‘Ik doe alles thuis en dat is prima’
Maria en haar man werken allebei, maar zij runt het hele huishouden. Niet omdat hij een hark is, maar omdat zij het zo wil. “Ik doe alles gewoon veel beter.”
Voor wij kinderen kregen, wist ik precies hoe we het zouden aanpakken. Natuurlijk zouden we de taken eerlijk verdelen. Hallo zeg, de jaren vijftig liggen allang achter ons, we werken allebei, zijn modern en geëmancipeerd. Ik zag helemaal voor me hoe ik thuis zou komen van mijn werk. Verwarming aan, lief spelende kinderen en mijn man in de keuken, roerend in de pannen. Prachtig plaatje.
Inmiddels zijn we vele jaren en twee dochters verder. En kan ik niets anders concluderen dan: fiftyfifty mijn reet. Niet omdat mijn man niets doet, maar omdat ík hem daar de kans niet toe geef. Want ik doe alles en ik vind het prima.
Kampioenschap eigenwijsheid
Met onze eerste dochter nog in mijn buik, krabbelde ik al terug. Van die vier dagen werken, maakte ik al snel drie. Omdat ik zo veel mogelijk bij ons kind wilde zijn. Tijdens slaapjes en ’s avonds kon ik vast wel werken – lang leve het freelancebestaan.
En nu heb ik twee dochters van zeven en vier en lach ik mezelf snoeihard uit. Als er een kampioenschap eigenwijsheid wordt georganiseerd, win ik glansrijk. Ik prop van alles in te weinig tijd en mag daarover graag mopperen en mekkeren. Eigen schuld, dikke bult. Moet ik maar wat taken uit handen geven. Maar dat vind ik dus op z’n zachtst gezegd lastig. Ik zou eindeloos kunnen oreren over de spagaat tussen werken en moederen. Daar zit een kern van waarheid in, maar ik weet ook: het zit in mij. Ik ben stronteigenwijs en vind dat ik alles het beste kan. Is ook zo, overigens.
Of het nou gaat om het intekenen voor de schoolreis, het labelen van drinkbekers, sintcadeautjes kopen, het organiseren van kinderfeestjes, de gymschoenencheck aan het einde van de schoolvakantie, de inkoop van de bso-dagen, het organiseren van speeldates, afspraken bij de tandarts, dokter en kapper, hapjes voor het kerstdiner, de doos voor het paasontbijt – ik fiks het voor hij ook maar weet dat het moet gebeuren.
Bij het rechte eind
Af en toe probeer het wel hoor, om een taak over te dragen. Zo wilde ik de verjaardag van mijn oudste vieren met een speurtocht met tien vriendinnetjes. En dan de middag afsluiten met een modeshow. Leuk idee, maar best veel werk. Toen ik tierde van de stress, stelde mijn man voor dat hij de speurtocht op zich zou nemen. Uiteraard wel op zijn manier en wanneer hij er tijd voor heeft. Een uur voor de hele bende zou arriveren, was hij pas klaar. Het werkte, maar rustgevend was het niet.
Het komt gewoon omdat ik het voor mijn gevoel vaker – zo niet altijd – bij het rechte eind heb. Daar wordt een mens best eigengereid van. Onze jongste is nogal vaak ziek. Niet ernstigs hoor, gewoon koorts en snot, oor- en keelpijn. Dan lig je thuis op de bank toch het lekkerst.
Het voordeel van freelancer is dat ik geen baas heb dus er gewoon voor haar ben, maar in the end moeten de stukken natuurlijk wel geschreven worden. Ik kan mijn werk niet zomaar in de wacht zetten. Gelukkig zie ik een ziekteperiode al van mijlenver aankomen en begin ik dan al te regelen, waar mijn man denkt: we zien het wel. Ik ruik aan mijn dochter dat ze binnenkort ziek wordt. Echt, ik heb er nog nooit naast gezeten. Haar adem ruikt anders en haar lichaamsgeur verandert ook. De eerste keer dat ik dat riep, keek mijn man me glazig aan. Je ruikt wat? Inmiddels vertrouwt hij ook op mijn neus.
Lees ook
‘Huishouden, werk, de kinderen: mijn man en ik onderhandelen over álles’ >
‘Ik kan niet loslaten’
Ik had trouwens niet verwacht zo’n ontzettende controlefreak te worden. Maar hoe langer we dit gezin runnen, hoe meer ik met mijn neus op de feiten word gedrukt: ik kan niet loslaten. Het moet op mijn manier. Het komt ook voort uit liefde, voor mijn man, voor de kinderen. Een paar keer per jaar verlaat ik het nest voor een weekendje weg met vriendinnen. Als mijn man dat op zijn beurt doet, kwakt hij een boxershort en een tandenborstel in een tas, geeft ons alledrie een kus weg is hij.
Hij heeft best belangstelling voor onze plannen, maar zal zich er niet mee bemoeien. Ha, ik niet. Voor ik vertrek, ligt de schone was gestreken in de kast zodat niemand misgrijpt (en dan weet ik me nog in te houden, ik leg nog net geen setjes klaar). Ik stouw de koelkast vol eten en de kasten vol lekkers. Zodat man en dochters zich niet om de supermarkt of de was hoeven te bekommeren. Volslagen idioot, ik weet het. En toch doe ik het keer op keer. Ik kan niet anders, heb geen rust anders. Als ik eenmaal weg ben, gaat loslaten me gelukkig stukken beter af, dat wel.
‘Toch zou ik niet willen ruilen’
Eerlijk is eerlijk, als het me lukt alles tot in de puntjes voor iedereen te regelen is mijn voldoening groot, net als de dankbaarheid van mijn man. Hij heeft dondersgoed door wat ik doe en laat vaak merken hoe fijn hij dat vindt. Toch ben ik mijn eigen gedrag soms meer dan beu. Ik word er namelijk niet leuker van. Zolang alles soepel loopt, is er geen vuiltje aan de lucht. Dan huppel ik trots door het huis. Kijk mij het eens even goed voor elkaar hebben.
Maar loopt het spaak, dan word ik best een trut. Kortaf en onredelijk. Wat dat betreft kan ik wel wat leren van vriendinnen die de taken thuis beter hebben verdeeld. Zij kunnen beter loslaten. Als ik klaag over mijn drukke bestaan, hoef ik niet op hun begrip te rekenen. Ik doe het mezelf aan, zeggen ze spottend. En dat is ook zo, maar toch zou ik niet willen ruilen.
Dit artikel staat in Kek Mama 04-2018 en is al een keer eerder gepubliceerd.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >