
Moederhart Janneke Jelies gebroken: ‘Als ik dit had geweten, waren we misschien niet gegaan’
Met pijn in haar hart moet Janneke Jelies afscheid nemen van oudste dochter Jennie, die haar plek onder de Spaanse zon niet kan vinden.
Ouders zullen het nooit toegeven, maar onderzoek laat zien dat kinderen vaak verschillend behandeld worden. Dit betekent niet per se dat ouders bewust een favoriet hebben, maar wel dat sommige kinderen zich bevoordeeld of benadeeld voelen.
En dat heeft impact, niet alleen op het kind zelf, maar ook op de band tussen broers en zussen, zo schrijft de Washington Post.
Alex Jensen, vader van een 14-jarige dochter en een 9-jarige zoon, merkte dat zijn kinderen vaker kibbelden. Tijdens een vader-dochter-uitje luchtte zijn dochter haar hart: “Jullie kiezen altijd zijn kant.” In plaats van te ontkennen, vroeg Jensen door: hoe dan? Haar antwoord? “Als hij iets vervelends doet, zeggen jullie altijd dat ik het moet negeren. Dat is zó irritant!”
Jensen, als hoogleraar familieleer aan Brigham Young University, wist hoe belangrijk dit moment was. Hoewel er een logische reden was voor het verschil in behandeling – een 9-jarige is nu eenmaal minder volwassen dan een 14-jarige – voelde het voor zijn dochter als oneerlijk. En dat gevoel telt, want perceptie van favoritisme kan grote gevolgen hebben.
Jensen leidde een grootschalige meta-analyse van 30 studies en 14 ongepubliceerde datasets, waarin de ervaringen van ruim 19.000 deelnemers uit Noord-Amerika en West-Europa werden onderzocht. De resultaten lieten duidelijke patronen zien:
Ga voor me-time met Kek Mama Magazine!
De gevolgen van waargenomen favoritisme zijn niet mals. Kinderen die zich achtergesteld voelen, hebben een grotere kans op depressie, angst en schoolproblemen. Sommigen grijpen als tiener sneller naar alcohol of drugs, en onderzoek suggereert zelfs dat ze minder vaak naar de universiteit gaan en als volwassene minder tevreden zijn met hun leven.
Maar favoritisme beïnvloedt niet alleen de relatie tussen ouder en kind. Het heeft ook een blijvende invloed op de band tussen broers en zussen. Onderzoek toont aan dat de manier waarop kinderen elkaar in hun jeugd ervaren, de basis legt voor hun relatie als volwassenen. Een broer of zus die zich altijd het ‘mindere’ kind voelde, kan daardoor als volwassene afstand nemen van het gezin.
Jensen benadrukt dat alle ouders hun kinderen op sommige manieren verschillend behandelen – en dat is niet per se fout. Soms heeft een kind simpelweg meer aandacht nodig, bijvoorbeeld vanwege leerproblemen of gezondheidskwesties. Het probleem ontstaat als kinderen deze verschillen niet begrijpen en het gevoel krijgen dat ze structureel worden achtergesteld.
Daarom is het belangrijk om open te communiceren. Als een kind zich benadeeld voelt, luister dan en vraag door. Niet om direct te verdedigen (“Dat is niet waar!”), maar om te begrijpen waarom je kind dit zo ervaart.
En misschien wel het belangrijkste: laat je als ouder niet gek maken door schuldgevoel. Zoals Jensen zegt: “Elke ouder maakt fouten. Reflecteer en verbeter, maar laat het schuldgevoel los.”