
Bas: ‘Papa, volgens mij zie ik daar een blote piemel…’
Het zal je gebeuren: heb je net al je spullen uitgepakt op het strand, in je eentje met drie kinderen, blijk je op het naaktstrand te zitten.
Het is frustrerend als je kind voor de zoveelste keer niet luistert. Daarom onderzocht Reem Raouda, auteur van het boek voor ouders: Foundation, tweehonderd ouder-kindrelaties. Ze kwam erachter welke zinnen je vooral niet moet gebruiken als je wil dat je kind doet wat je vraagt.
Hoe en wat je tegen je kind zegt, maakt alle verschil volgens de auteur en onderzoeker. Ouders die zelden strijd hebben met hun kinderen, weten dit, zo blijkt uit het onderzoek. Er kwamen vijf zinnen naar voren die deze ouders nooit gebruiken.
Het zijn bepaalde zinnen of uitspraken die de vecht-of-vluchtreactie van je kind triggeren en daarom dus juist averechts werken. Wanneer je praat op een manier die de autonomie van je kind respecteert, zal je veel meer voor elkaar krijgen, zo stelt Reem Raouda.
Dit zijn de vijf zinnen die je beter kunt skippen en wat je wel kunt zeggen om meer samenwerking te krijgen:
Deze zin gaat totaal voorbij aan de autonomie van je kind en gooit de deur naar samenwerking keihard dicht. Je kind voelt zich niet serieus genomen en is dan ook niet geneigd om naar je te luisteren. Een korte uitleg geeft je kind het gevoel dat zijn of haar mening telt, zonder dat je zelf de controle verliest. Zeg liever: ‘Ik weet dat je het er niet mee eens bent. Ik leg het je even uit en dan gaan we weer verder.’
Dreigen werkt misschien wel eens, maar op de lange termijn krijg je er alleen maar meer strijd van. Zeg liever: ‘Wanneer je je schoenen aan hebt, kunnen we naar het park.’ Zo bepaal jij de grens, maar krijg je kind wel een gevoel van autonomie.
Deze zin kreeg je zelf vast wel eens te horen als kind en gaat totaal voorbij aan de gevoelens en emoties van kinderen. Huilen is geen dramagedrag, maar communicatie voor een kind. Erken die emoties en zoek de verbinding, want je zal zien dat je kind daar juist door kalmeert. Zeg dan ook liever: ‘Ik zie van je verdrietig bent, kun je me vertellen wat er aan de hand is?’
Deze zin komt er waarschijnlijk wel eens uit als je gefrustreerd bent en dat is ook logisch. Toch heeft je kind er vrij weinig aan. Je zegt liever: ‘Ik heb hier al een paar keer naar gevraagd. Wat maakt het zo lastig voor je?’ Misschien zit er echt iets achter waardoor je kind niet doet wat je vraagt.
Deze zin kan je misschien goed bedoelen, maar kan best pijn doen bij je kind. Het krijgt het gevoel iets verkeerd te hebben gedaan en dat zorgt niet echt voor samenwerking. Wat je volgens de onderzoeker liever zegt is: ‘Er zit iets in de weg om je beste zelf te zijn, zullen we even praten?’ Deze zin gaat uit van vertrouwen en nodigt uit tot samenwerking.
Het gaat er niet om wie de baas is, maar dat je een sfeer creëert waarin luisteren vanzelfsprekender wordt. Kinderen die zich gehoord en gerespecteerd voelen, zijn veel sneller geneigd om mee te werken. Niet omdat ze moeten, maar omdat ze willen, aldus Reem Raouda.
Ook goed om te weten: deze simpele regel is naar verluidt dé opvoedtip om je kind aan het praten te krijgen
Bron: cnbc.com
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!