Baby’s die ‘s nachts minder slapen, hebben volgens dit onderzoek iets meer kans op autisme

baby slapen autisme Beeld: Canva
Isa Bulthuis
Isa Bulthuis
Leestijd: 3 minuten

Als ouder weet je hoe belangrijk slaap is – voor je baby, maar stiekem ook voor jezelf. Toch lukt het de ene baby beter dan de andere om ’s nachts goed te slapen. Een nieuw Australisch onderzoek onderstreept hoe belangrijk die nachtrust écht kan zijn: baby’s die op jonge leeftijd minder goed slapen, blijken later iets meer kans te hebben op autistische kenmerken.

Lees verder onder de advertentie

Volgens Scientias volgden onderzoekers 1.074 baby’s en hun moeders vanaf de geboorte tot het elfde levensjaar. Ze keken onder andere naar hoeveel uur de baby’s sliepen op zes en twaalf maanden, hoe snel ze in slaap vielen en of ouders hun slaapgedrag als problematisch ervaarden. Later werd gekeken naar autistische trekjes op twee- en vierjarige leeftijd, en naar eventuele diagnoses rond het elfde jaar.

Lees verder onder de advertentie

Meer slaap, minder kans op autistische trekjes

Wat bleek? Elk extra uur slaap per nacht op zes maanden hing samen met ruim 4 procent minder autistische kenmerken op jonge leeftijd. Bovendien hadden deze goed slapende baby’s, volgens het onderzoek, maar liefst 22 procent minder kans om op latere leeftijd daadwerkelijk de diagnose autisme te krijgen.

Lees verder onder de advertentie

Ook in slaap vallen is belangrijk

Slaap draait volgens het onderzoek niet alleen om hoe lang je kind slaapt, maar ook om hoe goed. Op twaalf maanden keken de onderzoekers naar hoe snel baby’s in slaap vielen. Baby’s die daar vijf minuten langer dan gemiddeld over deden, bleken later meer autistische trekjes te vertonen en hadden bijna 8% meer kans op een diagnose. Met andere woorden: kwantiteit en kwaliteit van slaap maken uit.

Lees verder onder de advertentie

Gemiddeld sliepen de baby’s op zes maanden zo’n 10,6 uur per nacht, met nog eens 3,4 uur aan dutjes overdag. Een half jaar later was de nachtrust iets langer (10,9 uur), maar de dutjes korter (2,5 uur). Toch gaf bijna een op de vijf ouders aan dat hun kindje moeite had met slapen – een ervaring die veel ouders vast zullen herkennen.

Belangrijke signalen, geen voorspellingen

Toch is het goed om deze bevindingen met nuance te bekijken. De studie laat een verband zien, maar dat betekent niet automatisch dat weinig slaap autisme veroorzaakt. Het zou ook andersom kunnen zijn: een babybrein dat anders in elkaar zit, slaapt misschien minder goed. Of het werkt beide kanten op: een uniek brein verstoort de slaap, en slechte slaap beïnvloedt op zijn beurt weer de ontwikkeling.

Lees verder onder de advertentie

Daarnaast werd de slaap in dit onderzoek niet gemeten met sensoren of apparatuur, maar op basis van ouderlijke inschatting. Dat is minder precies, maar wel praktisch bij zo’n grote groep. En belangrijk om te weten: deze studie keek naar baby’s uit de algemene bevolking, dus niet alleen naar kinderen die al een verhoogd risico op autisme hadden. Daardoor zijn de resultaten ook relevanter voor de ‘gemiddelde’ baby.

Wat kunnen ouders hiermee?

Voel je vooral niet schuldig als jouw baby geen doorslaper is. De verbanden uit het onderzoek zijn gemiddelden op groepsniveau. Je kunt hier dus geen voorspellingen mee doen over je eigen kind. Maar de bevindingen zouden eventueel kunnen helpen bij vroege signalering.

Slaappatronen zijn dus geen glazen bol, maar wel een stukje van de puzzel. Net als gedrag, sociale ontwikkeling en communicatie. Samen geven die onderdelen een completer beeld van hoe je kindje zich ontwikkelt.

Eerder bleek uit dit onderzoek dat zwangere vrouwen met diabetes ook iets meer kans hebben op een kind met ADHD of autisme.

Bron: Scientias

Lees verder onder de advertentie

Meest bekeken