Melanie: ‘Van schatje naar satan: waarom misdragen kinderen zich altijd alleen thuis?’

Melanie Beeld: Eigen foto
Melanie Borgman
Melanie Borgman
Leestijd: 8 minuten

Hoe kan het dat mijn kind zich op de opvang voorbeeldig gedraagt maar thuis in een monstertje verandert, vroeg Melanie zich af. Terug gillen bleek niet de oplossing, dus ging ze op zoek naar de oorzaak van haar dochters driftbuien.

Lees verder onder de advertentie

Het is kwart over vijf en ik sta met mijn jas half aan bij de opvang. Saar, mijn 15 maanden oude dochter, is vrolijk op haar knieën door de speelruimte aan het schuiven. “Ze heeft weer heerlijk gespeeld”, zegt een pedagogisch medewerker met een glimlach. “En ze at zelfs twee boterhammen met smeerkaas. Wat een heerlijk meisje heb jij!” Ik knik en straal. Natuurlijk wist ik dat, maar het is fijn om het ook van een ander te horen. 

Lees verder onder de advertentie

Maar als we thuiskomen, verandert mijn schattige zonnestraal in een ongeleid projectiel. Zodra we binnenkomen, lijkt Saar een ander kind. Haar knuffel wordt resoluut op de grond gegooid, haar beker water volgt niet veel later en wanneer ik haar een mandarijntje aanbied, begint ze oorverdovend te gillen. Binnen vijf minuten is mijn vrolijke dreumes veranderd in een boze en huilerige driftkikker. Terwijl ik haar probeer te troosten – en mijn eigen frustratie onder controle probeer te houden – vraag ik me af: wat is hier aan de hand?

Schuldgevoel

Ik besloot op onderzoek uit te gaan. Was dit normaal gedrag? Had ik iets fout gedaan? Mijn eerste reactie was: schuldgevoel. Misschien was ik te streng of juist te afwezig? 

Mijn vriendin Romé kent het probleem in ieder geval maar al te goed. Haar peuter Bram, bijna drie, is op de opvang een kleine held. Hij troost zelfs andere kindjes als ze verdrietig zijn. Maar zodra hij thuis is, is het een ander verhaal. Hij kan huilen omdat zijn boterham verkeerd is gesneden, boos worden omdat zijn jas niet vanzelf uitgaat en in een algehele staat van chaos verkeren. “Wat doe jij dan in zo’n situatie?” vroeg ik haar. Romé haalde haar schouders op. “Op mijn beste dagen blijf ik rustig. Ik zeg dat hij boos mag zijn en dat ik er ben om hem te helpen. Soms lukt het dan om hem af te leiden met iets anders. Maar tja, op mijn slechtste dagen gil ik terug. En daarna voel ik me schuldig.” Haar verhaal klinkt bekend. Hoe vaak probeer ik niet kalm te blijven, terwijl ik van binnen bijna ontplof? Het is geruststellend te weten dat ik niet de enige ouder ben die worstelt met deze driftbuien. Maar hoe kun je er nu het beste mee omgaan?

Lees verder onder de advertentie

Dubbelleven

Wat ik ontdekte, veranderde hoe ik naar deze driftbuien keek. In het boek Temperamentvolle kinderen van Eva Bronsveld las ik over het fenomeen dat kinderen zich buitenshuis vaak voorbeeldig gedragen, om thuis volledig los te gaan. Een soort dubbelleven voor dreumesen. Volgens Bronsveld gebruiken kinderen hun dag op de opvang om zich ‘sociaal wenselijk’ te gedragen. Ze luisteren naar andere volwassenen, delen speelgoed en passen zich aan aan een bepaald ritme en een drukke groep. Uit een groot onderzoek, gepubliceerd in het gerenommeerde medische tijdschrift The Lancet, blijkt dan ook dat de kinderopvang een positief effect heeft op kinderen. Volgens Hanan El Marroun, een van de onderzoekers, hebben kinderen die naar de opvang gaan minder last van druk, depressieve gevoelens, angsten en fobieën als ze opgroeien. “Kinderen die naar de opvang gaan, leren om beter met hun emoties om te gaan, samen te werken en conflicten op te lossen”, aldus El Marroun.

Lees verder onder de advertentie

Maar naast de positieve effecten vraagt het ook veel van hun nog onvolgroeide brein. En waar laten ze de opgebouwde spanning? Juist, thuis. Want daar is de plek waar ze zich het veiligst voelen. Eigenlijk is het dus een compliment: het feit dat Saar zich thuis durft te laten gaan, betekent dat ze zich veilig voelt. Ze weet dat ik haar emoties aankan, hoe overweldigend die ook zijn. Dit inzicht stelde me gerust. Het ligt niet aan mij. Het heeft alles te maken met hoe jonge kinderen indrukken verwerken. 

Vallen en opstaan

Maar als je midden in de storm zit, voelt het allesbehalve als een compliment. Romé en ik delen regelmatig onze frustraties en tips met elkaar. Wat werkt en wat niet? Het blijft vallen en opstaan, maar deze vijf strategieën maken bij ons thuis vaak een groot verschil.

