Hoogbegaafdheid is echt geen makkie: ‘Er is voor mijn dochter geen passend onderwijs’
Iedereen hoopt dat z’n kind een beetje mee kan komen in de klas, maar als het mijlenver voorloopt is dat ook weer lastig. “Ik merk dat er nog steeds een taboe rust op hoogbegaafdheid.”
Natasja (35) is moeder van Damian (14), Amy (12), Milou (5) en Puck (2). Sinds Milou thuis les krijgt van haar ouders, is er rust in het gezin.
“Dat Milou niet naar school gaat, vertellen we bijna niemand. Uit ervaring weet ik dat het makkelijker is erover te zwijgen dan uit te leggen waarom ik haar thuishoud. Toen Milou vier werd, begon ze enthousiast aan groep 1. In het eerste gesprek met de juf heb ik aangegeven dat Milou thuis veel aandacht vroeg, overal doorheen tetterde en heftige driftbuien had. Dat had een enorme weerslag op mijn hele gezin, het kostte zo veel strijd om haar door een dag heen te helpen.
Op school vertoonde ze sociaal wenselijk gedrag, maar het viel de juf wel op dat ze een flinke voorsprong had op andere kinderen. Op haar advies zijn we met een hoogbegaafdheids-expert gaan praten. We spraken af in een indoor speeltuin. Terwijl wij koffie dronken en kletsten, observeerde hij Milou en voerde korte gesprekjes met haar. Hij adviseerde ons haar IQ te laten testen, ze scoort 99,9% op een IQ van 145. Het is zeer aannemelijk dat haar werkelijke IQ nog hoger ligt, maar dat gaf de test niet aan.
Snelle hersens
Milou zegt zelf dat ze snelle hersens heeft. In groep 1 verveelde ze zich, van school mocht ze versnellen. Na drie dagen in groep 2 kwam de eerste lockdown. Ondertussen had ik zelf al lesmethodes uit groep 3 aangeschaft. Daar vlogen we samen doorheen, ze kon snel rekenen, lezen en schrijven. Ze had een spanningsboog van anderhalf uur, dat is opvallend voor een kind van vierenhalf.
We zagen haar opbloeien. Dat ze werd uitgedaagd op haar eigen niveau zorgde ervoor dat ze eindelijk lekker in haar vel zat. De driftbuien verdwenen, er ontstond ook ruimte voor de andere kinderen in mijn gezin. Dat was fijn voor haar, voor ons allemaal. Behalve dan dat je een kleuter die al klaar is met groep 3 nergens kwijt kunt.
Wij hebben contact gehad met alle scholen in de regio. Na overleg met zeven specialisten – onder wie de leerplichtambtenaar en de onderwijsconsulent – kwamen we tot de conclusie dat er voor haar geen passend onderwijs is. Vanuit daar heb ik de keuze gemaakt voor thuisonderwijs, onder begeleiding van school en de hoogbegaafdheidsspecialist. Hij heeft ons ook uitgelegd dat Milou op emotioneel niveau functioneert als een kind van één jaar en cognitief als een negenjarige. Dat botst gigantisch in haar hoofd.
Eindelijk zichzelf
Ik wil er alles aan doen om te voorkomen dat ze op haar achtste alle stof van de basisschool heeft gehad. Dus verzin ik allerlei projecten om haar uit te blijven dagen, van Frozenijspaleizen bouwen tot een cursus gebarentaal. Ik ben geen bevoegd docent, ik ben haar moeder. Wat ontneem ik haar door haar niet naar school te laten gaan? Dat maakt me onzeker. Heel af en toe gaat ze wel een dagje, als er wat te vieren valt en om binding te houden met de klas. Daarna vervalt ze direct in haar oude gedrag. Voor mij een teken dat thuisonderwijs nu de beste optie is. Milou ging altijd in een verkleedjurk naar school toen ze nog wel de hele week ging. Ze wilde iemand anders zijn. Sinds ze thuis is, heeft ze die drang helemaal niet meer. Ze is nu eindelijk zichzelf.”
Opvallend pienter
Channa (40) is moeder van Julian (9), Maxim (7) en Fabian (4). Julian is uitzonderlijk hoogbegaafd en de jongste leerling op het gymnasium.
“Elke ochtend breng ik Julian naar school. Hij zit dan wel op de middelbare, ik vind hem echt te jong om alleen door de stad te fietsen. Als ik iemand vertel dat hij nu al op het gymnasium zit, zie ik mensen denken: wat een opschepper. Soms voel ik me eenzaam en als ik merk dat gesprekken over de kinderen worden afgekapt, houd ik maar weer mijn mond. Niemand weet hoe heftig hoogbegaafdheid kan zijn, voor het hele gezin.
Mijn moeder vond Julian altijd al opvallend pienter. Ik had geen referentiekader, hij is immers mijn oudste. Maar toen hij met anderhalf in no-time puzzels van twintig stukjes kon leggen – ook als ik alle stukjes van vijf puzzels omgekeerd en door elkaar gehusseld voor zijn neus legde – had ik wel door dat dit niet normaal was. Maar hoogbegaafdheid kwam niet in me op.
Woedeaanval
Op school was Julian het braafste jongetje van de klas, thuis kwam alle frustratie eruit. In zijn woede en verdriet moest zijn broertje het vaak ontgelden. Julian had veel voorspelbaarheid nodig. Als ik onaangekondigd een andere hoes om zijn dekbed deed, kon dat leiden tot een woedeaanval. Dus waste ik alles onder schooltijd en zorgde dat er altijd dezelfde hoes omheen zat. Ik begreep niet wat hij nodig had en zocht dat bij mezelf. Vroeger wilde ik niets liever dan moeder worden, maar nu bakte ik er niets van als ouder. Althans, zo voelde het voor mij. Op den duur liepen we thuis allemaal op eieren, het was echt niet te doen.
Halverwege groep 3 heb ik huilend de intern begeleider op school aangeklampt. Er móest iets gebeuren. Zij stelde voor om hem te laten testen op hoogbegaafdheid. Nog voor de uitslagen officieel binnen waren, werd me al verteld dat zijn IQ ver boven de 130 is. Die dag heb ik zo gehuild. Van opluchting omdat we nu konden bedenken hoe we hiermee verder zouden gaan. Maar ik vond het ook heftig, omdat ik hiermee Julian wel een label had gegeven. Dat moest, want zonder die testuitslag had hij nooit gekregen wat hij nodig had.
Lees ook
Deze moeder vraagt zich af: ‘Schieten die plusklasjes hun doel niet voorbij?’ >
Om tafel met het crisisteam
Binnen een dag zaten we om de tafel met het crisisteam van school: directeur, leerkrachten, intern begeleiders en hoogbegaafdheidspecialisten. Na de test luidde het advies: versnellen en compact les krijgen. Hoogbegaafde kinderen worden gek van herhaling. Als de klas tien sommen moest maken, deed Julian er twee mee en ging daarna verder met eigen projecten. Hij leerde Spaans, mocht mandala’s maken, er werd van alles bedacht. Zijn klas heeft hem altijd geaccepteerd zoals hij is. Hij is nooit gepest of buiten de groep gevallen, daar heeft hij echt geluk mee gehad.
Spetterend afscheid
Julian heeft in groep 6 de basisschool afgerond. Sinds het begin van dit schooljaar zit hij dus op het gymnasium in een intermezzoklas. Die is speciaal voor kinderen die te jong zijn om aan middelbaar onderwijs te beginnen en een maatje te groot zijn voor de basisschool. Ik heb lang getwijfeld, tot de intern begeleider tegen me zei: ‘Wil je nou echt dat je zoon twee jaar lang onder zijn niveau blijft werken voor drie dagen kamp en een musical?’
Als verrassing kreeg hij wel een spetterend afscheid. Voor de laatste schooldag regelde ik lasergames voor de hele klas. Daarna kwam Julian met de directeur naar buiten, langs een rode loper vormde zijn klas een erehaag. Het was geweldig. Zijn vriendjes uit de klas ziet hij nog steeds op het voetbalveld of als we samen zijn broertjes ophalen bij school.
Julian heeft zijn draai inmiddels echt gevonden. Thuis is hij rustig en blij, een totaal ander kind. Hij is aanhankelijk, komt graag bij me zitten om te kletsen. Zo fijn. Hij voelt zich eindelijk begrepen en ik koester ons contact. Ondertussen blijf ik op scherp staan, want ik kan er nog niet op vertrouwen dat het vanaf nu voor altijd goed blijft gaan.”
Toe aan het serieuze werk
Tamara (43) is de moeder van Tatum (11), die weliswaar hoogbegaafd is, maar niet de hele dag met haar vinger in de lucht zit om overal antwoord op te geven.
“Toen ik Tatum ophaalde na haar allereerste schooldag zei ze: ‘De juf is vergeten om me te leren lezen, schrijven en rekenen.’ Ze was toe aan het serieuze werk, wilde niet wéér knutselen. Ik vond haar opmerking toen vooral grappig, zocht er niets achter. Haar kleuterjuf gaf haar vaak uitdagende opdrachten, uit de kast met daarop de sticker ‘moeilijke werkjes’. Pas na twee jaar kwam ik erachter dat Tatum het zelf alleen maar moeilijke werkjes noemde vanwege die sticker, niet omdat ze het werk moeilijk vond.
In groep 3 heeft ze het hele jaar achter in de klas gezeten, achterstevoren en met een koptelefoon op. Volgens de leerkracht had ze geen hulp nodig en ze werd snel afgeleid door wat er in de klas gebeurde. Los van dat dit sowieso niet oké was, ontwikkelde ze zelf rekenstrategieën die veel te lang waren. Het jaar daarna veranderde haar gedrag. Niet op school, daar was ze het zonnetje van de klas. Maar zodra ze uit was, werd ze boos en verdrietig. Ze was niet te genieten, het was een drama. ’s Avonds kon ze niet slapen en lag ze te piekeren. Ik wilde haar zo graag gelukkig zien. Maar ik kon haar moeilijk bereiken.
Pauwen en zebra’s
We hebben een kindercoach ingeschakeld met wie ze kon praten. Vanuit school werd voorgesteld haar IQ te laten testen. Wij dachten totaal niet aan hoogbegaafdheid, de leerkracht wel. De uitkomst vond ik niet zo interessant, maar alleen daarmee zouden op school deuren opengaan. Er kwam een IQ van 137 uit.
Om hiermee om te gaan, schakelden we een hoogbegaafdheidsexpert in. Zij observeerde Tatum thuis en op school en schat in dat haar IQ nog hoger ligt. Als ze niet wordt uitgedaagd, raakt ze afgeleid en verveeld. Tatum is niet per se hongerig naar informatie, ze wilde geen klas overslaan of naar een school voor hoogbegaafde kinderen. Ze zit niet de hele dag met haar vinger omhoog omdat ze overal antwoord op wil geven. Haar sociale ontwikkeling is heel sterk, ze vindt haar vriendinnen belangrijk.
Ze krijgt op school Acadin – een digitale leeromgeving voor hoogbegaafde kinderen – en Digitale Leerschool aangeboden en gaat naar de plusklas. De meeste kinderen in die groep zijn pauwen die graag pronken met wat ze kunnen. De leerkracht van deze groep noemt Tatum een zebra, omdat zij liever opgaat in het geheel.
‘Ze heeft ook aandacht nodig’
Tatum zit nu in het laatste jaar van de basisschool. Ze is niet aan het onderpresteren, maar haalt ook niet echt het onderste uit de kan. Vanaf groep 3 heb ik regelmatig aan het bureau van haar leerkrachten gestaan, met steeds de boodschap: let op mijn kind. Ik bemoei me niet met het onderwijs, maar wel met hoe Tatum zich voelt in de klas. Het is te makkelijk om te denken: dat is een slim meisje, die regelt het allemaal zelf wel. Tatum heeft ook aandacht nodig.
Ik merk dat er nog steeds een taboe rust op hoogbegaafdheid. Tatum heeft haar vriendinnen er nooit over verteld. Ik heb ook maar een paar vriendinnen ingelicht die ik echt vertrouw. Ik wil niet de moeder zijn over wie ze op het schoolplein denken: daar heb je haar weer, met haar slimme kind. Maar hoogbegaafdheid is niet zomaar slim zijn en het is helemaal niet zo makkelijk. Niet voor haar en niet voor mij.”
Dit artikel staat in Kek Mama 06-2021.
Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >