Mijn column waarin ik vertel dat ik als moeder fulltime werk en in het weekend soms nog oppas vraag, ging vorige week viral. Twee miljoen mensen lazen ‘m en velen hadden een mening. Dat was een heel pittig moment in mijn carrière.
Lees verder onder de advertentie
Waarom het zo pittig is? Duizenden moeders lieten – en laten – me weten dat ik een slecht mens ben. En hoewel dat natuurlijk nooit leuk is om te horen, viel mij tussen al het commentaar en de pijnlijke woorden die ik ontving één ding op: vaders blijven buiten schot. Blijkbaar is het in Nederland voor velen nog altijd de norm dat een moeder meer bij haar kinderen is en zorgt dan de vader. En doe je dat niet, dan ben je een slechte moeder. Vaders mogen wel fulltime werken en ’s avonds nog tennissen of een etentje hebben. Als zij in het weekend wat met vrienden gaan doen, is dat blijkbaar heel normaal. Moeders mogen niet én fulltime werken en daarnaast nog een sociaal leven hebben, dat in de weekenduren haar tijd vraagt. Tenminste, dat idee krijg ik, na alle kritiek. ‘Als een vrouw niet werkt, teert ze op het geld van haar man. Als ze te veel werkt is ze egoïstisch. Als ze parttime werkt maakt ze nooit echt carrière, doet ze mee ‘voor de sier’.’Het is jammer dat we elkaar zo bekritiseren op het moederschap. Veel moeders voelen zich namelijkal vaak genoeg schuldig als ze iets voor zichzelf doen. Daar hoor je vaders nou nooit over. Waarom wij wel kampen met een schuldgevoel? Omdat onze maatschappij helaas nog steeds is ingericht op ‘de zorgende vrouw’. En ja, ze mag heus werken hoor, want we leven in 2022. Maar ze mag niet te véél werken, niet meer dan 24 uur als het even kan en ze magzeker in het weekend niet óók nog om een oppas vragen. Ben je gek. Zij wilde toch moeder worden? Ze houdt toch zo van haar kinderen? Maar waarom worden dit soort kritische vragen nooit aan mannen gesteld? Zij kiezen er toch ook voor om vader te worden? Mijn man is nooit gevraagd of hij niet een dag minder wil werken nu hij jonge kinderen heeft. En waarom wordt niet hij, maar ik gebeld door de crèche als één van onze kinderen ziek is? Ik hoop echt dat dekijk op vaders en moeders gelijkwaardiger wordt. Vaders passen niet op hun eigen kinderen. Ze ‘helpen’ niet als het gaat om hun eigen kinderen. En moeders zijn méér dan alleen moeder. Moeder zijn van Bodi en Daaf is de mooiste rol in mijn leven en ik geniet er elke dag van. Maar het is niet mijn enige rol. Ik ben ook nog psycholoog, schrijver, ondernemer, een beste vriendin van een boel vriendinnen en een collega, een zus, dochter, vrouw van en nog zoveel meer. Als een man zich niet hoeft te verantwoorden voor het leven dat hij leidt buiten zijn gezin om, waarom moeten moeders dat dan wel? Tessa Heinhuis (32) is moeder van een tweeling, Bodi en Daaf (3). Ze is hoofdredacteur van mamamagazine.nl.
Boys moms weten: zoons kunnen heftig zijn. Zo ook het zoontje van Frida, toen ze op vakantie was in Kroatië met haar gezin. Hij legde eigenhandig het hele zwembad plat. Per ongeluk.
Elke ouder weet: er komt een moment en dan pikt je kind iets op wat ie absoluut niet had mogen horen. Zo liet de vijfjarige Hugo op een subtiele, maar duidelijke manier weten hoe zijn vader over bepaalde collega’s denkt.
Met twee gezinnen op vakantie, hoe meer zielen, hoe meer vreugd, dachten Anna en haar man. Dat viel tegen, bleek toen ze eenmaal in Frankrijk gearriveerd waren.
Wanneer je de eerste bent in je vriendengroep die moeder wordt, vergt dat wat aanpassingsvermogen van de rest. Een vaardigheid die niet iedereen even goed onder de knie heeft. Dat bleek wel, toen een vriendin van Noëlle met dit kraamcadeau op de proppen kwam.
Toen Rosie een baby was, vond ik uiteten gaan best een uitdaging. Nu ze twee is, valt het nog niet altijd mee. En dat heeft niet alleen met het kind te maken.
We bereiden ons maandenlang voor op dé grote dag: de bevalling. Bevalplan? Check. Pufcursus? Check. Maar van presentatrice Shelly Sterk mogen we ons best vaker focussen op de periode ná de geboorte, het herstel: “Je lichaam is de volgende dag echt niet klaar voor een wandeling van tien kilometer achter de kinderwagen.”