Peuters willen de hele dag je aandacht, terwijl tieners vooral met rust gelaten willen worden. Kinderen veranderen, dus moet jij je als ouder ook aanpassen aan hoe je je kinderen opvoedt. Volgens ontwikkelingspsycholoog Aliza Pressman kunnen we in onze opvoedstijl veel leren van onze huisdieren.
Lees verder onder de advertentie
Jonge kinderen hebben volgens haar een hondopvoeding nodig, terwijl oudere kinderen juist gebaat zijn bij een katopvoeding. Welke ben jij en past het bij de leeftijd van je kind?
Wat is de kat- en hondopvoeding?
De theorie werd populair door Aliza Pressman, een ontwikkelingspsycholoog. Ze zegt dat ouders inspiratie kunnen halen uit hun huisdieren bij het opvoeden van hun kinderen.
Wanneer kinderen jong zijn, raadt Dr. Pressman aan om als een hond te zijn. “Je kwispelt van enthousiasme, bent altijd aanwezig en heel betrokken.” Bij oudere kinderen raadt ze aan om het voorbeeld van een kat te volgen. “Je bent er altijd, maar je zit niet constant bovenop ze”, zegt ze. “Als ze interesse tonen, kunnen ze naar je toe komen.” Deze aanpak biedt volgens Dr. Pressman oudere kinderen de kans om zich meer open te stellen. Je laat hiermee zien dat je niet verdwijnt, maar ze ook niet voortdurend op de lip zit.
Lees verder onder de advertentie
De kat- en hond-opvoedstijl lijken meer op elkaar dan je zou denken. “Het belangrijkste is dat je op een warme en ondersteunende manier op je kind reageert. Dat is aanwezig in zowel honden- als kattenopvoeding, zegt Devon Kuntzman, opvoedingsexpert. “Het verschil zit in hoeveel ruimte we kinderen geven om hun eigen uitdagingen aan te gaan en te ontdekken wie ze zijn.”
Volgens Kuntzman werkt een actieve, betrokken hondachtige aanpak goed voor jonge kinderen, vooral in de eerste zeven jaar van hun leven. “Jonge kinderen zijn sterk afhankelijk van hun ouders en verzorgers om in hun fysieke en emotionele behoeften te voorzien. De grootste angst van een jong kind is het verliezen van onze onvoorwaardelijke liefde en acceptatie. De eerste jaren zijn een unieke periode om het zelfbeeld van je kind op te bouwen en de basis te leggen voor de ouder-kindrelatie.”
Lees verder onder de advertentie
Voor tieners die onafhankelijk beginnen te worden en ouders soms van zich afduwen, is een kat-achtige opvoedstijl beter. Je bent er wanneer ze je nodig hebben, maar geeft ze ook ruimte om te groeien. “Het betekent nog steeds warm en ondersteunend zijn, maar je tiener of puber meer ruimte geven om zichzelf te zijn en zelf naar je toe te komen”, zegt Kuntzman. Het lijkt misschien moeilijk om je tiener meer ruimte te geven, maar afstand nemen is een natuurlijk onderdeel van het leven.
Wanneer werkt de kattenopvoeding niet?
Toch is de kattenstijl niet altijd de juiste aanpak. Als je merkt dat je kind wordt gepest, worstelt met zijn mentale gezondheid of extra emotionele steun nodig heeft, is het belangrijk om juist wél actiever aanwezig te zijn. “Ouders moeten weten in welke ontwikkelingsfase hun kind zit en welke vaardigheden ze nog moeten opbouwen“, zegt Kuntzman. Ook is het belangrijk om in gesprek te blijven met je kind, te checken hoe het gaat en te laten merken dat je er bent als ze je nodig hebben.
Lees verder onder de advertentie
Er zijn 11 onbewuste opvoedfouten die broers en zussen uit elkaar drijven. Benieuwd? Je leest ze hier.
In veel huiskamers ging afgelopen week een collectieve “huh?!” door het land. Terwijl ouders nog druk bezig zijn met het bewaren van hét grote decembergeheim, komt Het Sinterklaasjournaal met scènes waarbij je als ouder spontaan je hand voor de tv wilt gooien.
Verhuizen met een groot gezin is al een onderneming op zich, maar de familie Buddenbruck pakt het gewoon aan alsof het niets is. Waar andere ouders al zweten bij het vooruitzicht van één verhuisdoos, verkassen Thaila en Rob met hun hele bups van land naar land.
In Groningen gebeurt binnenkort iets nieuws: de allereerste stadsoppas van Nederland opent haar deuren. Ouders kunnen hun kind er maximaal drie uur achterlaten terwijl zij eindelijk even naar de kapper, sportschool of gaan shoppen. Klinkt als pure luxe, toch?