Geheimen voor je kind: ‘Zeg mama, wij hebben geen papa hè?’

07.11.2018 09:11
Joan geheimen voor kind

Joan had zich voorgenomen nooit geheimen te hebben of te liegen tegen haar zoon. Maar toen hij vroeg waarom hij geen papa had, stond ze toch even met haar mond vol tanden.

Dat de vraag eraan zat te komen, voelde ik al een tijdje. Ik had er al vaak over nagedacht, er zelfs deskundige hulp voor gezocht en ondanks het geruststellende ‘Ah joh, dat kan nog jaren duren’, wist ik dat mijn pientere zoon er al snel mee op de proppen zou komen. Maar de manier, de plaats en het moment – dat was nogal een verrassing.
 

Afkomst

Het was woensdagmiddag. Vijf minuten voor het tienminutengesprek om precies te zijn. Ik wachtte met mijn vierjarige zoon Callum op het schoolplein. We babbelden wat over Skylanders en ik keek met een schuin oog naar de deur waar zijn juf elk moment uit zou komen om ons op te halen.

Terwijl Callum aan een tak in de speelboom hing en ik met één bil op een andere tak probeerde te zitten, vond hij dat het moment was aangebroken eens naar zijn afkomst te informeren. “Zeg mama, wij hebben geen papa hè?” Even stond ik met mijn mond vol tanden. Toen zei ik – volkomen anders dan ik vooraf had bedacht en verre van pedagogisch – “Nee jij niet, maar ik heb wel een papa. Dat is opa.” Ik realiseerde me al snel hoe harteloos dat klonk en wilde mijn fout herstellen, maar Callum was me voor. “O dan weet ik het al. Er lopen zo veel vaders in mijn klas rond, één ervan is vast van mij.”
 

Nooit gemist

De vraag wie zijn vader was, was tot aan dat specifieke moment volkomen langs hem heen gegaan. Ik geloof zelfs dat hij nooit een papa had gemist. Mijn vader was zijn grote held die met hem stoeide, voetbalde en kampeerde. Dat onze gezinssamenstelling afweek van het standaard huisje-boompje-beestje was nooit zo tot hem doorgedrongen. In mijn omgeving zijn wel meer afwijkende gezinnen. Ik heb alleenstaande vriendinnen met kinderen, ben bevriend met lesbische moeders en mijn vriend heeft twee dochters uit een eerdere relatie. Callum zette daar nooit vraagtekens bij. Hij had een opa en dat was helemaal geweldig.
 

Consult

Zelf had ik het onderwerp ook nooit spontaan op tafel gebracht. Tijdens mijn zwangerschap had ik er twee consults over ingeboekt bij een gespecialiseerde therapeut: wat moest ik mijn kind vertellen en wanneer? Zij raadde me twee dingen aan: wachten tot hij zelf met die vraag zou komen, omdat het zijn moment moest zijn en niet het mijne, én het zo eerlijk mogelijk vertellen. Alles wat ik ooit zou verzinnen over zijn vader, zou namelijk in zijn harde schijf worden opgeslagen om nooit meer te verdwijnen.

De kans dat hij er als tweejarige peuter al naar zou vragen, schatte ze laag in. Ze dacht meer aan een jaar of acht, maar ik moest ook niet gek opkijken als hij pas in zijn puberteit zou informeren naar de werkelijke toedracht van zijn verwekking. Dat leek me stug, maar als ik af en toe een voorzetje gaf, kopte Callum die nooit in. Zelfs Vaderdag was geen probleem, dan fröbelde hij gewoon iets voor opa of mijn vriend Dennis.

Stiekem was ik blij dat ik de komende jaren nog niet alles hoefde te vertellen. In mijn geval behelst de geschiedenis van zijn conceptie dan ook geen bloemetjes en bijtjes, maar reageerbuisjes en kwakjes. Niet direct een verhaal dat je plastisch aan je kleuter wilt vertellen, laat staat op een kil schoolplein. Het laatste wat ik echter wilde was tegen hem liegen en daarom herstelde ik me die woensdagmiddag snel. En probeerde ik in de resterende vier minuut dertig zo eerlijk mogelijk uit te leggen hoe dat zat met zijn papa.
 

Nooit liegen

Tijdens mijn zwangerschap nam ik me voor nooit te liegen tegen mijn kind. Niet over zijn afkomst en ook niet over andere belangrijke zaken. Ik ga hem heus niet precies uitleggen wat ik in mijn slaapkamer doe of hem opzadelen met volwassen issues want ik zie hem als een kind, niet als lotgenoot. Maar ik geloof in wederzijds respect en ben wars van het credo uit mijn jeugd: ‘Sstt niet waar de kinderen bij zijn.’

Heel nobel allemaal, maar in de praktijk lastiger dan gedacht. Zo belde mijn moeder me laatst in de auto om te vertellen over haar buurvrouw van 38 die net te horen had gekregen dat ze terminaal ziek was. Ik ken die buurvrouw – net als ik een single moeder – en barstte spontaan in snikken uit. Tot grote schrik van Callum op de achterbank die bezorgd vroeg waarom ik ineens zo moest huilen.

