‘Een pruik was niets voor mij, dan zou ik me anders voordoen dan ik ben’
Maya Kumari Pariyar (38) werd als baby geadopteerd uit Nepal. Ze heeft een relatie met Sven (38) en samen hebben ze zoon Sam (5). Door de chemokuren voor de behandeling van borstkanker werd ze kaal.
“Een week na de diagnose hield ik een ceremonie om het feit dat ik mijn krullenbos zou gaan verliezen een plek te geven. Ik stak kaarsen aan en las de brief voor die ik aan mijn haar had geschreven. Dat ik als tiener niet goed wist wat ik met mijn krullen aan moest, maar er later van was gaan houden. En hoe dankbaar ik was dat ze mijn gezicht jarenlang hadden bekleed. De tranen stroomden over mijn wangen, maar het voelde als een mooi afscheid. Een paar weken later haalde de kapper alles eraf. Mijn krullen kreeg ik mee in een zakje, maar ik heb ze niet eens meer bekeken. Dankzij de ceremonie zat ik al in het verwerkingsproces, terwijl anderen dachten dat ik enorm verdrietig was. ‘Je haar groeit wel weer aan’, zeiden ze troostend. Of: ‘Er bestaan mooie chemomutsjes en pruiken.’ Nog steeds krijg ik dat soort opmerkingen. Goedbedoeld, maar vraag me liever hoe ik me voel. Ik vind het namelijk niet erg dat ik kaal ben, maar mensen gaan daar wel automatisch van uit.
Omarmen
Op aanraden van het ziekenhuis ben ik naar een haarwerkspecialist geweest, maar bij het zien van die poppen dacht ik: dit is niets voor mij. Met een pruik zou ik me anders voordoen dan ik ben. En dat is precies wat ik al mijn hele leven als geadopteerde heb gedaan: ik zette een masker op om mijn gevoelens van afwijzing te verdoven. De afgelopen jaren heb ik mezelf en mijn afkomst leren omarmen. Het laatste wat ik wil is me opnieuw verschuilen. In de spiegel zie ik nu de essentie van mezelf: kwetsbaar, krachtig en ontwapenend tegelijk. Ik ben mezelf dankzij mijn kaalheid nog meer gaan accepteren.
“Het laatste wat ik wil is me opnieuw verschuilen”
Wel twijfelde ik in het begin wat het voor mijn gezin zou betekenen. Sam durft me nog steeds te knuffelen, maar heeft tijd nodig om eraan te wennen. Aan Sven vroeg ik: ‘Vind je me nog mooi? Moet ik bij het vrijen een mutsje op?’ Maar hij zei resoluut: ‘Alsjeblieft niet.’ Dat ik voor hem nog steeds Maya ben blijkt ook uit het feit dat hij nog me gewoon over mijn hoofd kroelt.
Sterke, vrouwelijke uitstraling
Op straat valt mijn kale hoofd amper op, waarschijnlijk omdat ik zoveel kracht uitstraal. Ha, weet je dat ik zelfs een keer versierd ben? Ik zat alleen in een restaurant toen een man vroeg of ik met hem wilde eten. ‘Je hebt zo’n sterke en vrouwelijke uitstraling’, zei hij. Dat deed me hartstikke goed, maar ik heb ’m toch maar vriendelijk bedankt.” Dit portret staat in Kek Mama 03-2022. Meer Kek Mama? Neem nu een abonnement en profiteer van leuke aanbiedingen!