Kimberley over haar nieuwe (nogal onverwachte) hobby: ‘Bevallen is kutter’

13.07.2023 13:58

Kimberley van Heiningen woont samen met Kevin, is (bonus)mama van Norah (5) en baby Jackie. Ze schrijft over het moederschap, het leven en alles wat daarbij komt kijken. Deze keer over een onverwachte nieuwe hobby.

Misschien ben ik ziek. Mezelf niet of al die jaren nooit geweest. Of – en die verklaring lijkt me het meest plausibel – ben ik zo hard op mijn achterhoofd gevallen dat ik me die hele smak niet kan herinneren en ik sindsdien ontoerekeningsvatbaar ben. Dat kan bijna niet anders.

Vlaag van verstandsverbijstering

De eerste keer had nog door kunnen gaan als een vergissing. Een vlaag van verstandsverbijstering. Wellicht. Maar toen ik weer ging, meteen al de volgende dag, werd het wel een heel sterk verhaal dat ik wederom in een paar hardloopschoenen was gestruikeld om in versneld tempo een blokje om te gaan. Zo’n herhaling van zetten heeft toch iets weg van een gewoonte. Of routine, zoals de rengrage broer van Arie Boomsma – die dus net zo klinkt als ‘de echte Arie’ – vertelde in zo’n podcast waarin het hardlopen eens flink werd bewierookt. 

Het is dat mijn ongetrainde kuiten op dag drie dachten ‘de groeten, met die nieuwe kuthobby van je’, anders was ik gewoon wéér gegaan. Ja, ik, met al dertig jaar een grafhekel aan hardlopen, was ineens ‘om’. En daar hoefde niet eens iemand een mes voor op mijn keel te zetten. 

“Het is dat mijn ongetrainde kuiten op dag drie dachten ‘de groeten, met die nieuwe kuthobby van je’, anders was ik gewoon wéér gegaan”

Hardloopparochie

Ik was wel gewaarschuwd. Door mijn vriend, een gezellige Bourgondiër die begin dit jaar óók al op z’n achterhoofd was gekukeld om ‘ineens’ de marathon (of de ‘maaraton’, zoals ze in Rotterdam zeggen) te rennen. Dat het heus fijn zou zijn, dat ik er lekkerder door in mijn vel zou zitten en wat al niet meer. Na die prestatie (want dat was het) verkondigde hij zijn hardloopparochie regelmatig. En hoewel hij lulde als Jehova kreeg ‘ie bij mij echt geen voet tussen de deur. Spreekwoordelijk dan, aangezien we dezelfde voordeur delen. Tot… ik dus ineens die schoenen aantrok van de week.

Lees ook – ‘Help, mijn vriend traint voor de marathon (en ik val niet eens op sportieve types)’

Hinde

Ging ik als een hinde door het dorp? Galant verend op de demping van mijn splinternieuwe oude (ongebruikt in de kast gaan ze zo tien jaar mee) schoenen? Nah. Ik hijgde aan het einde van de straat al als een trekpaard, had ruzie met mijn telefoonhouder (die mijn telefoon dus niet hield) en mijn broek zakte iedere meter verder van mijn reet. Ondertussen wachtte ik op helse steken in mijn zij, tekenen dat ik ‘echt niet meer kon’ om theatraal door mijn benen te zakken en te zweren dit never nooit meer te doen. Gebeurde niet. Ik kon alleen maar denken: bevallen is kutter.

Runners high

Dus rende ik door, het rondje af, om daarna hoogst verbaasd en een tikkie euforisch op de bank te ploffen. Of manisch, want ineens wilde ik ook kasten uitruimen, een vijfjarenplan maken voor mezelf en al mijn huisgenoten, badkamervoegen poetsen met een tandenborstel (grapje, dat nooit) en met iedereen en je moeder delen hoe fijn het wel niet was geweest. 

Dat laatste vond ik altijd één van de ergste eigenschappen van hardlopers. Dat ze nooit ‘gewoon’ een rondje lopen in stilte, maar dit altijd moeten delen in appjes, grafiekjes, stories… of zelfs een column. Bah!