Ik beëindigde acuut het telefoongesprek, maar wist niet goed wat ik moest zeggen. Ik kon hem niet eerlijk vertellen dat de buurvrouw nog maar enkele weken had, want haar eigen zoon Laurens van vijf wist nog van niks. Callum en hij spelen graag samen als Callum bij opa en oma logeert. Ik was bang dat mijn zoon tussen het voetballen door spontaan zou zeggen: “Jouw moeder gaat dood hè?” Aan de andere kant wilde ik ook niet liegen. Hij had mijn tranen gezien en mijn reactie was te extreem om af te doen met: “Oma vertelde iets verdrietigs.” Uiteindelijk koos ik voor de halve waarheid: “Ik heb net gehoord dat de mama van Laurens erg ziek is.” “Zielig”, vond hij, om in één zin te vragen of de radio weer harder mocht omdat hij wilde meebrullen met Fireball.
 

De waarheid handelen

Tegen de tijd dat de buurvrouw echt verslechtert, zal ik hem zeker vertellen dat zij dood zal gaan, net als het vogeltje uit zijn lievelingsboek Kikker en het vogeltje. Hoe hard ook, volgens mij kunnen kinderen de waarheid handelen. Dat zag ik bij mijn vriendin Liesbeth, moeder van twee dochters van negen en elf.

Bij haar speelde een jaar geleden hetzelfde, maar dan met een ernstig zieke oma. Liesbeth had direct open kaart willen spelen met haar dochters, maar respecteerde haar moeders wens om de meiden zo lang mogelijk in het ongewisse te laten. Het was niet haar idee van een open opvoeding en ze merkte dat de meiden er argwanend van werden. Steeds vaker informeerden ze of oma nog wel beter werd en ze vond het vreselijk tegen hen te jokken.

“Ik zag hoe mijn kinderen worstelden omdat ze niet precies wisten wat er aan de hand was. Oma hield haar kaken stijf op elkaar en deed net alsof ze volgend jaar weer mee zou gaan naar Frankrijk, terwijl ze zienderogen achteruitging en amper nog haar bed uitkwam.

Toen ik mijn kinderen in vertrouwen nam en vertelde dat de dokters hadden gezegd dat oma nooit meer beter zou worden, kalmeerden Feline en Puck. Ze waren vreselijk verdrietig, maar konden daar nu uiting aan geven. Zo maakte de jongste tekening na tekening voor oma en wilde Feline oma elke avond bellen. Toen mijn moeder daadwerkelijk overleed, was er verdriet, maar ook berusting. Ze hadden ernaar toe kunnen leven.”
 

Lees ook
‘Ik heb het nog geen dag zwaar gevonden als alleenstaande moeder’ >

 

Stress in huis

Ook vriendin Barbara wist niet of ze de waarheid aan haar drie kinderen moest vertellen toen de zaak van haar man Ton heel slecht ging. In eerste instantie besloten Barbara en Ton de problemen zo ver mogelijk weg te houden van de kinderen, maar op den duur ging dat niet meer.

Barbara: “Er moesten clubjes worden afgezegd. Voor verjaardagsfeestjes gingen we niet langer naar een speelparadijs en ze kregen broeken en truien van Marktplaats.” Vooral haar oudste zoon Alex gooide zijn kont tegen de krib. “Hij was negen en reageerde gefrustreerd op de stress in huis. Pas toen Ton met de kinderen ging zitten en uitlegde dat het geen kwestie van onwil was maar bittere noodzaak, keerde de rust in huis terug.”
 

Deelgenoot

Toen Callum en ik die woensdagmiddag uiteindelijk naar binnen werden geroepen en hij in de hal ging spelen, was ik nog zo vol van zijn vraag dat ik zijn juf deelgenoot maakte. Ze reageerde lief en betrokken en haalde meteen een hoop zorgen bij mij weg. Ik vond mijn kind namelijk heel erg zielig. De mededeling dat hij geen vader had, was dan wel eerlijk geweest, maar niet het antwoord waarop hij had gehoopt als hij blijkbaar al genoegen nam met de eerste de beste vader uit zijn klas. Ik had met hem te doen en voelde me schuldig.

Zijn juf wilde daar niets van horen. Volgens haar was Callum een gelukkig mannetje dat het fantastisch deed op school. Bovendien, zo stelde zij, was hij niet de enige met een verdrietje. Andere kleuters uit zijn klas hadden ruziënde ouders, moesten ineens verhuizen, werden gepest. Kortom, in ieder kinderleven kwam wel iets naars voor en het was in hun belang daar zo eerlijk mogelijk over geïnformeerd te worden. Dat maakte het alleen maar makkelijker.

Uiteindelijk fietste ik opgelucht met Callum naar huis. Maar ’s avonds wachtte me een nieuwe uitdaging. Callum had er nog eens over nagedacht en eigenlijk vond hij zijn eigen theorie veel aannemelijker: zijn vader woonde stiekem in Madrid, naast Sinterklaas. Voorlopig hield hij het liever daar bij.
 

Dit artikel staat in Kek Mama magazine en is al een keer eerder gepubliceerd.

 

 

Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >