‘Het idee dat ik met andere ouders op het schoolplein moet keuvelen, daar gruwel ik van’

22.04.2023 18:02
schoolplein hel Beeld: Getty Images

Maaike is dol op haar kinderen Max (8) en Fien (11). En ook op de school waar ze op zitten. In theorie dan, want ze komt er bij voorkeur niet.

Mijn man haalt en brengt de kinderen meestal van en naar school en daar ben ik blij om. Hij vindt het nog gezellig ook. Voor hem hét moment om gezellig bij te kletsen met andere vaders en grapjes te maken met de juffen. Hij kan dat. Hij ziet er de humor van in, alles wat er op en rond dat schoolplein gebeurt. Ik heb er, weet ik nu mijn oudste in groep 7 zit, totaal geen talent voor.

Zet me in de kroeg en ik vermaak me prima, laat me een Powerpointpresentatie geven, ik draai mijn hand er niet voor om, maar op het schoolplein voel ik me niet op mijn gemak. Zo hebben we het samen goed geregeld: hij brengt en haalt de kinderen op de meeste dagen. Hij kent de mensen op en rond school. Ik heb, net als hij, contact met de docenten, via de app, telefonisch of tijdens de gesprekken op school.

Verplicht keuvelen

De weinige keren dat ik op het schoolplein sta, verschuil ik me zoveel mogelijk achter een grote haag tot ik mijn kinderen aan zie komen. Het idee dat ik met andere moeders of vaders moet keuvelen, daar gruwel ik van. Ik ben totaal niet verlegen, maar voel me ongemakkelijk.

“Al die vragen van moeders, ik word er echt nerveus van”

Mensen kunnen zoveel vragen dat ik er zenuwachtig van word. Persoonlijke dingen deel ik wel met mijn vriendinnen, die hoef ik op het schoolplein niet te bespreken. Ik probeer het oppervlakkig te houden door te praten over het weer of gebeurtenissen op school, ook al merk ik aan sommige gesprekspartners dat ze dat niet genoeg vinden. Dan willen ze meer weten of van alles vertellen. Maar daar ga ik niet aan beginnen, ik hoor al meer dan me lief is. Ik vermoed dat andere ouders me fel vinden, want roddels kap ik altijd meteen af. “Joh, wat de moeder van Kim uitspookt met de vader van Noah zijn echt mijn zaken niet”, zeg ik dan bijvoorbeeld.

Knullige vibe

Daarnaast heb ik niets met die knullige vibe van school, die Luizenmoeder-vibe. Zo is er die ene vader die graag wil opvallen – wat eigenlijk niet echt nodig is omdat hij 2,10 meter lang is en daarmee sowieso al de aandacht trekt. Maar zodra hij het schoolplein op komt schreeuwt hij keihard “Goeiedag!!!” tegen niemand in het bijzonder.

Ook is er de moeder die altijd zieltjes probeert te winnen voor de strijd die ze op dat moment aan het leveren is – dat het niet oké is dat er geen vrouwen mee mogen doen aan het mannenzangkoor of dat we in opstand moeten komen omdat er niet meer naar kinderen gezwaaid mag worden nadat de schoolbel ’s ochtends is gegaan (wat me redelijk lijkt, die kinderen worden daar toch alleen maar door afgeleid).

Tot slot zijn er de vileine klassenouders – vaak moeders – die er volgens mij hoogstpersoonlijk voor zorgen dat als je in hun ogen iets verkeerd doet, je kind drie treden van de sociale ladder valt. Het idee van de moedermaffia, ik geloofde er niet in voor ik kinderen had, maar ik weet nu dat die bij ons op school wel degelijk bestaat.

Lees ook – Mama doet ook eens aardig: ‘Een jaartje klassenouder? Het werden er zeven’ >

Hiërarchie

Die hiërarchie op het schoolplein, daarvan ken ik na zeven jaar nog steeds de codes niet goed. Ik heb er een paar jaar over gedaan om uit te vinden dat wie veel op het schoolplein te vinden is, ook de mores bepaalt. Die mores zijn de mijne niet. Ik hou ervan om zo efficiënt mogelijk te werken, bijvoorbeeld. Des te meer tijd houd ik over voor het gezin. Dus werk ik keihard door op werkdagen en besteed ik zo min mogelijk tijd aan vergaderingen, mijn inbox of kletsen met collega’s. Een lijn die ik graag doortrek naar het schoolplein, maar daar gaat het er juist rustig en gemoedelijk aan toe. Fijn voor de kinderen, fijn voor ouders die daar tijd voor hebben of maken, maar ik heb er het geduld niet voor.

