It takes a village: waarom een ‘dorp’ aan medeopvoeders zo gek nog niet is

17.03.2023 12:16
mombracing it takes a village Beeld: Getty Images

It takes a village to raise a child, oftewel: een kind kan maar het beste opgroeien in een hechte gemeenschap van mensen. Trouwens, je eigen ‘dorpje’ om je heen creëren is niet alleen goed voor je kind, maar zeker ook voor jou.

‘Omwana takulila nju emoi’, ‘Omwana taba womoi’, ‘Omwana ni wa bhone’, het lijkt bijna een mantra, maar het zijn drie Afrikaanse spreekwoorden die zoveel zeggen als: it takes a village to raise a child. In grote delen van Afrika leeft namelijk van oudsher het idee dat het opvoeden van een kind niet alleen de verantwoordelijkheid is van de ouders, maar van heel het dorp of de stam.

Hoewel we in Nederland allang niet meer in stamverband leven, ontdekten veel ouders tijdens de lockdowns – en de daarbij behorende sluiting van de scholen – dat een sterk netwerk van familie, buren en vrienden van onschatbare waarde is. Zijn we, nu alles weer ‘normaal’ is, weer terug gevlucht naar de veilige bubbel van ons eigen gezin?

Gemeenschapsgevoel

Ontwikkelingspsycholoog en Marielle Balledux hoopt van niet. Ze is medeauteur van Opgroeien doe je samen, een rapport van het Nederlands Jeugdinstituut.

“De Nederlandse cultuur is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld sommige Afrikaanse of Zuid-Europese culturen, redelijk individualistisch ingesteld. Dat gaat in fases. Tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog leefde ook bij ons het gevoel van: we moeten het samen doen. Maar zodra de welvaart in een land hoog is, zie je dat de gemeenschapszin over het algemeen een stuk minder belangrijk wordt. Daarnaast verhuizen we tegenwoordig veel meer uit onze geboorteplaats, waardoor familie en vrienden verder weg wonen. Ook zijn gezinnen kleiner, waardoor er van nature een minder groot netwerk is.”

“We willen laten zien dat we het opvoeden heus alleen kunnen, maar dat hóéft juist niet”

Maar sinds corona en met alles wat zich nu afspeelt in de maatschappij – velen moeten van minder rondkomen, er is meer armoede; sommige kinderen gaan zelfs zonder ontbijt naar school – merkt Marielle dat het gemeenschapsgevoel weer hoger op de agenda staat. Opvoeden is daar een belangrijk onderdeel van. “We willen het als ouder vaak allemaal zelf doen. Anderen moeten namelijk vooral niet denken dat we het niet alleen aankunnen. Maar de boodschap is juist: je hóéft het niet alleen te doen. Samen opvoeden is veel fijner en ontzettend waardevol voor zowel ouders als kinderen.”

Lees ook – Bouchra helpt duizend dagen lang kwetsbare moeders met een migratieachtergrond >

Steunpilaren

Dat is precies wat Tabitha (44), moeder van Teun (7) en Willem (3), ervoer toen zij anderhalf jaar geleden haar man verloor en er plots alleen voor kwam te staan.

“Toen Frank en ik in onze buurt kwamen wonen, merkte ik al dat we in een hecht clubje buren terechtkwamen. Ik was meer op mijn gezin gericht en had ook niet de behoefte om me ertussen te wringen. Maar sinds het overlijden van Frank zijn mijn buren echte steunpilaren geworden. Ze brengen regelmatig eten, houden een extra oogje in het zeil als de kinderen buitenspelen en vragen de jongens mee als ze de hond uitlaten.

Ik moest er in het begin best aan wennen, maar het voelt inmiddels heel vertrouwd. Mijn familie en vrienden wonen niet naast de deur en ik merk dat het makkelijker is om hulp te vragen aan mensen die dichtbij wonen. Zo kan ik een buurman om hulp vragen als er een nieuw bedje in elkaar gezet moet worden; andersom probeer ik ook iets terug te doen.

Ik merk dat mijn zoons behoefte hebben aan andere rolmodellen dan alleen hun moeder. En ik denk dat dat heel gezond is. Mijn broer is nu bijvoorbeeld veel meer betrokken bij hun leven dan vroeger. Hij speelt Stratego met ze en leert ze de Rubiks-kubus. Hij heeft meer geduld dan ik om ze spelletjes uit te leggen; Teun en Willem genieten van alle aandacht die ze van hem krijgen.

