Beschermd: ‘Mam, ben ik lelijk?’ Hoe ga je daarmee om, zelfvertrouwen bij je kind?

06.04.2023 06:14
zelfvertrouwen uiterlijk kind Beeld: Getty Images

Nog nooit was ons ideale schoonheidsbeeld zo onrealistisch, vanwege Photoshop en de cosmetische industrie. Lekker dan, want dit is wel de wereld waarin onze kinderen opgroeien. Hoe zorgen we ervoor dat ze zich zelfverzekerd staande houden?

Vanuit het niets, op zijn zadeltje op mijn fietsstang, begint mijn zevenjarige zoon erover. “Als ik in de spiegel kijk, dan vind ik mezelf niet mooi.” Prompt sta ik stil, mijn zoon hangend over mijn stuur. “Maar je bent zo mooi”, zeg ik meteen. Het is waar, mijn zoon is prachtig. Met donkere ogen die dwars door je heen kijken, een geweldige kop haar. Maar mijn opmerking komt niet door. “Ik zou er anders uit willen zien. Met blond haar, net als Job.”

Razendsnel zoek ik naar een juist antwoord. Zijn opmerking raakt me diep, maar ik wil niet dat hij ziet dat ik schrik. “Je bent zo mooi, het mooiste kind dat ik ken”, zeg ik maar weer. “Net zo mooi als je zusje en je broer.” Hij zegt niets meer, en begint er ook niet meer over. Maar mij laat het niet meer los.

Zelfbeeld

Niet iedereen schrikt van zo’n opmerking, blijkt als ik rondvraag onder vriendinnen. Jet (43) heeft drie kinderen, waarvan dochter Fien (9) de jongste is. Laatst hoorde Jet haar voor de spiegel zeggen dat ze zichzelf lelijk vindt, en te dik. “Natuurlijk voelt dat naar. Maar ik zie het meer als een losse flodder en zoek er niet te veel achter. Kinderen zeggen nu eenmaal alles wat ze denken: de ene keer is de wereld fantastisch, de volgende dag lijken ze depressief. Dat worstelen hoort erbij. Bovendien: ik vind mezelf ook niet altijd even leuk in de spiegel.”

Renée (45) ziet haar dochter Mara (11) ook worstelen. “Laatst zei ze zelfs, nadat ze om zich heen had gekeken in een theater: ‘Ik kom erachter dat ik misschien niet eens zo lelijk ben in vergelijking met andere kinderen.’ Toen ze jonger was wilde ze nooit een staart in, omdat ze hoopte dat ze zo haar lange nek kon verhullen. Ik word daar heel verdrietig van. Hoe kan dat toch?”

Wereldwijd

Voordat we het over oplossingen gaan hebben is het misschien goed om te weten dat we ons eigenlijk pas sinds kort in deze mate druk maken over ons uiterlijk. Hoogleraar psychologie Liesbeth Woertman heeft aan de Universiteit Utrecht veel onderzoek gedaan naar het fenomeen lichaamsbeeld, en schreef het boek Psychologie van het uiterlijk.

“Ik ben 69 en toen ik jong was, was men niet zo met het uiterlijk bezig als nu”, vertelt ze aan de telefoon. “Niemand was perfect, zelfs de mooiste mensen niet. Dat maakte niet uit, want je kon toch niets aan jezelf veranderen. Lang niet iedereen had tv, dus de enige mensen met wie je je kon vergelijken waren de mensen uit je directe omgeving.”

“Dankzij social media zien we niet alleen hoe onze buurvrouw zich opmaakt, maar ook alle vrouwen aan de andere kant van de wereld”

Hoe anders is het nu: dankzij social media zien we niet alleen hoe onze buurvrouw zich opmaakt, maar ook alle vrouwen aan de andere kant van de wereld. En daar worden we niet bepaald gelukkiger van. Volgens Woertman zijn we zelfs nog nooit zo mooi geweest, en zo onzeker over ons uiterlijk. Dat komt doordat het schoonheidsideaal van tegenwoordig historisch onrealistisch is. We worden immers omgeven door beelden van mensen met porieloze huidjes, lange benen, hoge jukbeenderen en volle lippen.

“Die beelden zetten zich vast in je hoofd en daar vergelijk je jezelf mee”, aldus Woertman. Bovendien lijkt het erop dat dit westerse ideaalbeeld ook wereldwijd geldt, zo schrijft ze in haar boek. Daardoor laten Chinese meisjes hun benen breken om langer te lijken en ondergaan vrouwen in Korea en masse dubbele ooglidcorrecties. “We doen daarnaast ook nog alsof tijd niet bestaat”, vertelt Woertman, “want die schoonheidseisen gelden nu levenslang. Als je als vrouw in deze tijd moeder wordt, moet je er nog steeds geweldig uitzien. Vroeger waren we daar makkelijker in.”

