De grote Kek Mama beval-enquête: “‘Nou, mevrouw heeft ook wat gelezen’, zei de arts”

geboorte bevalling bevallen baby bevallingsverhaal Beeld: Canva
Marloes Graat
Marloes Graat
Leestijd: 10 minuten

Hoe is je eerste bevalling je bevallen, dat wilden we graag van je weten. En daar gaven lezeressen massaal gehoor aan: 715 respondenten vulden de online enquête in. Tipje van de sluier: het merendeel is positief, maar ook anno 2025 zijn er echt nog wel wat verbeterpuntjes op te noemen.

Lees verder onder de advertentie

“‘Nou, mevrouw heeft ook wat gelezen’, die zin blijft me regelmatig achtervolgen. Dat zei de arts tegen mijn vriend toen ik tijdens mijn bevalling niet op mijn rug wilde draaien, zodat zij de ontsluiting kon checken”, vertelt mijn vriendin Marit. Mijn nekharen gaan recht overeind staan. Zeggen ze tegenwoordig nog dit soort kleinerende dingen tegen bevallende vrouwen? Tijdens haar bevalling wilde Marit niet op haar rug draaien, zoals haar werd gevraagd, omdat ze al persdrang had en vanuit een oerinstinct op handen en knieën haar baby ter wereld wilde brengen. “De gynaecoloog kon niet geloven dat het tijdens mijn bevalling zó snel ging en ik al persdrang had binnen twee uur. Dus beviel ik op mijn rug, want als je bevalt met 33 weken, dan ben je allang blij als je baby gezond ter wereld komt”, vertelt ze.

Lees verder onder de advertentie

Direct vraag ik me af: kan de communicatie niet beter? Hoe is het tegenwoordig gesteld met de bevallingen in Nederland? Bevallen we nog steeds massaal op onze rug? En bereiden we ons goed voor? Of houden we nog altijd vast aan onze Hollandse, nuchtere ‘je kan het toch niet plannen, ik zie het wel’-mentaliteit?

Thuis vs. ziekenhuis

Dat bevallen echt niet alleen maar kommer en kwel is blijkt wel, want 59,5 procent van de moeders kijkt positief terug op haar bevalling. 25,6 procent kijkt er neutraal op terug en 14,9 procent negatief. Nederland staat bekend om het grote aantal thuisbevallingen. In 1953 beviel 78 procent van de Nederlandse vrouwen nog thuis, maar de laatste paar jaar schommelt het percentage thuisbevallingen rond de 13 procent (Peristat, 2022). Dat blijkt ook uit onze enquête: 78,8 procent beviel in het ziekenhuis en 14,5 procent thuis.

Lees verder onder de advertentie

Gratis MOSZ leren tas

Abonneer voordelig en krijg een gratis MOSZ tas t.w.v. €119,95

Aangeboden door:

Logo Kekmama

Spanning voor de bevalling

Ook waren we benieuwd naar hoe lezeressen aankeken tegen de bevalling: spannend, eng of zin in? 40 procent gaf als antwoord ‘Ik vond het spannend, maar ik ben niet bang voor de bevalling’ en 30,3 procent zei: ‘Ik had vertrouwen in mezelf en was normaal gespannen’. Maar niet iedereen stond er zo makkelijk in: 12,4 procent vond het spannend en was bang of ze de pijn wel aankon. Niet zo gek ook, met die horrorverhalen die je soms hoort. Terwijl het lezen van positieve bevalverhalen juist kan bijdragen aan een voorspoedige bevalling, volgens verloskundige Geke Born. Ze schreef daarom het boek Goed bevallen met 25 positieve bevallingsverhalen. Ik vroeg haar hoe je je het beste kunt voorbereiden op een bevalling als je het spannend vindt. Geke: “Bereid je goed voor, bijvoorbeeld met een cursus. Kennis vermindert angst. Omgeef je daarna vooral met positieve verhalen. Die vervelende ervaring van de buurvrouw? Rot voor haar, maar daar heb jij tijdens je voorbereiding niets aan.”

Lees verder onder de advertentie

Bevalling ‘plannen’

Uit de vraag hoe lezeressen zich hadden voorbereid op de bevalling blijkt dat de helft (52,2 procent) van de respondenten géén bevalplan had gemaakt voor haar eerste bevalling. 47,8 procent gaf aan zich goed te hebben ingelezen en maakte wel een bevalplan. 38 procent gaf als antwoord: ‘Laat maar komen, ik ga niks voorbereiden. Het valt niet te plannen.’ 14,2 procent geeft aan dat ze zich kort voorbereid hebben, maar dat het achteraf beter kon. Ik ben zelf het type: goed voorbereid ten strijde trekken geeft mij rust. Dus ik had maar liefst drie bevalplannen gemaakt: een voor thuis, een voor in het ziekenhuis en een voor een spoedkeizersnede. Ik stond dan ook met mijn oren te klapperen dat er zoveel vrouwen zijn die geen bevalplan willen maken.