Ik dump mijn kinderen niet zomaar overal, maar ik krijg wel steeds meer vertrouwen op het netwerk dat we nu om ons heen bouwen. Het besef dat ik er niet alleen voor sta geeft me rust. Binnenkort gaan de jongens voor het eerst logeren bij buren die ook twee zoons hebben. Ik vind het best spannend, maar ik kijk ook uit naar de vrijheid die het mij hopelijk gaat opleveren.”

Netwerk

Opa, oma, oom, tante, de leraar, een voetbalcoach, de balletjuf, een YouTube-influencer, de buurvrouw, de moeder van een vriendje; iedereen in de omgeving van een kind kan een medeopvoeder zijn die dichtbij of iets verder van het gezin afstaat. Voor ouders geeft dat verlichting bij de opvoeding, blijkt uit het onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut.

Marielle: “Eet mijn dochter niet te weinig? Help, mijn zoon slaapt niet, wat kan ik doen? Wanneer laat ik mijn kinderen alleen naar school fietsen? Als moeder denk je vaak dat je de enige bent met dit soort vragen. Als je een netwerk hebt van mensen met wie je het over dit soort zaken kunt hebben, leer je iets niet alleen vanuit verschillende perspectieven te bekijken, maar kun je ook beter met het moederschap omgaan. Je wordt meer ontspannen, ervaart minder stress en daar word je een leukere en relaxtere moeder van.”

Medeopvoeders

Ook voor kinderen heeft een ‘dorp’ aan medeopvoeders alleen maar voordelen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat kinderen die kunnen terugvallen op andere volwassenen dan alleen hun eigen ouders veerkrachtiger en weerbaarder zijn. En uit een Nieuw-Zeelands onderzoek over een periode van 45 jaar blijkt dat kinderen met een stevig sociaal netwerk later in hun leven gezondere en gelukkigere mensen zijn.

Marielle: “Voor een kind is het verrijkend om meerdere steunfiguren in het leven te hebben. Om een community te hebben waarmee ze zich verbonden voelen. Om te ervaren dat het leven niet alleen bestaat uit jou en je gezin, maar dat er andere vormen zijn, mensen met een andere levenshouding en met andere normen en waarden. Dat is hoe kinderen opgroeien tot veerkrachtige volwassenen.”

mombracing it takes a village

Speciale rol

Melissa (38) heeft een latrelatie, is bewust kinderloos en tante van Billy (8). “Toen ik tante werd heb ik helemaal niet nagedacht over welke rol ik in het leven van mijn neefje ging vervullen. Billy en ik hadden wel al direct een diepe band. Toen hij vier was bleef hij voor het eerst bij me logeren en toen kwamen de vragen. ‘Melissa, wil jij geen baby in je buik?’ was er zo een. Nee, vertelde ik hem dan, ik vind tante van jou zijn leuker en zal er altijd voor je zijn. Dat was een bevredigend antwoord voor hem.

Of hij vroeg waarom ik alleen woonde en waarom ik niet wilde trouwen. Heerlijk, dat soort vragen. Toen begreep ik dat ik hem een bredere kijk op relaties en het leven kan meegeven en het besef dat er meer is dan het standaard plaatje. Dat is een heel bijzondere rol. Hij hoeft er van mij niets mee te doen, maar ik zie nu al dat hij niet zo gek opkijkt van andere relatievormen. Zo ben ik goed bevriend met een homostel en soms gaan we met z’n allen naar een pretpark of ander uitje in de vakantie. Ik heb Billy toen hij jonger was een keer uitgelegd dat je als man van mannen kunt houden en als vrouw van vrouwen. En dat was het dan.

“Als tante heb ik een bijzondere rol; hij vertelt me geheimpjes die ik met niemand mag delen”

Als tante heb je sowieso een andere rol dan ouders. Je krijg vaak als eerste over alle verliefdheden te horen en andere geheimpjes die je met niemand mag delen. Wat ik natuurlijk ook niet doe. Dat Billy zich veilig genoeg bij me voelt om die geheimen met me te delen, maakt me heel trots en dat vertrouwen zal ik nooit beschamen.”

Lees ook – Herenigd met je beste vriendin: ‘Mijn kinderen noemen haar nu tante’ >

Een dorp creëren

Wil je je eigen ‘dorp’ creëren maar is je netwerk niet zo groot? Volgens Marielle kun je dat op verschillende manieren aanpakken.