1. Niks moet, niksen mag

Saar lijkt na een dag bij de opvang vooral behoefte te hebben aan rust. In het begin maakte ik de fout om haar mee te nemen naar de supermarkt om nog even snel een boodschap te doen. Maar dat eindigde bijna altijd in tranen – van ons allebei. Nu weet ik dat ze thuis eerst moet ontladen. De tv blijft uit, we pakken haar knuffel en iets te drinken en ik ga even met haar op de bank zitten. Gewoon samen zijn, zonder veel te moeten. Romé doet hetzelfde. “Bram heeft na de opvang een vast momentje op de bank. Dekentje erbij, een boekje en even niets hoeven. Dat helpt hem om weer te kalmeren.”

Lees verder onder de advertentie

2. Routines geven rust

Jonge kinderen hebben houvast aan voorspelbaarheid. Ik merkte dat Saar minder snel overstuur raakt als ze weet wat er gaat gebeuren. In de auto vertel ik haar wat de avond brengt: “We gaan naar huis, je mag je knuffel pakken en dan drinken we samen wat.” Volgens het boek How2talk2kids, de Nederlandse editie van de internationale bestseller How to talk so kids will listen & listen so kids will talk, geeft dit simpele vooruitzicht haar een gevoel van controle. En ja, dat blijkt een handige tool.

Lees verder onder de advertentie

Romé vertelt dat Bram sinds kort ook baat heeft bij een soortgelijke aanpak. “Ik benoem elke stap: schoenen uit, handen wassen en dan mag hij zelf kiezen welk tussendoortje hij wil hebben. Dat scheelt al een hoop drama.”

3. Laat je eigen verwachtingen los

Een van de grootste valkuilen voor mij was het idee dat ik na een dag werken ook nog een energieke en geduldige moeder moest zijn. Maar perfectie is geen haalbaar doel. Nu weet ik: het is oké om het simpel te houden. Dezelfde maaltijd als gisteren als avondeten, een klein beetje extra schermtijd… zolang we allemaal overeind blijven, is dat genoeg.

Lees verder onder de advertentie

4. Kleine kinderen, grote gevoelens

Wat vaak vergeten wordt, is dat jonge kinderen gevoelens ervaren met een intensiteit die wij als volwassenen nauwelijks nog kennen. Voor hen is verdriet of frustratie allesoverheersend. Ze hebben geen referentiekader om te begrijpen dat dit gevoel voorbijgaat. Ik ontdekte een leuke manier om spelenderwijs Saars emoties te bespreken. Het boek De kleur van emoties kan hierbij helpen. Romé doet dit ook vaak met haar zoontje Bram. “We wijzen in de spiegel naar onze gezichten en benoemen: “Dit is boos, dit is blij.” Het helpt hem om woorden te geven aan wat hij voelt.”

Lees verder onder de advertentie

5. Tellen tot tien (of twintig)

Ik hoorde laatst dat ouders de ‘emotionele rots’ moeten zijn voor hun kinderen. In theorie klinkt het prachtig, maar in de praktijk is het lastig om kalm te blijven als Saar aan het gillen is. Toch merk ik dat het helpt. Als ik rustig blijf, leert ze dat emoties geen gevaar zijn. Soms betekent dit dat ik even naar de keuken ga om tot tien te tellen voordat ik weer bij haar ga zitten.

Lees verder onder de advertentie

Romé lacht. “Hoe vaak is dat gelukt, rustig blijven?” Ik begrijp haar reactie, maar áls het lukt, merk ik dat het echt werkt. Ze voelt zich dan sneller veilig genoeg om weer te ontspannen.

Het komt altijd goed

Als ik nu naar Saar kijk, begrijp ik haar gedrag beter. Ze laat zich op de opvang van haar voorbeeldige kant zien omdat ze daar zoveel leert: delen, samen spelen en zich aanpassen aan een ritme. Romé ervaart dit net zo. “Het blijft heftig, maar als ik ’s avonds naast Bram zit terwijl hij slaapt, voel ik me toch trots”, zegt ze. “Hij leert zoveel, groeit en weet dat hij bij mij helemaal zichzelf mag zijn. Zelfs als dat betekent dat hij zijn laarzen door de gang gooit.”

Na een lange dag waarin emoties hoog opliepen, komt het uiteindelijk altijd goed. Met deze inzichten lukt het in ieder geval om de driftbuien van Saar steeds beter te doorstaan. En het moment waarop ze met een diepe zucht haar hoofdje op mijn schouder legt, is goud waard. Het is soms even doorbijten, maar Saars woede-uitbarstingen maken me ook bewust van het vertrouwen dat ze in me heeft. Dat is uiteindelijk de grootste beloning.

Je las dit artikel eerder in Kek Mama Special Level up.

Saar werd te vroeg geboren en verbleef een tijdje in het ziekenhuis. Melanie schreef in deze column over haar ervaringen.

Meest bekeken