Alles wat je moet weten over de NIPT

23.11.2020 08:57
Beeld: Shutterstock Beeld: Shutterstock

Wil je tijdens je zwangerschap weten hoe groot de kans is dat jouw baby het down-, edwards- of parausyndroom heeft, dan kun je kiezen voor de NIPT-test. Maar hoe werkt die test precies en vanaf hoeveel weken kun je ‘m doen? Wij zochten het voor je uit. 

Sinds april 2017 is de test niet meer alleen beschikbaar voor zwangeren met een verhoogde kans op een kindje met een chromosoomafwijking, maar mag iedere zwangere vrouw er gebruik van maken. Als je dat wilt – het is immers je eigen keuze. Kies je ervoor, dan moet je de test wel zelf betalen. Vrijwillige deelname kost € 175 en wordt niet vergoed door de zorgverzekering.

 

DNA

NIPT betekent ‘Niet-Invasieve Prenatale Test’ en is een onderzoek dat bestaat uit het afnemen van een paar buisjes bloed. Hierin zit erfelijk materiaal (DNA) van de placenta dat bijna altijd hetzelfde is als dat van je kind. Zo kan het laboratorium dus, veilig én zonder het risico op een miskraam, onderzoeken of jouw baby het down-, edwards- of patausyndroom heeft. Wel goed om te weten: je kunt de test pas laten doen vanaf elf weken zwangerschap. 

 

Nevenbevindingen

Het laboratorium kan terwijl ze de NIPT uitvoeren ook zien of je kind andere (zeldzame) chromosoomafwijkingen heeft: dat worden nevenbevindingen genoemd. Je mag zelf beslissen of je deze wilt weten en kunt kiezen uit twee mogelijkheden:

  1. Je wilt weten of je baby down-, edwards- en patausyndroom heeft. 
  2. Je wilt weten of je baby down-, edwards- en patausyndroom heeft én of het laboratorium nevenbevindingen heeft gevonden.

 

Lees ook
Extreme zwangerschapsmisselijkheid: ‘Zelfs een slokje water kwam er meteen weer uit’ >

 

Uitslagen

Na tien dagen krijg je de uitslag van je gynaecoloog of verloskundige. Als je ervoor hebt gekozen ook nevenbevindingen te willen horen en het laboratorium heeft deze gevonden, dan neemt het Centrum voor Prenatale Diagnostiek of een polikliniek klinische genetica van een universitair ziekenhuis contact met je op. Mogelijke uitslagen: 

 

‘U bent waarschijnlijk niet zwanger van een kind met down-, edwards- of patausyndroom.’

Bij deze uitslag krijg je geen vervolgonderzoek.

 

‘U bent mogelijk zwanger van een kind met down-, edwards- of patausyndroom.’ Onderstaande cijfers hebben we verkregen vanuit UMCG:

  • Bij 75 van de 100 vrouwen die de uitslag krijgen dat ze mogelijk zwanger zijn van een kind met downsyndroom, klopt dat inderdaad; 25 vrouwen zijn dus niet zwanger van een kind met downsyndroom.
  • Bij 24 van de 100 vrouwen die de uitslag krijgen dat ze mogelijk zwanger zijn van een kind met edwardssyndroom, klopt dit inderdaad; 76 vrouwen zijn dus niet zwanger van een kind met edwardssyndroom.
  • Bij 23 van de 100 vrouwen die de uitslag krijgen dat ze mogelijk zwanger zijn van een kind met patausyndroom, klopt dit inderdaad; 77 vrouwen zijn dus niet zwanger van een kind met patausyndroom.

Middels een vlokkentest of vruchtwateronderzoek kan je meer duidelijkheid krijgen.

 

‘Er is een nevenbevinding gevonden.’

Vervolgens hoor je tijdens een gesprek in het ziekenhuis wat er precies gevonden is en wat voor (mogelijke) gevolgen dit voor je kind kan hebben.

 

‘Er is geen nevenbevinding gevonden.’

 

Bron: RIVM / Independer 

 

Nog meer Kek Mama?
Volg ons op Facebook en Instagram. Of schrijf je hier in voor de Kek Mama nieuwsbrief >