Sander voelde geen liefde voor zijn kinderen: ‘Was ik stuk? Gek misschien?’

17.01.2024 13:06
Beeld: Unsplash

Wanneer Sander Voesten na een fertiliteitstraject vader wordt van niet één, maar twee zoons zou zijn wolk babyblauw moeten zijn. Maar alles in zijn lijf schreeuwt: dit wil ik niet. Dat taboe probeert de vader nu te doorbreken. 

Trillend en huilend zit Sander op de badkamervloer waar hij net daarvoor in elkaar is gestort. De emoties die hij zo sterk voelt wil hij niet. De afkeer voor het vaderschap. Waarom is hij niet gelukkig? Dit wilde hij toch zo graag? Ben ik kapot? vraagt hij zich af. 

Vier dagen eerder is zijn tweeling geboren. “Het ging te snel,” begint Sander zijn verhaal, “in 23 minuten waren ze er al”. Hij heeft het over de keizersnede waarbij zijn jongens ter wereld zijn gekomen. Een bevalling wil hij het niet noemen, de hele operatie. Er is niets romantisch aan die 23 minuten die zijn leven compleet veranderden. Ook niet aan het moment waarop hij zijn oudste zoon voor het eerst in zijn armen houdt. “Ik verwachtte een warme golf van ouderliefde waar iedereen het altijd over heeft. Maar die kwam niet. Er kwam niets, behalve bezorgdheid. Ging het wel goed met ze? Leven ze wel? Voor mijn vrouw voelde ik vooral medelijden, dat ze daar in een soort Jezushouding ingesnoerd lag en helemaal niets meekreeg van de geboorte van onze zoons.”

Droom

De kinderwens van Sander en zijn vrouw Nienke* is al jaren groot. De kans dat het zou lukken maar klein. Nienke heeft PSCOS (polycysteus ovariumsyndroom) en zou waarschijnlijk onvruchtbaar zijn. ICSI is de enige manier om samen een kindje te kunnen krijgen en dan nog… moeten ze er maar niet te veel op hopen. Maar het lukt; na een relatief kort traject van anderhalf jaar raakt Nienke zelfs zwanger van een tweeling. Hoe pittig de tweelingzwangerschap ook is, de euforie overheerst. Van geen kinderen naar een compleet gezin.

Toch voelt de kersverse vader maar weinig als hij naar de twee hummeltjes in hun wiegjes kijkt. Gek, vindt hij, maar echt tijd om erbij stil te staan heeft Sander niet. “Mijn vrouw kon amper lopen na de operatie, de zwangerschap was ook al pittig geweest. De jongens moesten acht voedingen per dag, dat zijn alleen al zestien flesjes. Ik was veel te druk om er echt over na te denken.” 

Nachtmerrie

Gevoel komt op dag vier. Geen liefde, maar afkeer. In alle hevigheid. “Ik kreeg allerlei giftige gedachten zoals: ik wil ze niet! En: kunnen ze niet weg? Ik voelde een hele sterke ‘nee’ in hoofdletters. Daar schrok ik niet alleen van; ik schaamde me ook enorm. Ik voelde me zó schuldig tegenover de kinderen, mijn vrouw en alle stellen die een zelfde traject hadden doorlopen en geen kindje hadden gekregen.” 

“Ik kreeg allerlei giftige gedachten zoals: ik wil ze niet! En: kunnen ze niet weg?”

Sanders vrouw schrikt van haar man, zo op de badkamervloer. “Maar met twee baby’s die verzorgd moesten worden en zijzelf nog in de kreukels, kon ze geen man bij hebben die met zichzelf in de knoop zat. Dat snapte ik ook wel.” Sander bespreekt zijn gevoelens met de kraamverzorgster. “Zij zei: ‘ik weet niet wat het is, maar ik heb het vaker gezien.’ Dat stelde enigszins gerust.”

Overlevingsstand

In de weken daarna schiet Sander in de overlevingsstand. De negatieve gevoelens sluimeren nog ergens in, zoals hij dat noemt, geëvolueerde vorm. “De ‘nee’ werd een ‘mwa’. Het moest misschien nog komen.” Op de voorgrond staan de jongens en vooral de zorgen om de oudste. Die heeft een lastige start. “Florian* bleef maar huilen. Onophoudelijk. We gingen van doktersafspraak naar doktersafspraak, maar werden niet serieus genomen. Ook bij het ziekenhuis niet, waar Florian tien dagen werd opgenomen.” Sander en Nienke zijn de wanhoop nabij als er dan eindelijk een diagnose komt. Koemelkallergie en verborgen reflux blijken de boosdoeners te zijn. De tranen stoppen, het wordt beter.

Lees ook – ‘Ik kon mijn kinderen niet meer verdragen’ >

Zoals vroeger

Tijd voor Sander en Nienke om er samen eens uit te gaan. Zoals vroeger. De kinderen gaan voor het eerst uit logeren bij opa en oma. Leuk, gezellig… maar bij het ophalen van de jongens voelt hij het weer. Die allesoverheersende nee. “Ik hoorde het gehuil al in de woonkamer en dacht: Ik wil dit leven niet! Dat weekendje weg, met z’n tweeën, dat was zoals het hoorde te zijn. Zo voelde het stiekem wel.” Liefde voor zijn kinderen voelt Sander nog altijd niet, zo’n drie maanden na de inzinking in de badkamer. “Vanaf dat moment dacht ik wel: wat is er mis met mij? Ik heb er serieus over nagedacht om mijn hoofd in een scan te leggen. Misschien dat ze dan konden zien wat ik mankeerde. Was ik gek misschien?”

“Ik heb er serieus over nagedacht om mijn hoofd in een scan te leggen; was ik gek misschien?”

Het gesprek met Nienke gaat hij niet aan. Niet omdat hij die ruimte niet voelt; ze praten juist altijd open over alles – dat vinden ze belangrijk, maar zijn vrouw uit de wind houden is deze keer belangrijker. “Nienke had het wel lastig genoeg gehad. Bij vrienden gooide ik het onderwerp weleens op. Ik was ook geen vader die ‘gewoon niets met baby’s heeft’ zoals er dan werd geopperd. Als het niet stil werd of het onderwerp verschoven. Niemand herkende zich in mij en die wond wilde ik ook niet steeds openhalen.” In een dagboek probeert hij te verwoorden wat hij voelt, met in het achterhoofd het idee dat hij er op een dag misschien een andere vader mee kan helpen…

Beeld: Jasper Steffens

Lees binnenkort deel II.

*De namen Nienke en Florian zijn wegens privacyredenen gefingeerd.

In de glossy Kek Mama lees je de mooiste verhalen, meest herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts €29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.