Heeft jouw kind flaporen? Dit moet je erover weten
Ongeveer één op de twintig kinderen wordt geboren met flaporen: oren die ver van de zijkant van het hoofd staan. Je kind kan hieraan geopereerd worden, maar dat hoeft natuurlijk niet. Ook is er nog een andere optie. Die leggen we je hier uit.
Oren heb je in allerlei soorten en maten. Als je kind flaporen heeft, is het kraakbeenskelet van zijn oorschelp anders gevormd bij de geboorte. Flaporen worden ook wel afstaande oren genoemd.
Je kind heeft er lichamelijk gezien geen last van, want hij kan er gewoon mee horen. Wel kunnen flaporen mentale klachten geven. Zo kan je kind er mee worden gepest en voelt hij zich misschien onzeker, omdat hij zijn oren niet mooi vindt.
Als je de flaporen van je kind wilt corrigeren, zijn er twee opties:
Spalktherapie
Als je baby geboren wordt en flaporen blijkt te hebben, kun je als ouder beslissen om spalktherapie toe te passen. Het kraakbeen in het oor wordt dan met hulp van een spalkje in de normale vorm ‘teruggezet’.
Dit kan alleen tot je baby zes weken oud is, want dan is het kraakbeen nog erg slap. Als je hiervoor kiest, hoeft je kind op latere leeftijd geen operatie meer te ondergaan.
Lees ook:
Alles wat je wilt weten over gehoorbescherming voor je kind >
Operatie
Is je kind al ouder? Dan kan hij aan de flaporen geopereerd worden. Dit wordt pas gedaan als hij zes jaar oud is, omdat de oorschelp dan uitgegroeid is. Sommige ziekenhuizen voeren de operatie pas uit bij een leeftijd van tien jaar, omdat die dan onder een plaatselijke verdoving kan worden gedaan.
Bij jonge kinderen verloopt de ingreep meestal onder narcose.
Tijdens de operatie wordt een sneetje gemaakt aan de achterkant van het oor van je kind. Het kraakbeen wordt daarna verzwakt of verwijderd en vervolgens wordt de plek gehecht.
Normaal gesproken moet je kind geen pijn hebben na de operatie. Is dat wel het geval of is het oor rood? Neem dan contact op met het ziekenhuis. Doe dit ook als je kind koorts krijgt.
Hoe verloopt het verder?
Na de operatie moet je kind nog een aantal weken ’s nachts een elastische hoofdband dragen, ter ondersteuning van zijn oren. Op die manier gaan ze niet terug in hun oude, wijde vorm.
Meestal volgt na een week of zes een controle-afspraak bij de arts. Het definitieve resultaat van de operatie is vaak pas na een half jaar te beoordelen. In die periode is het oor van je kind extra gevoelig voor stoten of kou.
Bron: Isala Ziekenhuis & UMC Utrecht
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >