Roos Schlikker (42) is journalist, columnist en moeder van zoons Miró (8) en Róman (6). In Kek Mama schrijft ze over haar gezinsleven.
Lees verder onder de advertentie
“Hij moet het nog een beetje leren”, schokschouder ik tegen de meester. Het klinkt als een lafhartig excuus, maar ik meen het. Miró staart naar de muur. Kwaad. Niet omdat hij straf heeft gekregen of omdat hem verboden is het alfabet te boeren. Hij is woedend op zichzelf. Hij had een taalles gemaakt zonder fouten. Er stond echter één aanmerking bij. Hij was twee keer een zin vergeten te beginnen met een hoofdletter. “Nu is het verpest”, roept hij. De tranen zitten hoog.
Lees verder onder de advertentie
‘Hij vindt het alleen niet te verteren’
Wees niet bang, Miró is geen overijverig type dat terwijl hij viool studeert ook nog Chinees als zesde taal leert én de citotoets van zestien voorgaande jaren zit te maken, om te oefenen. Ben je betoeterd. Miró voetbalt in zijn vrije tijd. En als hij thuiskomt van het veldje gaat-ie voetballen in de gang. En als dat voorbij is maakt hij zich op voor de voetbaltraining van zijn club. Verder doet-ie niet zoveel. Gelukkig gaat leren hem best makkelijk af, maar uiteraard maakt hij fouten. Zoals dat hoort. Hij vindt het alleen niet te verteren.
Lees verder onder de advertentie
Alles of niets
Het is alles of niets met dat jong. Een zeven of een acht scoren mag niet. Je hebt het hele zwikkie goed en anders is het een nul. En ben je zelf ook van nul en generlei waarde.
Aan ons ligt het niet. Wij zijn van de categorie: als je je best maar doet en van fouten leer je en wij houden van je hoe weinig hoofdletters je ook schrijft. Maar als ik hem dat ’s avonds nogmaals nadrukkelijk vertel, gromt-ie: “Moet jij zeggen.” “Hoezo?” “Jij vindt jezelf nooit goed genoeg.”
Ik kijk hem verbaasd aan. Dan begint hij aan een opsomming. “Jij hebt je boek wel tweehonderd keer over gelezen omdat je bang was dat er een foutje in stond.” Oké. “En als je op tv bent, wil je nooit terugkijken. Omdat je alles aan jezelf stom vindt.” Point taken. “En je doet soms tien keer andere kleren aan omdat je ze niet mooi vindt. En jezelf dus ook niet. Zo is het toch?” Ik doe mijn ogen dicht. Hoofdletters mag hij dan weleens vergeten, observeren kan hij goed. Ik knik. “Je hebt helemaal gelijk. Wat stom van mij, hè.” Dat vindt hij ook. “Ik moet het nog een beetje leren”, voeg ik eraan toe. Het klinkt als een lafhartig excuus, maar ik meen het.
Nog vóór je kind de deur uit stapt, is de emotionele “basislijn” voor de dag vaak al bepaald. Niet door een strak schema of een perfect afgevinkte routine, maar door iets anders: hoe veilig en verbonden je kind zich bij jou voelt.
Er is zo’n opvoedwijsheid die hardnekkig blijft hangen: zoals je een kind aanspreekt, zo gaat het zich ook gedragen. Geef je vertrouwen, dan groeit het. Praat je alsof het kind iets kan, dan gaat het eerder proberen om inderdaad “dat kind” te zijn.
Anouk is trotse echtgenote van Erwin en mama van vier meiden: Aurélie (11), Emeline (10), Vieve (8) en Lilou (5). In hun levendige huishouden is het soms één en al chaos, maar liefde, gelach en spontane dansfeestjes voeren steevast de boventoon. Anouk deelt vol enthousiasme haar avonturen in het ouderschap.
Er zijn van die zinnen die automatisch uit je mond rollen zodra je moeder wordt. Je hoeft er niet eens over na te denken, ze zitten ergens opgeslagen tussen de gebroken nacht en de koude koffie. Een daarvan? “Omdat ik het zeg.” Maar hoe vertrouwd die uitspraak ook voelt, hij blijkt in de praktijk minder […]
Steeds meer kinderen hebben een overvol schema, van sport en muziek tot kunst. Waar vroeger één naschoolse activiteit genoeg was, is nu bijna elke vrije minuut ingevuld. Experts spreken van FOMO-parenting.