Maar het gaat verder dan alleen het plein, er is ook nog zoiets als de appgroep. Voorlopig dieptepunt op dat gebied was het kerstdiner. Daarvoor moeten ouders één soort snack meenemen, op de intekenlijst kon je aangeven wat je gingen kopen of maken. Een vader die de lijst niet had gezien vroeg via de appgroep of hij minipizza’s mocht meenemen. Reageerde een moeder met: “Nee die doe ik al, #yousnoozeyoulooze.” Ik wilde reageren met: “Nou, de kerstsfeer zit er al goed in dit jaar”, maar heb me ingehouden.

Wat heb ik eraan? Ik heb ooit de directrice gemaild om te vertellen dat ik het wat veel vond wat we allemaal moesten doen voor de kerst- en zomervakantie. Toen kreeg ik terug: “De meeste moeders vinden dit leuk.” Tja. Ook heb ik weleens gezegd tegen een moeder van de feestcommissie dat ik het te veel werk vond: glazen potjes verzamelen, spullen voor een kerststukje, een foute kersttrui én een chique outfit voor het diner. En dat allemaal in één week. Zij vond dat ik me niet moest aanstellen, dat het leuk was voor de kinderen.

Klassenouders

Ook weet ik inmiddels dat de ‘invloedrijke’ ouders niet alleen bepalen wat er op school gebeurt qua hoeveelheid festiviteiten, maar zelfs hoe de kinderen in de klas behandeld worden door hún kinderen. Zo was er bij mijn dochter een klassenfeest, georganiseerd door de kinderen van de twee klassenmoeders. Wat ik niet doorhad was dat het de bedoeling was dat andere kinderen als dank voor de inzet van de klassenmoeders cadeaus moesten meenemen.

De klassenmoederkinderen hadden tijdens het feest twee rijen gemaakt, midden op de dansvloer, met kinderen die wél een cadeau hadden meegenomen en de kinderen die dat niet hadden gedaan. Public naming and shaming. Niemand die daar iets van zei. Daar stond mijn kind voor paal, samen met nog wat andere kinderen die ook geen cadeau hadden meegenomen. Noch mijn man, noch ik, noch een paar andere ouders hadden bedacht dat we cadeaus voor de klassenmoederkinderen moesten kopen. Hadden we dat kunnen weten? Hoe dan?!

“Ineens was mijn dochter het kneusje van de klas”

Onze dochter was vervolgens gedegradeerd tot het kneusje van de klas – totdat ik een keer een aardig sms’je had gestuurd naar een van de klassenmoeders. Toen deed haar dochter opeens weer aardiger tegen de mijne. Ik verzin dit niet. Het probleem is: ik ben hier niet goed in. Ik weet me totaal geen houding te geven als ik de betreffende moeder op het schoolplein zie. Dan knik ik maar wat en loop snel door.

Veroordelen

Tot slot heb ik de indruk dat andere moeders me veroordelen omdat ik niet vaak help met luizenpluizen, meefietsen, ophalen, versieren of schoonmaken. Soms komt er een berichtje met: “We hebben nog vier ouders nodig om te komen helpen met… Het zou fijn zijn als jullie je kunnen opgeven, hier is de intekenlijst.” Waar ik dan niet op reageer.

Waar het op neerkomt, kortom, is dat er bij ons op school een onzichtbare strijd gaande lijkt tussen moeders die veel tijd op het schoolplein en op school doorbrengen en moeders die dat niet doen. Die laatste groep vindt dat die eerste groep te veel activiteiten organiseert. Om het de ouders uit de tweede groep vervolgens kwalijk te nemen dat ze nooit komen helpen. Die ‘strijd’ wordt uitgevochten op het schoolplein en via de vele appjes en berichtjes in Parro.

