Dik vijf maanden lag onze Mack in de reiswieg, maar hij vindt zichzelf nu toch écht groot genoeg voor een wandelwagen… En dat vind ik best een dingetje.
Lees verder onder de advertentie
Sinds een week of vier moet onze zoon niets meer hebben van de ligbak. Even gaat het prima, maar zodra hij merkt dat hij wordt afgezonderd van de mensen en niet om zich heen kan kijken, zet-ie het op een brullen. Hij wil dingen zien; de wereld ontdekken. Kijken naar de kleurige schappen in de supermarkt en als het even kan alle boodschappen die ik pak uit m’n handen rukken en in z’n mond stoppen.
Lees verder onder de advertentie
‘Te vroeg’
Eigenlijk vind ik vijf maanden nog te vroeg voor zo’n zitje. Mack kan z’n nek prima stabiel houden en ook optrekken gaat steeds beter, maar als ik op fora lees dat veel baby’s pas met acht maanden in een wandelwagen worden gezet (want: slecht voor het ruggetje), sla ik aan het twijfelen. We besluiten door te zetten – al word je van een krijsende baby in zo’n bak natuurlijk helemáál niet vrolijk (vooral niet als je in de supermarktrij geen kant op kunt) maar soit.
Lees verder onder de advertentie
Na een paar dagen wordt Mack in de reiswieg écht ontroostbaar. Nood breekt wet, denken we, dus we vragen advies aan de fysio.
Dat biedt opties: we mogen de wandelwagen gebruiken, mits hij op ligstand staat. Niet veel later staan vriend en ik met een YouTube-tutorial en tig verschillende onderdelen van de kinderwagen in onze handen. Ombouwen die handel, denk ik. En na wat gepuf en gesteun staat-ie: een soort ‘grote mensen’-kinderwagen.
Lees verder onder de advertentie
‘Ineens geen baby meer’
Zodra we Mack erin zetten, giert hij het uit en ondanks dat het buiten stortregent, gaan we enthousiast als we zijn meteen een blokje om. Dan komen we erachter dat dit de juiste beslissing was: onze baby, die nu ineens geen baby meer is, ligt er ontspannen bij. Hij geniet van alles wat hij ziet. Nog geen tien minuten later valt hij in slaap, om pas wakker te worden als we al lang en breed thuis zijn.
Lees verder onder de advertentie
‘Morgen weer een wandeling, kind’, denk ik. Nu gewoon weer die kleine baby uithangen.
Malu Pesulima is webredacteur bij Kek Mama en woont samen met Romano. Zoon Mack is inmiddels vijf maanden oud.
Nog vóór je kind de deur uit stapt, is de emotionele “basislijn” voor de dag vaak al bepaald. Niet door een strak schema of een perfect afgevinkte routine, maar door iets anders: hoe veilig en verbonden je kind zich bij jou voelt.
Er is zo’n opvoedwijsheid die hardnekkig blijft hangen: zoals je een kind aanspreekt, zo gaat het zich ook gedragen. Geef je vertrouwen, dan groeit het. Praat je alsof het kind iets kan, dan gaat het eerder proberen om inderdaad “dat kind” te zijn.
Er zijn van die zinnen die automatisch uit je mond rollen zodra je moeder wordt. Je hoeft er niet eens over na te denken, ze zitten ergens opgeslagen tussen de gebroken nacht en de koude koffie. Een daarvan? “Omdat ik het zeg.” Maar hoe vertrouwd die uitspraak ook voelt, hij blijkt in de praktijk minder […]
Steeds meer kinderen hebben een overvol schema, van sport en muziek tot kunst. Waar vroeger één naschoolse activiteit genoeg was, is nu bijna elke vrije minuut ingevuld. Experts spreken van FOMO-parenting.
Iedere moeder heeft haar momentjes. Maar sommige blunders zijn té erg – of te hilarisch – om voor jezelf te houden. In de rubriek ‘Opgebiecht’ delen vrouwen hun grootste geheimen en gênantste momenten. Deze week Romy* tijdens het optuigen van de kerstboom.