Zwemleraren schrikken vaak van de conditie van kinderen: “Na één baantje al moe”
Zwemleraren luiden de noodklok. Ze maken zich massaal zorgen om de gezondheid van kinderen. Zo zouden ze steeds vaker een slechte conditie hebben. Ook gaat hun motoriek achteruit en hebben ze vaker overgewicht, aldus de zwemleraren.
Voor de leraren is dat flink nadelig, want leerlingen hebben hierdoor vaker meer zwemlessen nodig en dat willen zwembaden niet altijd betalen.
Zwemleraren maken zich zorgen
Het beklag van de zwemleraren komt niet uit de lucht vallen. Al in 2018 constateerden het Mulier Instituut en de Onderwijsinspectie dat basisschoolleerlingen minder fit, minder krachtig en motorisch minder vaardig zijn. Hoe dat komt? Omdat ze minder buitenspelen, bleek uit het onderzoek. Vooral bij kinderen die in de grote stad wonen, is dat aan de hand. Zwemcoördinator Jan Pott ziet ook dat kinderen minder fietsen: “Ouders zijn heel erg druk. Ze brengen hun kind even met de bakfiets of auto. Niet alleen naar zwemles, maar ook naar school.” Ook hebben kinderen steeds vaker e-bikes.
Slechtere conditie en motoriek
Ook Jan Plat van Bewegen Werkt vertelt aan het AD dat buitenspelen cruciaal is: “Balletje trappen, klimmen, klauteren, vallen en weer opstaan. Dan ontwikkel je een goede motoriek. Wat we tegenwoordig zien is dat het aantal botbreuken bij kinderen die vallen, toeneemt doordat ze niet de juiste motoriek hebben om een val af te wikkelen.”
Bang om in het water te springen
Zwembadmanager Robin van Dreumel ziet dat ook terug. Zo durven kinderen steeds vaker niet in het water te springen: “Ze vinden het eng, hebben minder feeling met duiken. Alsof ze in speeltuinen minder geoefend hebben met springen.” Zwembaden maken zich zorgen, omdat ze niet altijd in staat zijn op te draaien voor de kosten die bij extra zwemlessen komen kijken. Eerder schreven we al dat steeds minder kinderen hun zwemdiploma haalt.
Bron: AD
Nog meer Kek Mama? Schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >
