‘De jongens missen een vaderfiguur’
Tabitha (44) woont met haar zoontjes Teun (7) en Willem (3) in Haarlem. Haar man kreeg een jaar geleden de diagnose: onbehandelbare hersentumor. Een maand later was hij overleden. Hoe ga je als gezin verder na zo’n plotseling verlies? In deze columns krijg je een inkijkje in momenten die zij meemaken. Het eerste jaar zonder papa.
Een vader is vaak het grote voorbeeld voor kinderen. Mama zeurt teveel, per definitie. Ze doet vooral de standaard dingen op een dag, zoals de boterhammen smeren, de was en boodschappen. Als alles gestroomlijnd loopt, is ze onzichtbaar. En als je pijn hebt of een knuffel nodig hebt, dan is het: mama! Papa is erg betrokken bij de sport, je kunt torens met hem bouwen en met hem worstelen. Ik chargeer natuurlijk, maar bij ons thuis klopte deze verdeling aardig. Nu Frank er niet meer is, probeer ik me iets mannelijker op te stellen thuis. Klusjes doe ik graag zelf en ik wil graag legoën, treinbaan bouwen of met Duplo spelen met de jongens. Ik ben er niet trots op, maar ik kom erachter dat er te weinig geduld voor heb. Onrustig zit ik er naast, bedenk opeens dat ik nog even iets moet pakken en ondertussen begin ik met koken. Als voetbalmoeder zet ik me daarentegen wél met hart en ziel in. Weer of geen weer, ik ben erbij. De laatste tijd valt me iets op als we bij voetbal zijn. Willem loopt iedere keer naar de vaders toe die langs de lijn staan, terwijl hij mij aan mijn hand meesleept. Sta ik daar weer een beetje ongemakkelijk tussen die mannen. Maar voor Willem is er niets ongemakkelijks aan. Hij zorgt dat hij wordt opgetild door een vader, aan de hand van een papa mag meelopen en kletst hen ondertussen de oren van het hoofd. Hij zoekt echt even contact en doet alsof ze de beste vrienden zijn. Onze buurmannen in de straat zijn ook zeer geliefd bij de jongens. “Buurman Edwííín!” wordt er regelmatig vanaf de eerste verdieping naar beneden gegild als ze hem op de stoep spotten. En als er een buurman komt helpen met een klusje – want ik ben niet zo’n handy woman als ik zou willen – dan hangen ze aan z’n lippen. Ze trekken alle gereedschap uit de gereedschapskist en gaan ‘meehelpen’. Een buurman die onlangs met de hond ging wandelen, maakte er een waar uitje van met de jongens. Toen hij ze later thuis afzette, gaf Teun hem zonder iets te zeggen een knuffel. Teun? Mijn mannetje die zo introvert is. Ik kreeg een brok in mijn keel en knipperde mijn tranen weg. Een vaderfiguur, een man die er is voor de jongens, wat hebben ze daar behoefte aan. Iets wat ik, al zou ik het willen, met geen mogelijkheid kan geven. Dus lieve mannen uit mijn omgeving, blijf langskomen en leer ze de dingen die ik hen niet kan leren. Ze hebben jullie nodig in hun leven.