om te snijden. In bijzijn van de kinderen konden we de sfeer nog luchtig houden. Zij speelden in het zwembad, wij lazen boeken en borrelden. Mijn man liep het gros van de tijd chagrijnig rond – dat deed-­ie al sinds onze jongste was geboren. Ik kon geen contact met hem krijgen. Als hij ’s avonds naar bed ging, bleef ik met Jaap bomen over liefde, relaties en werk. Zijn vrouw verdween elke avond als de kinderen in bed lagen naar een nabijgelegen stadje.

Die vakantie zette Jaap een punt achter zijn huwelijk. En vielen bij mij de schellen van de ogen: ik was verliefd op Jaap. Toch wilde ik mijn huwelijk redden. Een verliefdheid kan iedereen overkomen, het zou vast weer overgaan, dacht ik. In de laatste sessies relatietherapie die mijn man en ik volgden na die vakantie, bleek echter hoe groot de kloof tussen ons was. Uiteindelijk gingen we als vrienden uit elkaar, voor zover dat kan bij een scheiding. Hij bleef in ons huis wonen, ik vond een appartement in de buurt en bouwde een nieuw bestaan op met mijn kinderen.

De vriendschap met de vrouw van Jaap verwaterde, mijn ex en zij hielden wel contact. Jaap en ik spraken elkaar hooguit eens in de twee maanden. Hoezeer ik ook achter mijn scheiding stond, dat mijn huwelijk niet was gelukt maakte me intens verdrietig voor de kinderen. De etentjes met Jaap brachten me in verwarring: ik stikte van verliefdheid, terwijl ik ook nog met mijn scheiding worstelde. Jaap liet niets blijken van enig gevoel voor mij. Ik besloot dat ik hem moest vergeten. Dat was misschien nog wel moeilijker dan mijn scheiding.

Een nieuwe liefde

Ik was een jaar bij mijn man weg toen Jaap belde. We spraken af in een weekend dat we allebei de kinderen niet hadden. Het werd een picknick, in onze rugzak een fles wijn en lekkere hapjes. Eindelijk durfde Jaap zijn gevoelens uit te spreken. Hij was al verliefd op me sinds die allereerste ontmoeting op het Griekse vliegveld, vertelde hij. Dat was drie jaar geleden, inmiddels boden onze levens ruimte voor een nieuwe liefde. Hij wilde weten of hij een kans bij me maakte. Ik kon niet geloven wat ik hoorde. Toen we begonnen te zoenen, veranderde mijn wereld. Die nacht ben ik bij hem blijven slapen.

We zijn nu drie jaar samen en intens gelukkig. Dat de kinderen al dikke vrienden waren heeft het makkelijk gemaakt. Zijn ex is na de zoveelste relatiepoging weer single. Mijn man bleek tijdens ons huwelijk al een verhouding te hebben met de vrouw bij wie hij nu woont. Beide exen hebben geen moment moeilijk gedaan over Jaap en mij. Voorlopig blijf ik in mijn appartement wonen. Ik wil het mijn dochters niet aandoen van school te wisselen. Het is goed zo. Onze tijd komt nog wel.”
Dit artikel heeft eerder in Kek Mama gestaan.

 

 

Meer openhartige verhalen lezen? Volg ons op Facebook.