Medelijden had hoofdredacteur Lisa met die stakkers die zich in de sportschool in het zweet werkten. Sporten was gewoon niet haar ding, had ze zichzelf wijsgemaakt. Tot ze besefte dat er iets moest gebeuren. En nu? Nu herkent ze zichzelf bijna niet meer.
Lees verder onder de advertentie
“Al meer dan tien jaar rijd ik elke dag minstens twee keer langs ‘die sportschool om de hoek’. Achter die enorme glazen ramen zag ik altijd mensen zweten en zwoegen op de loopband en dan dacht ik bij mezelf: arme stakkers. Met een vleugje medelijden en een snufje zelfgenoegzaamheid reed ik vrolijk verder. “Ik ben gewoon niet sportief”, riep ik dan ook hard als iemand ernaar vroeg. Vervolgens wees ik plechtig naar mijn man met de woorden: “Hij is de sportieve.”
Lees verder onder de advertentie
Jarenlang hield ik mezelf dat voor, maar eerlijk gezegd klopt dat niet helemaal. Als kind stond ik op de tennisbaan en rende ik over de atletiekbaan (oké, niet heel verdienstelijk). Later bracht ik twee keer per week uren door in de dansschool. Jazzdance, streetdance en vooral ballet waren mijn grote liefdes. Ik danste zelfs nog op een podium toen ik vijf maanden zwanger was van mijn tweede. Maar gek genoeg voelde dat nooit écht als sporten. Dansen was een passie, geen sport. Dus dacht ik: sportief? Dat ben ik niet.
Halfslachtige pogingen
Toen het gezinsleven drukker werd, hing ik mijn spitzen aan de wilgen. Mijn ‘sportcarrière’ beperkte zich daarna tot een weekje snowboarden en af en toe een yogales. Als mensen vroegen of ik aan sport deed, wees ik lachend naar mijn vier kinderen en zei ik: “Topsport!” Maar diep vanbinnen wist ik wel beter: ik moest weer eens écht wat gaan doen.
Lees verder onder de advertentie
Ik deed een poging tot hardlopen met de man des huizes, maar het enorme gat tussen ons qua conditie en uithoudingsvermogen werkte op z’n zachtst gezegd niet motiverend. Dus dat initiatief was van korte duur. Daarna ging ik een aantal weken enthousiast baantjes zwemmen, heerlijk dacht ik, maar er was één ding dat ik vreselijk vond. Probeer maar eens je halfnatte benen in een spijkerbroek te wurmen zonder te vloeken. Nou, dat lukt dus niet. Het duurde dan ook niet lang voordat ik ook dat avontuur afblies.
Het was maanden later tijdens een bezoekje aan mijn schoonzus dat mijn sportieve vlam weer een beetje aanging. Ze vertelde vol enthousiasme dat ze nu vier keer per week in de sportschool stond – mét personal trainer. Ik keek haar aan alsof ze net had aangekondigd dat ze ging meedoen aan de Olympische Spelen. Hoe dan?! Want eerlijk, zij en ik zaten ooit qua sportiviteit op hetzelfde niveau. Sterker nog, we hadden weleens samen een 65+ pilatesles gevolgd (ja, vrijwillig) en konden dat nauwelijks bijbenen. Daarna hadden we het unaniem als ‘niet ons ding’ bestempeld en waren we nooit meer teruggekomen. En nu? Nu was ze stralend aan het vertellen over krachttraining en burpees. Ik zag wat het met haar deed: ze straalde. Niet alleen was ze fysiek sterker, maar ook mentaal. Fitter, vrolijker en met bakken energie. Dat zette me aan het denken. Misschien, heel misschien, was het tijd om ook in actie te komen.
Lees verder onder de advertentie
Dit was ’m
Het bleef een tijdje bij denken en overwegen, maar de echte actie bleef uit. Totdat mijn buurvrouw, die toevallig ook mijn vriendin is, bij me op de thee kwam. “Ik móét echt gaan sporten”, zei ze ineens vastberaden. Het was alsof het universum me een schop onder mijn kont gaf en alle puzzelstukjes opeens perfect in elkaar vielen. “Let’s do it!” riep ik enthousiast en binnen een week waren we op zoek naar een sportschool.
Lees verder onder de advertentie
Ik moet eerlijk toegeven: het vertrouwen in mezelf was op dat moment ongeveer net zo stevig als een zandkasteel bij vloed. De kans dat dit weer zo’n projectje van een paar weken zou worden, leek behoorlijk groot. Maar ik wist één ding zeker: ik moest nú in actie komen. Geen excuses meer. Dus begon ik mijn online speurtocht en werd alles getrechterd tot een shortlist van drie opties. De drempel om te gaan moest zo laag mogelijk zijn – bij voorkeur lager dan een stoeptegel. Dus uiteindelijk bleven er twee sportscholen over om te bekijken.
