Elsemieke: ‘Ik verander in een monster wanneer iemand gemeen doet tegen mijn kind’

21.09.2024 15:00
Elsemieke column Beeld: Michelle van den Broek Fotografie

Elsemieke, moeder van Odin (3) en Xavi (1) en redacteur bij Kek Mama, heeft haar passie in het moederschap gevonden en probeert er als eersteklas chaoot, met ook nog enorm slaaptekort, wat van te maken.

Ik verander in een monster als iemand lullig doet tegen mijn kind. Ook als de persoon in kwestie slechts een paar jaar oud is en het alleen maar gaat over een beetje duw- en trekwerk in de speeltuin. Oepsie.

Het is slechts twee keer voorgekomen tot nu toe, maar wat mij betreft was dat twee keer te veel. Je hoort wel eens van oermoeders, leeuwenmoeders, die hun welpjes koste wat kost beschermen. Blijkbaar hoor ik daarbij. Ook als ik het moet opnemen tegen een vierjarige.

De eerste aanvaring was in het speelhoekje bij een koffiecorner in een winkel. Mijn zoontje Odin (toen nog 2) was aan het spelen in de speelhoek, toen er een broer (iets ouder) en zus (ongeveer even oud) bij kwamen. Odin is dol op andere kindjes, dus hij wilde graag met hen spelen. Dat wilden die kindjes niet. Goed, dat mag natuurlijk, maar mijn hart breekt dan meteen in duizend stukken, dus daar ga je al. Op een gegeven moment pakten de kindjes iets af waar Odin mee aan het spelen was en begon het meisje (twee koppen kleiner dan hij) hem zelfs te duwen, dat hij weg moest gaan uit de speelhoek. Odin in al zijn onschuld begreep totaal niet dat ze gemeen deden en moest er zelfs om lachen. Ik begreep het daarentegen wel.

Woede

En ik – werd – woest. Zoiets had ik nog nooit eerder gevoeld. Het was echt agressie wat ik voelde, jegens dat kleine meisje. Bizar gewoon. Het liefst had ik haar over de reling naar beneden gesodemieterd. Hoe dúrf je mijn kind te duwen?! Hoe dúrf je gemeen tegen hem te doen?! Relax, ik zou dat natuurlijk nooit écht doen. Maar het gevoel zat er wel. In de auto terug naar huis moest ik huilen, zo emotioneel was ik ervan. Goed, ik huil vrij snel. Maar toch. Het idee dat het ongetwijfeld ging gebeuren dat hij nog meer kinderen tegen zou komen die niet lief tegen hem zouden doen, dat ik hem niet voor altijd kan beschermen tegen de grote boze buitenwereld, daalde op dat moment langzaam in. Iets met leren loslaten. Iets met dat je hart buiten je lichaam klopt als je eenmaal kinderen hebt. Ik voelde het allemaal.

Lees ook – Moederinstinct: ‘Ik vertrouwde die gastouder voor geen meter’

Aanvaring twee was een tijd later, maar ik werd er niet minder pissig van. Odin (inmiddels 3) was aan het spelen in een speeltuin bij ons in de buurt – een vrij toegankelijke, openbare speeltuin, welteverstaan – met twee andere kindjes, wederom broer en zus. Samen speelden ze op het toestel met glijbaan en een roer als ware het een schip. Ik had zojuist nog Odin terecht gewezen dat ze daar samen speelden en hij dus even moest wachten met spelen met het “bootstuur”, zoals hij het noemt, omdat het andere jongetje er eerst mee aan het spelen was.

Even later stond Odin zelf aan het roer en probeerde het andere jongetje hém aan de kant te duwen. Ik begon weer met m’n opvoedkundig verantwoorde verhaal over samen delen, toen de zus van het jongetje me onderbrak: “Jij bent onze moeder niet, jij hebt niks over ons te zeggen!” en mijn zoontje vervolgens pardoes aan de kant duwde.

De kalmte zelve – maar nu even niet

Echt, woedend is een understatement. De stoom kwam wederom uit m’n oren en het liefst had ik het kind aan haar haren uit dat speeltoestel gesleept. Kom – niet – aan – m’n – kind. Vergis je niet, ik ben de kalmte zelve. Ik ben echt een heel rustig persoon, assertiviteit staat ook niet in mijn woordenboek en ik doe er meestal 2 tot 3 werkdagen over om een goede comeback te verzinnen wanneer ik in een discussie beland. Maar wanneer het mijn kind betreft, is die kalmte blijkbaar ver te zoeken.

Dit was één van de weinige momenten waarop ik blij was dat ik niet assertief ben en al helemaal geen flapuit, ik denk altijd na voordat ik wat zeg. Meestal dus 2 tot 3 werkdagen. In dit geval maar beter ook, want je wil natuurlijk niet gaan staan schelden tegen een kleuter. Ik vertelde haar: “Nee, maar jouw moeder is hier niet en ik ben wel zijn moeder, en jullie gaan gewoon samen spelen want deze speeltuin is niet van jullie, die is van iedereen.” Het mooie is, even later liep ik met de adrenaline nog in m’n benen van woede rondjes met de kinderwagen om zoontje nummer twee (toen nog een baby) in slaap te krijgen en waren de drie kinderen heel leuk samen aan het spelen. Zij waren het alweer vergeten. Ik niet.

Lees ook – Moederinstinct: ‘Mijn zoon had een eetstoornis, maar niemand nam ons serieus’

Niet dat ik écht iets zou doen

Waarom ik bij dit soort kleine aanvaringen al zó uit mijn plaat ga? Ik heb echt geen idee. Ik ben dus ook alles behalve een agressief persoon, normaliter. En ik zou natuurlijk ook nooit een kind écht wat doen. Je moet gewoon niet aan mijn kind komen, hoe oud je ook bent. Het is een soort instinct, ik kan er niks aan doen. Misschien is dit dan toch wat moederinstinct is? Of ik ben gewoon een beetje gestoord, kan ook.

Ik hoop van harte dat het ons bespaard blijft dat een van de kinderen echt slachtoffer wordt van een pestkop als hij wat ouder is. Dan sta ik niet voor mezelf in.

In ons Kek Mama magazine lees je de mooiste verhalen, herkenbare columns en de leukste fashion en lifestyle tips. Abonneer je nu voor slechts € 29,95 per jaar en ontvang de glossy als eerste op je deurmat.