“Stel dat je familie niet dichtbij woont of dat je geen contact meer met ze hebt, dan kun je beginnen door het zo dicht mogelijk bij huis te zoeken. Op het schoolplein bijvoorbeeld, waar moeders met kinderen van dezelfde leeftijd en fase zijn. Doe mee aan activiteiten in je buurt of word lid van een sportvereniging om nieuwe mensen te leren kennen. Ook online gemeenschappen spelen tegenwoordig een belangrijke rol. Zat je in een appgroep van een zwangerschapsklasje – yoga bijvoorbeeld? Haal daar de contacten van aan, vraag hoe het met de andere mama’s gaat en wie weet wat er ontstaat.”

Natuurlijk kan dat spannend zijn, maar je zal een eerste stap moeten zetten als je je netwerk wilt uitbreiden.

“Sta open voor nieuwe contacten. Je hoeft niet per se naar gelijkgestemden op zoek, je kunt bijvoorbeeld ook vragen stellen aan moeders met oudere kinderen. Die zitten niet meer midden in het opvoedproces en kunnen je met een frisse blik weer op ideeën brengen. Het is gewoon fijn om je vragen en onzekerheden over het ouderschap te delen. En als je te maken krijgt met de moedermaffia of andere mensen met een pittige mening over hoe jij dingen aanpakt, dan is het belangrijk om je eigen grenzen te stellen.”

Kortom, als iemand je in plaats van energie veel stress oplevert, dan is dit niet de persoon die je nodig hebt in jouw ‘dorp’.

Als een kip zonder kop

Sanne (35) is getrouwd met Jack (36) en moeder van Britte (10) en Levi (7). Ze was de eerste in haar vriendenkring die kinderen kreeg.

“Het eerste jaar als moeder liep ik echt als een kip zonder kop rond. Ik had geen idee wat me overkwam, vond het ontzettend zwaar om Britte 24/7 aan me geplakt te hebben. Ik kwam uit een leven van wekelijks stappen met vriendinnen, spontane vakanties en uitjes. Toen ik Jack ontmoette was het direct duidelijk: hij wordt de vader van mijn kinderen. We hebben dan ook bewust gekozen voor het jonge ouderschap.

“Mijn vriendinnen zaten in een andere fase, bij hen kon ik niet terecht met m’n onzekerheden”

Toch heb ik niet zo goed over de gevolgen nagedacht. Mijn vriendinnen zaten nog helemaal niet in de babyfase en leefden vrolijk hun vrije leven verder. Ik zat met vragen over kolven, middagslaapjes, slapeloze nachten en met allerlei onzekerheden over het moederschap waarmee ik bij niemand terechtkon. Mijn moeder wilde ik er niet mee belasten en bij mijn schoonmoeder voel ik me ook niet genoeg op mijn gemak. Jack probeerde me wel gerust te stellen en zei dat ik het goed deed, maar ja, voor hem was het ook allemaal nieuw. Ik miste een community van vrouwen die tegen dezelfde struggles aanliepen.”

Mamacafé

Sanne: “Op een doorwaakte nacht kwam ik online via een krantenartikel iets tegen over mamacafés. Van de naam werd ik direct enthousiast. Het zijn plekken in verschillende steden waar jonge moeders samen kunnen komen om over het moederschap te praten, vragen kunnen stellen en tips met elkaar kunnen delen. Ik vond het best spannend om er voor het eerst heen te gaan, maar er was vrijwel direct een gevoel van ‘thuiskomen’. Als jonge moeder loop je nou eenmaal tegen veel dezelfde vragen en onzekerheden aan.

Ik ben nu tien jaar en een zoon verder, maar ik heb aan die tijd twee goede vriendschappen overgehouden. Nog steeds steunen we elkaar met de uitdagingen die we tegenkomen in het moederschap, ook nu de kinderen ouder worden. Ze hebben me echt door de tropenjaren heen gesleept.”

Jij relaxter en je kind veerkrachtiger? ‘Omwana takulila nju emoi’, ‘Omwana taba womoi’, ‘Omwana ni wa bhone’ is als mantra is helemaal zo gek nog niet.

Meer info: nji.nl/ouders.

87% van de moeders in Nederland heeft te maken met momshaming, blijkt uit onderzoek van Kek Mama. Dat vond de redactie zó schokkend, dat ze een campagne is gestart: Kek Mama lanceert mombracing, de tegenhanger van momshaming, en roept alle moeders op om elkaar voortaan te steunen in plaats van te bekritiseren.