Complimenten

Niet echt een fijn idee, dat we onze kinderen opvoeden in een wereld die onrealistische eisen stelt aan onze jukbeenderen, poriën en oogleden. Hoe gaan we daarmee om? Jubelen we ons kroost toe, in de hoop dat ze daar genoeg zelfvertrouwen door krijgen om al die gekte het hoofd te bieden, of pakken we het anders aan?

Vriendin Sophie (37) heeft het uiterlijk van haar dochter Suus (7) altijd heel bewust positief benaderd. “Ze heeft wat afwijkende kenmerken, zoals rood haar en bijoortjes (een bobbeltje met kraakbeen bij het oor, red.). Die heb ik expres niet weg laten halen en ik heb haar altijd gezegd dat het iets bijzonders is wat bij haar hoort. Ik merk dat ze het vervelend vindt als kinderen ernaar vragen, maar tegelijkertijd heeft ze er zelf magische krachten aan toegekend.”

Renée geeft ook complimenten, maar met beleid. “Mara en haar broer Chris (14) zijn pubers, zij vinden het ‘cringe’ als ik zeg dat ze mooi zijn. Dus hou ik het bij complimentjes over hun trui, of zeg dat een nieuw kapsel hun ogen goed doet uitkomen.”

“Ik zie dat mijn kinderen zichzelf vooral vergelijken met anderen”, aldus Jet. “Ook dat hoort erbij, vind ik. Ik probeer ze niet te helpen met complimenten, want daarmee leg ik juist de nadruk leg op hun uiterlijk, waardoor ze alleen maar onzeker kunnen worden.”

Fouten maken

Woertman is ook geen voorstander van eindeloos complimenteren. “Ik heb het idee dat we tegenwoordig een beetje overdrijven. We moeten uitkijken dat we geen ontzettende narcisten van hen maken.”

Volgens haar is er maar één manier om kinderen steviger te laten staan. “Echt zelfvertrouwen leer je alleen maar door fouten te maken. Door letterlijk en figuurlijk te vallen, en jezelf weer te corrigeren, zodat je later op een innerlijke bodem kan terugvallen. Laat ze dus op hun muil gaan, en blijf daarnaast staan als ouder. Zeg ze dat het een vervelende situatie is, en help hen om te onderzoeken hoe ze het de volgende keer zouden kunnen aanpakken.”

“Laat ze op hun muil gaan en blijf daarnaast staan als ouder”

Woertman noemt direct een voorbeeld: “Dat heen-en-weer rijden in een bakfiets zou verboden moeten worden. Laat kinderen zelf fietsen, op straat spelen, ruzie maken. Je hoeft ze niet de hele dag te vermaken; ze mogen zich best het lazarus vervelen. En als ze toch iets fout doen, dan sta jij er met je grote moederarmen omheen. Die warme omheining is fundamenteel.”

De opvattingen van Woertman passen in het straatje van Jet. Haar kinderen komen vaak thuis met verhalen over nare opmerkingen. “Ik probeer ze te leren om daar niet meteen van om te waaien. Niet door alleen te zeggen: “Trek het je niet aan”, dat is te dunnetjes. Ik leg hen uit dat ze geen invloed hebben op dat wat anderen zeggen en dat ze een keuze hebben: je kan je helemaal laten meeslepen door deze opmerking of je kan je schouders ophalen. Vaak helpt het als we het hebben over het kind dat de opmerking maakte: “O díe! Ach, die is vast zelf onzeker.”

Lees ook – ‘Loslaten. Verdomd lastig als je het mij vraagt’ >

Aanraking

In haar boek haalt Woertman daarnaast ook meermaals het belang van aanraken aan. Kinderen die regelmatig worden aangeraakt leren namelijk hun lichaam beter kennen. Ze voelen zich aantrekkelijker, waarderen zichzelf meer en voelen zich meer verbonden met anderen. Dat klinkt niet ingewikkeld, totdat je kinderen in de puberteit komen. Een klein kind laat zich prima over de bol aaien, maar een paar jaar later kan je na eenzelfde aanraking een hoek verwachten.

“Even een hand op het achterhoofd zegt: het is goed, je bent veilig”

Woertman beaamt dit dilemma. “Pubers moeten leren zichzelf te worden, terwijl ze in een lichaam leven dat soms niet van hen voelt. Om zo’n grote ontwikkelingsstap alleen door te maken is best eenzaam. Het zou fijn zijn als we een iets meer lichamelijke cultuur waren geweest. Zoals het nu in veel huishoudens is, is het een lastig spel. Terwijl even een hand op een achterhoofd zoveel betekent: het is goed, je bent veilig. Dat is veel krachtiger en groter dan taal.”

zelfvertrouwen uiterlijk kind

Voorbeelden

Maar wat misschien nog wel belangrijker is dan kinderen loslaten en aanraken, is hoe je zelf omgaat met je uiterlijk, aldus Woertman. “Daarom zitten kinderen ook graag op TikTok: ze zoeken naar voorbeelden, ze hebben geen idee hoe ze zich moeten verhouden tot een ander. Ouders staan het meest dichtbij, daar kijken ze ook naar, vooral als ze nog geen social media gebruiken. Je moet dus zeker niet gaan mekkeren dat je jezelf te dik vindt. En kinderen zien ook wat jij zonder woorden uitstraalt: als jij afkeurend naar jezelf kijkt, dan pikken ze dat op.”

Renée heeft die ervaring ook: “Ik probeer stiekem af te vallen. Toch hebben mijn kinderen dat door. ‘Neem jij ook een taartje?’ vroeg Mara toen we laatst ergens koffie gingen drinken. Ik denk dat ze het zielig voor me vindt.” Sophie: “Ik doe altijd alsof ik heel blij ben met mijn buik en billen. Toch sluipt het er in mijn gesprekjes met Suus weleens in dat dik zijn iets afwijkends is. Bijvoorbeeld als ze mij grappend dik noemt en ik gespeeld gepikeerd reageer. Ik probeer dat weer te keren door te zeggen dat iedereen mooi is zoals ie is.”

Maar als voorbeeldgedrag zo belangrijk is, wat doet het dan met je kind als je iets aan je uiterlijk verandert? Woertman is er duidelijk over. “Dat vind ik niet zo best. Daarmee ga je over een grens. Je geeft al snel het signaal dat je perfect moet zijn en dat je anders niet goed genoeg bent.”

Zelfliefde

Maar wat is dan normaal? Moeten we doen alsof we niets om ons uiterlijk geven, of in het geniep make-up aanbrengen? Dat hoeft zeker niet, zegt Woertman. “Het is niet zo dat uiterlijk onbelangrijk is, integendeel: het laat zien hoe uniek we zijn en hoe bijzonder dat is. Het zou mooi zijn als we het als een spel konden zien. Dat het leuk is om jezelf op te maken voor een feest, maar dat het prima is om zonder make-up bij de bakker een halfje bruin te halen.”

Stevige kinderen kweek je dus door ze los te laten, op je handen te zitten en ze te hulp te schieten als het even niet gaat. In de tussentijd knuffel je ze plat en kijk je vol zelfliefde in de spiegel. Rest mij nog mijn zoon, die vanaf zijn stangzadeltje mijn hart versplinterde.

“Meestal is zo’n opmerking maar een momentopname van hoe ze zich voelen”

Ik bespreek het met vriendin Jet. Weer benadrukt ze dat kinderen soms ook maar wat zeggen. “Als hij echt niet meer naar buiten gaat en hij is doorlopend ongelukkig, dan moet je wel in actie komen. Maar meestal is zo’n opmerking maar een momentopname van hoe ze zich voelen, en daar hoef je echt niet altijd wat mee te doen.”

Ook Renée deed weinig met de opmerkingen van haar dochter. “Ik weet dat ik mezelf vroeger ook echt niet mooi vond. Ik wil het niet problematiseren. Maar als moeder is het gewoon niet leuk om zo’n opmerking te horen: je vindt je kind zo mooi.”

Ze hebben gelijk, en ook hier geldt dus: laat het los. Dat lukt aardig, met deze kennis. Bovendien heeft mijn zoon sindsdien nog maar één keer aan tafel geroepen dat hij liever blauwe ogen wil; daarna heb ik hem niet meer gehoord over zijn uiterlijk. Laat ik er dan ook maar niet over beginnen, tenminste: niet voordat ie zelf een keer de fiets pakt.

De namen van Jet, Renée en Sophie en hun kinderen zijn op verzoek gefingeerd.

In de glossy Kek Mama lees je de mooiste verhalen, meest herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts €29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.