‘Van treuzelende kinderen word ik niet alleen ongeduldig, maar ook gewoon boos’

01.12.2020 13:52
Mariëtte Middelbeek

Mariëtte Middelbeek is auteur en columnist en mamavlogger voor Kek Mama. Samen met haar man Erik heeft ze zoon Casper en dochter Nora.

Ik wil mezelf natuurlijk niet tot wetenschapper bombarderen, maar ik denk dat ik waterdicht heb aangetoond dat treuzelen een eigenschap is die niet genetisch bepaald is. Niet alleen ben ik geen treuzelaar, ik heb zelfs een uitgesproken allergie voor traagheid, slenteren en slow motion.
 

Treuzelen

Mijn kinderen hebben het gen wel. Het treuzelgen. Het is de hele dag door actief, maar kent een hoogtepunt in de ochtend, vlak voor de school begint. Dan leidt het gen ertoe dat het aantrekken van een sok vijf minuten duurt, een schoen het dubbele en het leeglepelen van een bakje yoghurt is een project van minstens twintig minuten. Tijd die er niet is, aangezien ik er niet voor voel de wekker voor 6.30 uur te laten afgaan.

En zo komt het dat wij de meeste dagen in looppas naar school gaan, terwijl ik militaire aanmoedigingen roep als: “Jongens, loop nou eens doorrrrr, we komen te laahaaat!” Ergens in mijn hoofd zit dan een stemmetje dat zegt: “Kijk, dit is Mariëtte, als de gezellige moeder die ze zou worden.” Maar dat treuzelen, dat doet iets met mij. Een beetje een rode lap versus stier situatie. Ik word niet alleen ongeduldig, ik word tot schreeuwen aan toe boos. Kan het gewoon niet aanzien, die voet waar na drie minuten dan een halve sok aan bungelt.

De eigenaar van de voet is intussen allang afgeleid door het bouwen van een legokasteel en dan roep ik toch altijd weer: “Kom maar hier, ik doe het wel!” (De sok, niet de lego.) Nora regelt haar zaken het liefst zelf en gaat dan stoïcijns door met slow motion aankleden, maar Casper laat zich dergelijke hulp maar al te graag aanleunen.
 

Lees ook
‘Het belonen van je kind werkt, al eten we wel opvallend vaak pannenkoeken’ >

 

In de soep laten lopen

Iemand zei: je moet het gewoon in de soep laten lopen. Dus op tijd naar school gaan, maar dan in de staat waarin ze zich op dat moment bevinden. Is dat met één schoen, dan is dat zo. Maar dat vind ik gek. “Hallo juf, ja sorry dat ze op sokken lopen, maar we zitten even in een leerproces.”

Bovendien zouden mijn kinderen het een hilarisch experiment vinden en nog verder gaan vertragen, zodat ze in hun onderbroek naar school mogen. Dan verkies ik toch liever mijn militaire aanmoedigingen en het risico dat ik mijn zoon tot zijn 24e zijn sokken moet helpen aantrekken. Misschien heb ik tegen die tijd vanzelf een treuzelgen gekweekt.
 

Deze column staat in Kek Mama 14-2020.

 

 

Meer lezen? Neem hier een abonnement op Kek Mama, de #1 glossy voor moeders.