Lees verder onder de advertentie

Imagoprobleem

Volgens Geke heeft het bevalplan een imagoprobleem: “Het bevalplan klinkt voor veel vrouwen alsof het een plan van drie kantjes moet zijn, maar dat hoeft echt niet. Het mag ook een lijstje zijn met vijf bulletpoints die voor jou het meest belangrijk zijn. Voor mij is het belangrijkste wat er in het bevalplan staat: wat voor zorg verwacht je van de verloskundige, wat voor communicatie vind je prettig? Wil je duidelijke, directe communicatie of bijvoorbeeld liever dat de verloskundige wat meer op afstand blijft?”

Lees verder onder de advertentie

Ook mijn eigen bevalplannen waren geen boekwerken. Ze waren één A4 met de belangrijkste punten voor mij op een rij. En ja, de bevalling kan compleet anders lopen dan de wensen die je in je bevalplan hebt opgeschreven. Dat blijkt ook uit de enquête. Toen wij vroegen: ‘Kwamen de wensen uit je bevalplan overeen met hoe je bevalling is gegaan?’ antwoordde 46,9 procent: ‘Nee, het liep totaal anders.’ Toch is het bij de meerderheid wel gelukt om de wensen uit haar bevalplan uit te laten komen. 46,7 procent antwoordde ‘Ja, de belangrijkste wensen uit mijn bevalplan zijn gelukt’. 6,2 procent antwoordde ‘Ja, mijn bevalling is precies verlopen zoals in mijn bevalplan wenste’. Een bevalplan gaat niet over je bevalling ‘plannen’, het gaat over vooraf nadenken over keuzes die je op je bord kunt krijgen, ook als je bijvoorbeeld een spoedkeizersnede krijgt.

M’n rug op

Hoe zit het met de houding waarin Kek Mama-lezeressen bevallen? Op de baarkruk, op handen en knieën, zittend of toch op de rug? Het overgrote merendeel (82,5 procent) beviel op haar rug. En dat terwijl uit het proefschrift van hoogleraar verloskunde Ank de Jong blijkt dat bevallen op je rug beval-technisch geen enkel voordeel heeft. Hoe kan het dat het toch nog de norm is om te bevallen op je rug?

Lees verder onder de advertentie

Geke heeft daar wel een idee over: “Ik vind dit percentage hoog. Mijn ervaring is dat verloskundigen vaak hard hun best doen om het percentage naar beneden te krijgen. Ze verhuren bevalbaden en slepen baarkrukken mee in hun auto. Toch is bevallen op je rug nog altijd de norm. Dat merk ik aan de vrouwen (of juist partners) die mij bij deze vraag lachend aankijken en zeggen: ‘Nou niet te gek hoor, ik wil ‘gewoon’ op m’n rug bevallen.’ Daar zit direct de crux denk ik: als de vrouw even niet weet wat ze moet doen, valt ze terug op het bekende ofwel ‘de norm’. Het is aan ons als zorgverleners om actief verschillende bevalhoudingen te bespreken en aan te bieden.”

In bad

Zelf is Geke een groot fan van badbevallingen. “In bad zit een vrouw vaak echt in haar eigen bubbel. Wij hangen daar – letterlijk – omheen. Vrouwen bewegen in bad vaak veel meer intuïtief, dus dan draaien ze sneller naar handen en knieën en bewegen ze voor en na de weeën naar een andere houding. Ook als vrouwen niet in bad bevallen, probeer ik tijdens een bevalling vrouwen actief uit te nodigen om andere houdingen aan te nemen. Zeker bij een eerste bevalling vind ik het heel fijn om elke tien à vijftien minuten een andere houding aan te nemen, zoals de baarkruk of op handen en knieën, maar ik merk wel dat ik vrouwen echt moet uitnodigen om andere houdingen te proberen.”

Lees verder onder de advertentie


Hoe kan het dan dat mijn vriendin Marit toch wordt gevraagd om op haar rug te liggen, terwijl zij aangeeft een andere houding te willen aannemen? Geke: “Ik denk dat het voor sommige zorgverleners toch de voorkeur heeft dat een vrouw op haar rug ligt, omdat het praktischer is. Daarom nodigen ze iemand sneller uit om in zo’n houding te gaan liggen. En als je als bevallende vrouw eenmaal op je rug ligt, dan kom je er lastig weer uit. Dan denken veel vrouwen toch: ik lig hier ook wel best, laat me maar liggen. Het kost meer moeite om in een andere houding te bevallen of om daarnaar te vragen. En als je het dat dus niet doet, dan beval je dus op je rug.”