Vanaf het moment dat we die ene ‘sportschool om de hoek’ binnenstapten, wisten we het eigenlijk al: dit was ’m. Het was er rustig en we kregen een uitgebreide rondleiding. Een paar dagen later stond onze eerste proefles op de planning. Een HIIT-les; hoge intensiteit intervaltraining. Jawel, meteen in het diepe.
Lees verder onder de advertentie
De ab-roller
Met een lichte zenuwachtige kriebel in mijn buik over wat ik moest verwachten, gingen we er op maandagavond naartoe. Toen ik bij binnenkomst zag dat we vergezeld werden door minstens zes vrolijke 65-plussers, ademde ik toch iets rustiger. Dit kon ik aan… toch?
Dio, onze hyperenthousiaste instructeur met de energie van een labradorpup na een dubbele espresso, legde alle oefeningen één voor één uit. Bij het zien van de ab-roller voelde ik de moed wel een beetje in mijn sportschoenen zakken, maar er was nu geen weg meer terug.
Vijftig minuten later had ik een hoofd zo rood als een tomaat en had ik een ik-weet-niet-of-dit-mijn-limiet-is-of-gewoon-mijn-avondeten-gevoel, maar ik voelde me ook voldaan. Naast de groepslessen waagde ik me ook aan personal trainingen. De eerste sessie was vreselijk. Ik zag sterretjes en ging bijna van mijn stokje, maar gelukkig werd het daarna steeds makkelijker. Dankzij die trainingen leerde ik ook al snel het hele team van de sportschool kennen en bij iedere binnenkomst werd ik vrolijk begroet. De machines, die in mijn ogen eerst uit een martelkamer leken te zijn ontsnapt, begonnen hun dreigende glans te verliezen. Ik leerde nieuwe oefeningen, ging zelfverzekerd aan de slag met de Smith Machine en zag hoe ik week na week sterker werd. Het sporten begon niet meer als een straf te voelen, maar als een overwinning.
Lees verder onder de advertentie
Onherkenbaar
Het werd een soort gezonde verslaving, waarbij ik écht zin kreeg om naar de sportschool te gaan. Mijn man keek me vol verbazing aan. “Ik ken jou niet meer”, zei hij op een dag, terwijl ik al klaarstond met mijn tas en mijn meest blije gymgezicht. En eerlijk gezegd herkende ik mezelf ook niet meer. Wie was deze nieuwe versie van mij die opeens wist wat een Bulgarian split squat en een RDL was? Wie was die meid die een legpress zonder blikken en blozen op 90 kilo zette?
Lees verder onder de advertentie
Als ik nu de ochtend na het sporten wakker word zonder spierpijn, denk ik niet: fijn, maar dan denk ik: de volgende keer ga ik harder trainen. Ik zou mezelf nog zéker geen fitgirl noemen, maar af en toe als ik nu op de loopband sta, kijk ik naar de auto’s die langsrijden en besef ik: ik ben een van die stakkers op de loopband geworden en dat vind ik helemaal prima.
Sommige stellen praten eindeloos over of en wanneer ze aan kinderen willen beginnen. Bij Danny Froger en zijn vriendin Ann Dominique Wilten ging dat nét even anders.
Iedere week delen we op Kek Mama een dilemma van een lezer. Deze week het verhaal van Boukje (33). Ze worstelt met de wekelijkse hulp van haar schoonmoeder. Ze wil hier graag mee stoppen, maar wil haar moment met de kinderen ook niet afnemen.
Je kent ze misschien nog van Een Huis Vol: de familie Nagelkerke. Inmiddels zijn ze geen vast tv-gezicht meer, maar online zijn ze nog steeds aanwezig.
Iedere week delen we op Kek Mama een dilemma van een lezer. Deze week het verhaal van Aribel (31), Ze is kortgeleden voor het eerst moeder geworden, maar ze merkt dat haar schoonmoeder erg geïnteresseerd is in haar zwangerschapskilo’s. Tot grote frustratie van Aribel.
Waar kinderen het eerst de hele dag over ‘six seven’ hadden, gaat het nu ineens over ‘41’. Als ouder vraag je je misschien af: waar hebben ze het over? Geen zorgen: wij leggen het je uit.
Charly Luske (47) kennen we als charmante zanger, musicalster en binnenkort ook als acteur in Onze Jongens 3. Maar achter de schermen speelt zich iets veel persoonlijkers af: de transitie van zijn oudste kind.