Als ik iets haat zijn het mensen die mokken. En nou heb ik de pech dat mijn zoontje gauw boos en gekwetst is, en eindeloos blijft mokken als hij zich onrechtvaardig voelt bejegend.
Lees verder onder de advertentie
ELS EN DO: “Mokken, oftewel: te lang boos blijven, dient bij de wortel te worden aangepakt. U kunt niet helpen dat uw zoon snel boos wordt, dat is een karakterkwestie, maar wel hoe hij ermee omgaat. De familiekring is een goed laboratorium om het hem te leren hoe het anders moet. Want je familie loopt niet weg – zolang je klein bent – maar volwassen mokkers belanden in het tv-programma Het familiediner. Bij volwassen mokkers loopt iedereen weg – partners, vrienden, de baas. Dat is voor niemand leuk.
Lees verder onder de advertentie
Snij het fenomeen ’s avonds aan
Wat u doet: u gaat bij hem in bed liggen als u hem ’s avonds instopt. Samen soezend heb je de beste gesprekken. Dan snijdt u het fenomeen mokken aan. U legt uit wat het betekent, namelijk: te lang boos blijven. U vertelt wat de voor- en de nadelen zijn. Bij de voordelen bent u snel klaar. Wij zien er slechts één: de mokker laat iedereen in zijn omgeving onder zijn boosheid lijden. De nadelen: het is naar je boos te voelen.
Lees verder onder de advertentie
Alsof het een hondje is
Alsof je in gezelschap bent van een hondje dat je steeds probeert te bijten. Vriendjes willen niet met je spelen en gaan voetballen met niet-boze vriendjes. Intussen zit je daar als mokker aan de kant met dat irritante hondje dat steeds naar je hapt.
Zo plaatst u de woede buiten uw zoon. Hij leert ernaar te kijken als iets waar hij macht over heeft. Laat hem een naam bedenken voor het hondje. Flip, bijvoorbeeld. We maken er een mini-Maltezertje van, die zijn niet zo eng. Uw zoon mag best boos zijn omdat Flip hem bijt. Maar niet te lang, want hij moet Flip kalmeren. En dat kan pas als hij zelf niet meer boos is. “Als jij lief doet en niet bijt, zal ik je aaien”, zegt hij tegen Flip. “Dat is voor ons allebei fijner.”
Lees verder onder de advertentie
De volgende keer dat uw zoon mokt, zegt u: “Schatje, aai jij Flip even?” U kunt ook zelf blaffen, en hem een speels bijtje geven. Dan moet hij vast lachen, en humor is het halve werk. (Uw zoon kan ook tegen Flip zeggen: “Als je mijn vriendje wordt, kunnen we samen proberen de wereld beter te maken.” Zo worden de Martin Luther Kings geboren. Maar dit is voor gevorderden.)”
De opvoedtantes Els en Do beantwoorden opvoedvragen met een knipoog en stellen zichzelf voor: “Wij zijn geboren voordat de pil was uitgevonden, kwamen ter wereld zonder dat onze ouders daarom hadden gevraagd en werden te hooi en te gras opgevoed. Zelf kregen wij heel bewust kinderen en daarom voelen we tot op de dag van vandaag (ze zijn inmiddels 34, 22 en 20) de plicht hen permanent gelukkig te maken. We kennen dus twee opvoedingsstijlen van nabij, en blijven onverminderd op zoek naar de gulden middenweg.”
Boys moms weten: zoons kunnen heftig zijn. Zo ook het zoontje van Frida, toen ze op vakantie was in Kroatië met haar gezin. Hij legde eigenhandig het hele zwembad plat. Per ongeluk.
Elke ouder weet: er komt een moment en dan pikt je kind iets op wat ie absoluut niet had mogen horen. Zo liet de vijfjarige Hugo op een subtiele, maar duidelijke manier weten hoe zijn vader over bepaalde collega’s denkt.
Met twee gezinnen op vakantie, hoe meer zielen, hoe meer vreugd, dachten Anna en haar man. Dat viel tegen, bleek toen ze eenmaal in Frankrijk gearriveerd waren.
Wanneer je de eerste bent in je vriendengroep die moeder wordt, vergt dat wat aanpassingsvermogen van de rest. Een vaardigheid die niet iedereen even goed onder de knie heeft. Dat bleek wel, toen een vriendin van Noëlle met dit kraamcadeau op de proppen kwam.
Toen Rosie een baby was, vond ik uiteten gaan best een uitdaging. Nu ze twee is, valt het nog niet altijd mee. En dat heeft niet alleen met het kind te maken.
We bereiden ons maandenlang voor op dé grote dag: de bevalling. Bevalplan? Check. Pufcursus? Check. Maar van presentatrice Shelly Sterk mogen we ons best vaker focussen op de periode ná de geboorte, het herstel: “Je lichaam is de volgende dag echt niet klaar voor een wandeling van tien kilometer achter de kinderwagen.”