Feestelijke dagen

Van mijn eigen schooltijd kan ik me herinneren dat we twee keer per jaar een feestelijke dag hadden: een
schooluitje en een kerstdiner. Ik geloof niet dat ik daar een trauma van heb opgelopen. Scholen vragen niet alleen te veel van hun docenten, maar ook van gezinnen waarvan beide ouders werken, stuurde een moeder me laatst op LinkedIn. Daar ben ik het helemaal mee eens.

Sterker nog, onze hele maatschappij is er niet op ingericht, maar dat is een ander verhaal. Leef en laat leven zou een boel gedoe schelen, denk ik. Iedereen laten doen wat ie kan. Zelf bepalen wat je meeneemt voor het kerstdiner. Dan eten die kinderen toch extra veel minipizza’s in plaats van minipizza’s én frikandelbroodjes? Lekker belangrijk.

Lees ook – ‘Ik doe niets op school en ik vind ’t prima’ >

Soortgenoten

Er zijn meer ouders als ik, een heleboel zelfs. Dat weet ik, omdat die ook verdekt staan opgesteld. Ze wachten in hun auto, staan om de hoek van de school, ver weg, of verdwijnen bijna in hun mobiele telefoon, heel duidelijk uitstralend: ik ben vet druk met op mijn mobieltje kijken, dus laat mij met rust. Heerlijk, wij begrijpen elkaar, wij weten dat we elkaar niet hoeven lastig te vallen met halfbakken keuvelpraatjes. We groeten elkaar met een knikje.

Mijn vriendinnen ervaren hetzelfde op hún scholen: de drukte, de knulligheid, strenge moeders. Of, zoals in het geval van Anne, de geile vaders.

Die kende ik nog niet. Anne is blond, stoere leren jasjes, slank, the works. Nou, die heeft het geweten hoor, lekker opvallen op het schoolplein. Die kreeg in de tijd dat ze er wat vaker stond opeens verzoekjes op Facebook van vaders van klasgenootjes van haar kinderen binnen, en dronken berichten. Anne: “Ik heb nu twee keer meegemaakt dat ik midden in de nacht via messenger werd gebeld omdat er dan zo’n vader met zijn lamme kop op mijn profielfoto ging klikken.”

Eindeloos zwaaien

Dat ik het schoolplein verschrikkelijk vind, betekent niet dat ik helemaal geen contact met andere ouders van school heb, natuurlijk wel. Er zijn heel veel toffe, geweldige, prachtige, lieve, grappige ouders. Ik heb ze leren kennen via de vriendjes van de kinderen, hun sportclubjes, in de speeltuin om de hoek. Het zijn ouders met wie ik kan lachen, over dingen kan praten die ik leuk vind en bij wie ik me op mijn gemak voel. Met wie ik een wijntje drink of die ik het laatste nieuws door-app, van wie ik op de kinderen pas als zij het even druk hebben. Maar op het schoolplein zien we elkaar zelden.

“Toffe ouders genoeg, maar op school zien we elkaar zelden”

Mijn kinderen weten inmiddels dat ze niet hoeven te verwachten dat ik eindeloos naar ze ga zwaaien en dat vinden ze ook helemaal niet erg. Ik heb dat als kind ook niet gemist. Mijn moeder stond weleens in de bibliotheek, herinner ik me, maar voor de rest was ze vooral de kost aan het verdienen.

Ik liep met een grote groep kinderen zelf naar huis. Om half vijf was mijn moeder klaar en deden we gezellig samen boodschappen voor het avondeten. Zelf probeer ik iets vroeger dan mijn moeder klaar te zijn met mijn werk, zodat ik meteen na school de verhalen van mijn kinderen kan horen. Dan eten we iets lekkers, help ik met huiswerk of duik ik nog even achter mijn computer. Dat moment in de middag is me heilig. Samen met de kinderen, heerlijk. Veilig en vertrouwd. In mijn eigen huis, dat wel.

Wil je nog meer mooie en herkenbare verhalen van mede-mama’s lezen? Neem nu een abonnement en ontvang Kek Mama elke maand als eerst op jouw deurmat.