Leuk, een dagje naar het zwembad: ‘In de takkeherrie en bloedhitte vechten om een pashokje’

12.01.2023 09:28
Ellen

Ik ben geen zwembadliefhebber. Als je me nu zou vertellen dat ik nooit meer zou mogen zwemmen, dan zou ik daar echt niet om huilen. Maar er zijn verzachtende omstandigheden, waardoor ik het zwemmen soms toch niet zo erg vind.

Ten eerste: iets warmer water. Toen we ooit op Phuket op vakantie waren, was het water daar net even een paar graden warmer. Gewoon een beetje lauw. Dan kun je denken: dan is het net alsof er veertig kinderen in gepist hebben, maar zo’n zwembad was het niet. Dat warme water, waardoor je niet eerst een minuut twijfelend en klappertandend op zo’n trapje hangt, maakt voor mij echt een verschil.

Dan: een fijne kleedkamer (eigenlijk hoort die met stip bovenaan). Niets geeft ouders meer zwem-stress dan een krap kleedhokje met kinderen (las ik eens, maar het is ook de ervaring van andere ouders om me heen én de ervaring van ouders in ieder random zwembad – luister maar eens naar het gesnauw in de hokjes naast je). Je hebt te maken met plotselinge bloedhitte, dikke winterjassen (in de winter dan), vierhonderd kledingstukken en sokken die net in dat ene plasje water vallen (is het wel water, of pis van een ander kind?). Nog zoiets waar ik echt van over m’n nek ga: vieze vloeren in zo’n hokje. Klossen haar (gádverdamme), modder, en andere smerige ondefinieerbare dingen. Bah. Daar staan mijn kinderen natuurlijk altijd met hun blote voeten in, en ik ben echt niet smetvrezerig, maar dat vind ik goor. 

Vorig jaar waren we in Denemarken op vakantie, in zo’n Lalandia park. Dáár hebben ze het wél begrepen. De kleedkamer werd voor mij gewoon een plek van ontspanning, het was een oase van rust en reinheid. Ergens kwam dat natuurlijk ook omdat de jongens bij Nils in de mannenkleedkamer waren en de kleine meid toen nog in mijn buik zat. Hé, alle rust voor mij! De jongens zijn nu ouder en ze doen gewoon prima alles zelf, maar toch. In dat Lalandia park hadden ze twee grote kleedkamers, een mannen en vrouwen variant, en in die kleedkamers was iedereen bloot. Bloot rondlopen, bloot douchen, alles. Het was het eerste wat me opviel. Niemand deed moeilijk, klaar. Het was er brandschoon, er stonden babybedjes met een plastic (schoon) matrasje, boxen en plastic kinderstoelen die je zo onder de douche kon schuiven. Moeders met baby’s of kleine kinderen hadden zo hun handen vrij om te douchen met hun baby ernaast. De doucheruimtes waren enorm en heerlijk warm. Er waren heel veel kluisjes mét handig systeem en genoeg ruimte om je spullen op te hangen. Ook waren er voldoende verschoningsmogelijkheden voor baby’s. Ideaal! Als je je op zo’n plek met je kind kunt klaarmaken voor het zwemmen of terugkomt na het zwemmen, scheelt dat voor ouders – denk ik – een heleboel stress. Mijn zwembad-kleedkamer-afkeer verdween in ieder geval als sneeuw voor de zon.

Afgelopen weekend waren we in Center Parcs en daar kwam ik dus op het idee voor deze column. Nils moest op vrijdag nog gewoon werken, dus ik was met de kinderen die ochtend richting Lommel gereden om de boel samen alvast te gaan ontdekken. De jongens wilden natuurlijk maar één ding: zwemmen. Prima. Sophia mocht het water nog niet in met haar twee maandjes, dus ik had al bedacht dat ik ergens langs de kant zou gaan zitten met haar. Dan konden de jongens fijn zwemmen en kon ik ze in de gaten houden en zwaaien. 

Hoe naïef kun je zijn. 

Ik stond dus uiteindelijk met de jongens en Sophia in een veel te krap hokje in de Aquafuckingmundo, want de grotere hokjes voor gezinnen waren al eeuwen bezet. Het was dan ook vreselijk druk. Ik had de wandelwagen moeten achterlaten en Sophia er uitgehaald met haar warme schapenpakje nog aan en we hadden ook allemaal onze winterjassen nog aan. Eindstand: we waren vier gekookte garnalen in een blikje en we werden er allemaal niet gelukkig van. Wáár was dat babybedje? Ik kon Sophia nergens neerleggen zodat ik even m’n jas uit kon doen. Het arme kind had ook een gezicht als een tomaat, al vond ze het gelukkig interessant genoeg om stil te blijven. 

‘Ga er maar uit, jongens,’ zei ik, nadat ze na veel geworstel hun kleren uit hadden. ‘Ik zoek wel ergens een plek om haar neer te leggen en dan gooi ik alle spullen in een kluis.’

Hokje open. Winterjassen, kleren, schoenen van de jongens, zwemtas, kind met schapenpakje, check.

Een schoonmaakster blokkeerde onze route naar de kluisjes, haar hand omhoog als een ware verkeersregelaar. ‘Mevrouw, uw schoenen.’

Ik keek naar beneden. Ja, ik had mijn Air Max nog aan. ‘Eh, als ik ergens een plek had gehad om mijn baby neer te leggen, dan had ik mijn schoenen wel uitgedaan.’

‘Gezinshokje!’ toeterde ze. 

‘Ik ben hier voor het eerst en de gezinshokjes waren vol.’ 

‘Maar toch, uw schoenen! Geef uw baby maar, dan kunt u uw schoenen uitdoen.’ Ze stak haar handen – met plastic handschoenen mét een paar lange haren eraan – naar me uit. Ik gruwelde. 

‘Neuh. Ik regel het zelf wel.’ Mijn temperatuur was inmiddels opgelopen tot tachtig graden en het zweet liep langs mijn rug.  De schoonmaakster verdween, geïrriteerd vanwege zoveel domheid. 

‘Karen,’ zei Lewis nog.

Gelukkig was er een kluisje verderop vrij, dus ik liep – op mijn tenen, want ik respecteerde het schoonmaakbeleid zeker wel –  naar de kluis en gooide alle spullen erin. Uiteraard paste het niet, maar met een beetje duwen ging het best. Het zweet droop inmiddels over mijn voorhoofd. Ik trok mijn arme baby haar schapenpakje uit en zat vervolgens een half uur in de takkeherrie en bloedhitte ergens tussen de tropische planten weggestopt en ik zag vooral veel friet-etende Belgen en mijn eigen zoons geen enkele keer. 

Bij het aankleden liet Lewis mijn jas in een plasje water vallen (of pis van een ander kind) en vervolgens liet Miles zijn broek er ook nog in vallen. Sophia lag te kraaien van plezier op een viezig aankleedkussentje, maar hé, we hadden in ieder geval het gezinshokje veroverd. Dat dan weer wel. 

De dagen daarna bleven we om en om met Sophia in het restaurant met uitzicht op het zwembad en was het zwemmen zowaar leuk. Dat vond ik zelfs en het water was aangenaam warm.

Oh en de zwemtas vergaten we wel, die staat as we speak nog steeds in Center Parcs.

Tot de volgende keer!

Met een abonnement op Kek Mama geniet je van mooie voordelen:

*Goedkoper dan in de winkel
*Lees elke maand als eerst Kek Mama
*Gratis verzonden

Abonneer je nu en betaal slechts €4,19 per editie.