Vragen naar andere houdingen of alternatieven tijdens de bevalling kan ook lastig zijn, omdat vrouwen het graag ‘goed’ willen doen en niet ‘lastig’ willen zijn. Of doordat ze geïntimideerd zijn door artsen in witte jassen. Hoe kun je in het heetst van de strijd toch het gesprek aangaan met een zorgverlener over je opties? Je bezwaard voelen om te vragen naar je opties is niet nodig volgens Geke. Een zorgverlener moet consent (toestemming) vragen voordat hij bijvoorbeeld een medische interventie, zoals het zetten van een knip, uitvoert. Toch gaf een schokkende 19,1 procent van de lezeressen als antwoord ‘nee’ op de vraag: ‘Werd er tijdens de bevalling overlegd met jou of toestemming gevraagd om een medische ingreep uit te voeren?’ 73,6 procent gaf aan ‘ja’ en 7,4 procent ‘weet ik niet meer’. 

Lees verder onder de advertentie

BRAINS

De BRAINS-methode is een goede manier om tijdens je bevalling het gesprek met je verloskundige of gynaecoloog aan te gaan, vertelt Geke. “Elke letter uit BRAINS staat voor een vraag die je kunt stellen over een medische interventie. Dit is een manier om een gesprek te voeren aan de hand van Beweegredenen, Risico’s, Alternatieven, Intuïtie, Niets doen en Stilte. Dus je kunt bijvoorbeeld bij het zetten van een knip vragen: is het nu nodig of waarom is het nu nodig? En: wat gebeurt er als we nu niks doen en niet de knip zetten? Vaak is het ook nog wel mogelijk om even twee weeën te wachten voordat je de beslissing neemt.

Als je het zelf lastig vind om in gesprek te gaan met je zorgverlener tijdens je bevalling, dan kun je ook van tevoren met je partner bespreken dat hij of zij die vraag dan stelt.’ Het is goed om te weten dat je een medische ingreep altijd mag weigeren. 68 procent van de respondenten geeft aan daarvan op de hoogte te zijn, maar 32 procent geeft dus ook aan dat ze niet op de hoogte waren van deze rechten tijdens een bevalling. Natuurlijk ga je ervan uit dat een medische ingreep alleen wordt voorgesteld als het écht nodig is, maar de keuze of hij wordt uitgevoerd is aan jou.

Pijnbestrijding

En hoe zit het met pijnbestrijding? 48,9 procent van de respondenten heeft pijnbestrijding gekregen tijdens de bevalling en dus iets meer dan de helft (51,1 procent) niet. 39,1 procent gaf aan een ruggenprik te hebben gekregen. Uit landelijk onderzoek blijkt dat 30 procent van de vrouwen een ruggenprik kreeg tijdens hun bevalling (PLOS Medicine, 2020). Dat is een groot verschil met de Verenigde Staten, waar dit cijfer ligt op 80 procent. Heerst er in Nederland een taboe op de ruggenprik? Of waarom bevallen weinig vrouwen hier met een ruggenprik?

Volgens Geke heeft het te maken met het idee dat we in Nederland bevallen zien als iets heel natuurlijks waar je geen medische hulp bij nodig hebt als het niet écht nodig is. “Ik zie dat als iets positiefs. Veel vrouwen die ik spreek zeggen: ‘Ik wil in principe geen pijnstilling. Ik vertrouw op mijn lichaam en de natuur en ik wil het eerst zonder proberen. Als het lukt zonder, dan liever zonder.’ Het helpt daarbij dat we in Nederland goede toegang hebben tot de medische zorg en dat je op elk moment om een ruggenprik kan vragen. De kunst is dan ook om niet te ver vooruit te kijken, maar te denken: heb ik nu pijnstilling nodig? Veel vrouwen redden het dan zonder. Maar laat me één ding duidelijk stellen: kiezen voor een ruggenprik zegt niks over de persoon en ook niet over de pijngrens. Het zegt vaak veel meer iets over de situatie. Zelfs de stoerste vrouw met de hoogste pijngrens kan na 36 uur bevallen vragen om een ruggenprik.”

Lees hier het bevallingsverhaal van Justine. “Mijn vriend huilde harder dan de baby”.

De grote Kek Mama beval-enquête vond je eerder in het Kek Baby magazine.

Meest bekeken